Dit is een uitgebreidde en duidelijk gestructureerde samenvattin gvan het vak Methodologie. Begrippen worden duidelijk uitgelegd, samengevat en gestructureerd om zo een breed informatienetwerk te bekomen.
Deel 1: Algemeen: Basisbegrippen
Hoofdstuk 1: Waarom sociaalwetenschappelijk
onderzoek?
1. Inleiding
Methodologie verwijst naar de wijze waarop het hele proces van wetenschapsbeoefening
functioneert en houdt dus niet alleen de kennis en beheersing van methoden en technieken in.
2. Enkele voorbeelden
2.1 de opwarming van de aarde: An Inconvenient Truth versus The Great Global Warming
Swindle
2 studies die onderzoek hebben uitgevoerd naar de oorzaak van de opwarming van de aarde.
Hun uitkomsten staan diametraal tegenover elkaar en hebben verstellende politieke gevolgen.
Moderne wetenschapsbeoefening wordt beïnvloed door machtsverhoudingen,
maatschappelijke en/of politieke inmenging, ideologische assumpties en agressieve retoriek.
reflectie maken over wat wetenschappelijke kennis inhoudt, welke manier het tot inzicht in
de werkelijkheid leidt en wat wetenschap, wetenschap maakt. = epistemologische kwesties,
demarcatie principe.
2.2 De ‘War against Crime’ in New York: werkt het?
De Broken Windows Theory (om de criminaliteit in NY tegen te gaan): crimineel handelen is
een gevolg van een gebrek aan sociale normen en een gebrek aan controle om aan die normen
te conformeren. Anonimiteit in een grootstad is ideaal voor crimineel gedrag omdat er geen
sociale controle is op eventuele criminelen. Daarom moet men beginnen met kleine
criminaliteit aan te pakken om zo te vermijden dat die buurten verloederen en grotere
criminaliteit aantrekken.
→ De theorie werd toegepast en de cijfers van criminaliteit daalden
→ MAAR is de daling werkelijk een rechtstreeks gevolg van hun beleid? is er een
oorzakelijk of causaal verband tussen het nieuwe beleid en de daling van de geregistreerde
criminaliteit?
Causaliteit moet aan 3 voorwaarden voldoen:
1. Statistisch verband tussen gebeurtenis A ( nieuwe beleid) en gebeurtenis B (
geregistreerde criminaliteit) → Klopt
2. Gebeurtenis A moet voorafgaan aan gebeurtenis B (de criminaliteit was al aan het
dalen voor het nieuwe beleid)
3. Het statistisch verband tussen gebeurtenis A en B mag niet te wijten zijn aan een 3de
gebeurtenis C die dat verband teweegbrengt (in andere steden waar geen beleid was)
Conclusie: causaliteit kan niet worden aangenomen. Uitspraken over de effectiviteit van het
criminaliteitsbeleid zijn niet gerechtvaardigd
2.3 Botsende beschavingen
‘Clash of Civilizations’: botsing der beschavingen, door Huntington
,Conflicten zouden gekenmerkt worden door culturele en religieuze kwesties. Het concept
‘beschaving’ zou relevant worden om potentiële conflicten te traceren en te duiden.
In historisch-vergelijkend onderzoek is een grondige studie van diverse cases noodzakelijk:
zijn inzichten zijn echter gebaseerd op anekdotisch bewijsmateriaal (Vb/ Na de KO zouden
steeds meer militaire conflicten tussen beschavingen zouden optreden → niet gebeurd)
Zijn insteek houdt niet voldoende rekening met de specificiteit van elk conflict.
2.4 Polls bij verkiezingen: verteken(en)d?
Bij verkiezingen komen er op alle media verkiezingspolls. Die bevragingen worden meestal
gedaan via surveyonderzoek. Maar zijn de uitslagen representatief? → peilen naar de
methodologische kwaliteit
Vaak worden degenen die weigeren deel te nemen (non-respons), genegeerd en wordt
fountief aangenomen dat ze dezelfde kiesintenties hebben als diegene die wel mee werken.
→ Geen melding van betrouwbaarheidsintervallen
→ Geen vermelding van foutenmarge; kan alleen bij toevalssteekproeven (vaak goedkopere
manier gebruikt)
→ Vraag Verwoording of presentatie van de antwoordopties kan resultaten ook beïnvloeden
2.5 De wetenschapper als bokser?
Loïc Wacquant deed participerende observatie naar het ghetto leven in Chicago om
stereotypes over armoede en marginaliteit te doorbreken.
Via participerend observatie krijgt men toegang tot de leefwereld van een anders moeilijk
bestudeerbare populatie, deze wordt dan van binnenuit beschreven.
→ Kwalitatief onderzoek is de verzameling van benaderingen binnen de sociale
wetenschappen die niet alleen gebruikmaakt van cijfermateriaal en statische analyses, maar
ook van andere vormen van data vermaken zoals participerende observatiefocus groepen,
diepte-interviews,…
2.6 verband tussen gamen en agressie
→ Media-effectonderzoek: wat zijn de effecten van het kijken of praktiseren van bepaalde
media?
Er bestaat echter geen consensus door wijze waarop het onderzoeksprobleem in de
verschillende studies methodologisch uitgewerkt wordt:
1. Wat valt onder ‘gewelddadige games’ of ‘agressie’: over hoeveel geweld moet het
gaan en hoe grafisch moet dat geweld worden voorgesteld?
2. De basis van cross-sectioneel onderzoek is om een causaal verband vast te stellen,
maar vaak houden ze geen rekening met de redenen of motieven om spelletjes te
spelen. wijze van agressie meten verschilt van studie tot studie
Vb/ Wat als een gewelddadige persoonlijkheid hebben er voor zorgt dat je kiest voor
gewelddadige spelletjes?
3. Er wordt weinig rekening gehouden met intermediate variabelen die het verband
bemiddelen. Het verband kan afhankelijk zijn van kenmerken van de gamer (leeftijd,
, geslacht, persoonlijkheidskenmerken) of zijn omgeving (ouderlijke controle). Vaak is
ook onduidelijk hoe representatief onderzoek is. (Vb/ 1ste bachelor psychologie
studenten)
4. Het is vaak onduidelijk op welke termijn de effecten gesitueerd moeten worden
↳Effecten op korte termijn? Veranderingen in de persoonlijkheidsstructuur?
5. In hoeverre zijn bevindingen uit een artificieel laboratorium veralgemeenbaar naar het
echte leven?
↳ Naturalistische validiteit
3. De wetenschappelijke aanpak
3.1 Wetenschap: een specifieke benadering
Wetenschappelijke inzichten zijn gebaseerd op het toepassen van regels en procedures die de
kwaliteit en waarheidsgehalte van die inzichten maximaliseren.
Wetenschapsbeoefening wordt gestuurd door onderliggende waarden en normen die binnen
de wetenschappelijke gemeenschap bewaakt worden. => Overtreders van die normen worden
bestraft (Vb/ D. Stapel, professor in Tilburg).
Men moet keuzes maken bij ieder onderzoek die weloverwogen en beargumenteerd moeten
worden (Vb/ wijze van data verzamelen, gebruikte theoretische inzichten,..).
Methodologie = hele proces van wetenschapsbeoefening
Methoden = geheel van specifieke technieken die gebruikt worden in wetenschappelijk
onderzoek.
3.2 Alternatieve bronnen van kennis over de werkelijkheid?
Er zijn een aantal alternatieve bronnen waarop mensen zich baseren voor het verwerven van
kennis en inzicht.
1. Persoonlijke ervaringen
Probleem 1: overgeneraliseren. Waargenomen verbanden worden doorgetrokken naar
andere situaties of mensen
Vb/ 5 mensen in je vriendenkring die gamen en slecht presteren op school. is het
gerechtvaardigd om gamen met slecht presteren op school in verband te brengen?
Probleem 2: selectieve observatie. Er wordt speciaal gelet op bepaalde mensen/
situaties en van daaruit veralgemeningen getrokken. Meestal gaat het echter over
mensen/situaties die je vooringenomen gedachten bevestigen.
Vb/ je denkt dat chauffeurs van terreinwagens onhoffelijk en agressief zijn i/h verkeer. Je gaat
vooral die wagens opmerken die voldoen aan die vooringenomenheid. Andere gevallen
waarin ze zich wel hoffelijk gedragen worden genegeerd.
2. Populaire media
Inzichten uit wetenschappelijk onderzoek worden in de media gecombineerd met
niet-wetenschappelijke informatie. De berichtgeving kan selectief zijn en slechts één
aspect van het probleem benaderen.
Vb/ Golfoorlog
, 3. Ideologische overtuigingen
Ideologische overtuigingen kunnen je visies en ideeën over de werkelijkheid sturen en
beïnvloeden.
Vb/ Religie, racisme, misogynie
Ideologische vooringenomenheid kan ook spelen als het om interpretatie van
onderzoeksresultaten gaat.
Vb/ resultaten over de klimaatverandering
4. Wat te verwachten van methodologie?
2 bouwstenen:
1. Theorie of theoretische inzichten gebaseerd op empirische data/gegevens uit de
werkelijkheid waarover die theorieën een uitspraak willen doen
Verschillende soorten theorieën:
O.b.v. het object ( gedrag van atomen, economisch handelen van mensen,…)
O.b.v. het niveau waarop de uitspraken zich situeren:
* Microniveau: verklaren van concrete interactie op interpersoonlijke
* Macroniveau: begrijpen van patronen op het niveau van ruimere sociale
systemen
* Mesoniveau: ligt er tussen, processen duiden die zich afspelen binnen
Vb/ sociale bewegingen, organisaties
2. Data of gegevens over de werkelijkheid
→ onmiddellijk waarneembare gegevens
→ gegevens waarbij instrumenten nodig zijn (Vb/ intelligentie meten)
=> Beide soorten zijn empirische data. Alle data is gegrondvest in zintuiglijke
waarneming
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaliB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.