Samenvatting relatievermogensrecht II
Week 1 schuldeisers en het huwelijksvermogensregime
De huwelijksgemeenschap na 2018 is in omvang gewijzigd. Vroeger was de gemeenschap ook
nooit algeheel omdat verknochte goederen er buiten bleven, verkrijgingen krachtens erfrecht en
schenkingen ook indien dit was bepaald (uitsluitingsclausule) en pensioenrechten.
Valt iets in de gemeenschap? Raadpleeg artikel 1:94 BW. Het valt in de gemeenschap:
- Alle goederen die reeds voor de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten
gezamenlijk toebehoorden.
o Als echtparen zijn gehuwd met huwelijkse voorwaarde (bijv. koude uitsluiting),
dan moet je kijken in Titel 3.7 eenvoudige gemeenschap.
o Voor een ontbonden gemeenschap artikel 3:189 lid 2 BW de volgende
bepalingen van deze afdeling gelden, alsmede die van de eerste voor zover in deze
afdeling niet wordt afgeweken. Dus eerst in tweede afdeling kijken, vind je daar
niets, dan in eerste afdeling van Titel 3.7.
- Alle overige goederen van de echtgenoten door ieder van hen afzonderlijk of door
hen tezamen verkregen, vanaf de aanvang van de gemeenschap tot haar ontbinding
verkregen.
o Als een echtgenoot iets privé verkrijgt tijdens het huwelijk, valt het dus gewoon in
de gemeenschap! Voorhuwelijkse goederen blijven wel privé.
Uitzonderingen artikel 1:94 lid 2 sub a/b/c/ BW: het valt niet in de gemeenschap:
- Sub a: alles wat je krachtens erfrecht of schenking krijgt, blijft buiten de gemeenschap;
o Hier weer een uitzondering op in lid 3 sub a BW: het valt dus wel in de
gemeenschap
Sub a: Giften van tot de gemeenschap behorende goederen aan de
echtgenoot;
Sub b: Goederen alsmede de vruchten van die goederen, ten aanzien
waarvan bij uiterste wilsbeschikking of gift is bepaald dat zij in de
gemeenschap vallen (insluitingsclausule, kennen we sinds 2018).
- Sub b: Pensioenrechten;
- Sub c: Rechten op het vestigen van vruchtgebruik (artikel 4:29 en 4:30 BW/de andere
wettelijke rechten).
- Lid 5: verknochte goederen. Lees nog even na.
o Hoogstpersoonlijk en onvervreemdbaar.
o Hoofdregel: is de allesomvattendheid van de wettelijke gemeenschap van
goederen. Veel auteurs willen de verknochtheid maar mondjesmaat toelaten.
Van Mourik: hij onderscheidt verticale en horizontale verknochtheid;
De Bruijn onderscheidt vijf categorieën van vermogensrechten die
verknocht kunnen zijn;
Luijten en Meijer onderscheiden verschillende gradaties.
Onvervreemdbaarheid;
Beperkte mogelijkheid tot vervreemding;
Vervreemdbaarheid, maar het goed is toegekend aan de echtgenoot
o.g.v. hem persoonlijk betreffende omstandigheden;
Vervreemdbaarheid, maar er bestaat een (gevoelsmatige) affiniteit
met de persoon van een van de echtgenoten.
Verstappen: onvervreemdbare lijfrenten en de rechten van gebruik en bewoning vallen niet in de
huwelijksgemeenschap op grond van bijzondere verknochtheid.
1
, - Lid 6: is weer een uitzondering wat niet in de gemeenschap valt. Vruchten van goederen
die niet in de gemeenschap vallen.
Voor wat betreft de schulden zie artikel 1:94 lid 7 BW.
Alle schulden zijn gemeenschappelijk, tenzij artikel 1:94 lid 7 BW (3 uitzonderingen)
- Alle vóór het bestaan van de gemeenschap ontstane gemeenschappelijke schulden;
- Alle schulden betreffende goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan de
echtgenoten gezamenlijk toebehoorden; en
- Alle tijdens het bestaan van de gemeenschap ontstane schulden van ieder echtgenoten,
Met uitzondering van schulden:
o Betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen;
o Die behoren tot een nlp waartoe een echtgenoot is gerechtigd;
o Uit door een van de echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegaan
omzettingen als bedoeld in 4:126 lid 1 en lid 2 sub a en c BW.
Aansprakelijkheid/draagplicht/uitwinbaarheid
1. Aansprakelijkheid: wie kan worden aangesproken? Degene die handelt, die de ovk is
aangegaan
o Extern.
o Geen verschil tussen huwelijk vóór 2018 en na 2018!
Maar twee bijzondere regels, je wordt aansprakelijk zonder dat je handelt:
o Artikel 1:85 BW: de kosten van de gewone huishouding. Als A kosten aangaat in
het kader van de kosten van de gewone huishouding, dan wordt B ook
aansprakelijk docent vindt het niet meer van deze tijd.
Let op: dit geldt voor alle huwelijken! Titel 6: rechten en verplichtingen
van echtgenoten.
Begrip: de kosten van de gewone huishouding: Beslissend zijn de aard
van de uitgaven, de financiële omstandigheden en de naar buiten blijkende
leefwijze van het gezin. Maar ook wat een schuldeiser redelijkerwijs mag
aannemen dat een echtpaar daaronder verstaat.
Bijv. aankoop van een wasmachine, auto.
o Artikel 1:102 BW: let wel: speelt alleen bij ontbinding! Artikel 1:99 BW
Dit artikel gaat alleen over gemeenschapsschulden!
Gaat het om een privéschuld of gemeenschapsschuld?
Verschil huwelijk vóór 2018 en na 2018: je zult bij huwelijk vóór
2018 niet zo snel een privé schuldeiser aantreffen, terwijl na 2018
aangebrachte schulden privé zijn.
Dit artikel gaat zowel over aansprakelijkheid als over uitwinbaarheid. Er
wordt een beperking aangebracht m.b.t. de uitwinbaarheid.
Als eerst stel je vast wie aansprakelijk is. Degene die handelt, tenzij artikel 1:85 of artikel 1:102
BW. Welk vermogen kan je uitwinnen?
- Algemeen vermogensrecht: artikel 3:276 BW: je staat in met je vermogen voor je
schulden. Volgens het algemene vermogensrecht is zowel het privévermogen van de
echtgenoot A die handelt uitwinbaar en de helft van de gemeenschap van goederen. Maar
het huwelijksvermogensrecht kent eigen artikel 1:96 BW: zowel de privé goederen als de
goederen van de gemeenschap kunnen worden uitgewonnen.
o Lid 1: een (privé dan wel gemeenschap) schuldeiser kan zowel het eigen
vermogen als de gemeenschap uitwinnen.
In dit geval kan dus een privéschuldeiser zowel het eigen vermogen van A
als de totale gemeenschap van goederen uitwinnen, best gek.
2
, o Lid 3: (nieuw, geldt alleen voor huwelijk na 2018!): de uitwinbaarheid wordt
beperkt voor privé schuldeisers. Deze kan enkel de helft van de gemeenschap
verhalen. Deze mag wel het gehele goed uitwinnen, maar enkel verhaal op de
helft!
Let op: huwelijk vóór 2018: zowel een privé als een gemeenschap
schuldeiser kan voor het totaal uitwinnen en zich daarop verhalen!
Lid 3: geldt dus alleen voor een beperking van privé schuldeiseres. Als het
gaat om een schuld tijdens het huwelijk welke valt in de gemeenschap, dan
heb je niks aan lid 3!
2. Draagplicht: wie moet het dragen? Wie draagt uiteindelijk in de onderlinge verhouding
tussen de echtgenoten op voor de schulden?
o Artikel 1:100 BW: in beginsel zijn de echtgenoten ieder voor de helft
draagplichtig voor gemeenschapsschulden
o Intern
3. Uitwinbaarheid. Op welk vermogen kan de schuldeiser zich verhalen?
o Artikel 1:86 BW;
o Extern
Afstand van de gemeenschap
Je kunt afstand doen van de gemeenschap. artikel 1:103 BW. Dit heeft te maken met artikel 1:102
BW, de echtgenoot die was gedurende het bestaan van de gemeenschap niet aansprakelijk voor
deze schulden, maar wordt door hoofdelijk aansprakelijk als schuldenaar voor de
gemeenschapsschulden die gedurende het bestaan van de gemeenschap door de andere echtgenoot
zijn aangegaan.
Een echtgenoot die afstand doet van de gemeenschap wordt van deze extra aansprakelijkheid
ontheven ex artikel 1:104 lid 4 BW.
De bevoegdheid tot het doen van afstand is van dwingendrechtelijk van aard. Gevolgen van deze
afstand:
a. Het deel der gemeenschap waarvan afstand is gedaan, wast aan bij het deel van de
andere echtgenoot artikel 1:103 lid 2 BW;
b. Hij die afstand doet, wordt daardoor ontheven van de hoofdelijke
aansprakelijkheid en de draagplicht voor schulden der gemeenschap, waarvoor hij
voor de ontbinding niet aansprakelijk was, artikel 1:103 lid 4 BW.
Afstand impliceert dat een ontbonden gemeenschap bestaat.
Hij die van het voorrecht afstand te doen gebruik wenst te maken, is verplicht binnen drie
maanden na ontbinding der gemeenschap een akte van afstand te doen inschrijven in het
huwelijksgoederenregister als bedoeld in art. 1:166 BW, op verbeurte van het voorrecht
Stel dat A uit privé een gemeenschapsschuld voldoet. Draagplicht B had het ook moeten
dragen. De gemeenschap krijgt een vergoedingsrecht op B. B moet 50% in de gemeenschap
stoppen.
Artikel 1:100 BW draagplicht
De draagplicht is er voor gelijke delen, tenzij uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid een
andere draagplicht voortvloeit. Hier is de lat lager t.o.v. ‘het is naar maatstaven van de
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’.
3
, Artikel 1:100 lid 2 BW ziet alleen op de oude gevallen.
Koude uitsluiting
Je komt dan niet terecht in artikel 1:96 BW, want er zijn dan geen gemeenschapsschulden.
Het temperaturen van huwelijkse voorwaarden doe je op het moment van echtscheiding.
- Warme huwelijkse voorwaarden: huwelijkse voorwaarden waarin substantieel wordt
gedeeld, ook bij scheiding. Niet alles maar wel substantieel:
- Koude huwelijkse voorwaarden: huwelijkse voorwaarden waarin niets of nagenoeg wordt
gedeeld bij overlijden.
o Ook als je hv maakt met een gemeenschap van inboedel is dit relatief koud.
Hoe kan je schuldeisers buiten te deur houden maar waarin je wel deelt?
Huwelijkse voorwaarden met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen, maar bij
echtscheiding doe je alsof je in gemeenschap van goederen bent gehuwd.
Het overgangsrecht
Het algemene overgangsrecht
- Artikel 68a OW: alles heeft onmiddellijke werking, tenzij er verderop iets anders is
geregeld.
Je moet je het volgende afvragen:
- Gemeenschap vóór 2012;
- Gemeenschap tussen 2012 en 2018; of
o Artikel 1:96 lid 3 BW geldt niet.
o Het oude artikel 1:94 BW geldt.
- Gemeenschap na 2018.
o Artikel 1:100 lid 2 BW (draagplicht) is nieuw, maar heeft o.g.v. art. 68a OW
onmiddellijke werking. HR 19 april 2019: het bijzondere overgangsrecht voorziet
niet in een regeling voor het nieuwe artikel 1:100 lid 2 BW, waardoor deze
bepaling vanaf 1 januari 2018 van toepassing is op de verdeling van een
huwelijksgemeenschap die na die datum wordt ontbonden.
Artikel 1:95a BW
Je zou denken dat deze artikel onmiddellijke werking heeft artikel 68a OW, echter Rb. Den Haag
10 november 2020: artikel 1:95a BW geldt alleen voor de nieuwe gemeenschap van goederen. De
rechtbank haalt dit uit de PG, docent leest dit hier niet in, maar vindt het prima.
Wat heeft geen onmiddellijke werking?
- Erfrechtelijke AWR-vruchtgebruiken;
- Vruchten van privé goederen;
- Quasi-legaat schulden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Esss03. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.