Psychodiagnostiek volwassenen
HOC 1: Inleiding vak, heuristieken & psychodiagnostisch proces
1. Inleiding
Psychodiagnostiek = begrijpen wat er aan de hand is met de cliënt
(hier bij is de clinicus vanaf het eerste moment aan het oordelen en beslissen)
In psychodiagnostiek analyseren we op een systematische manier de gedragingen,
gevoelens en gedachten van mensen om hun gedrag te begrijpen.
Definitie Houben (1986): Psychodiagnostiek is de oordeelsvorming aangaande psychische disfuncties
of gedragsmoeilijkheden en sterktes waarbij de benadering van het probleem op de
wetenschappelijke psychologie gebaseerd is en waarbij het essentieel is de persoon (of het systeem)
zodanig te begrijpen dat uit de structurering van diens probleem relevante aanwijzingen voor de
therapie voortvloeien. Deze oordeelsvorming is een procesmatig gebeuren dat plaatsvindt en
evolueert in de interactie tussen cliënt en clinicus.
2. Heuristieken
2.1 Oordeelsfouten
Oordeelsfouten: oordelen en beslissen
Een clinicus is al vanaf de aanmeldingen van de client tot en met het afronden van het
psychodiagnostisch onderzoek aan het redeneren of het oordelen. Tijdens een oordeelproces
kunnen er fouten optreden. We moeten, ze leren te onderkennen en waar mogelijk op te
lossen. -> je gaat ervaringen op doen en werken met een bril, maar je moet je bewust zijn
van die bril en je behoeden voor mogelijke oordeelsfouten.
Het doel van psychodiagnostisch onderzoek is te begrijpen wat er aan de hand is met de cliënt
(Witteman, van der Heijden, & Claes, 2014).
➢ Clinicus is daarbij vanaf eerste moment aan het oordelen over volgende vragen
❑ Vertoont de cliënt problematisch gedrag?
❑ Is er sprake van een specifieke stoornis?
❑ Is het een goed idee die behandeling aan te bieden?
➢ Je moet bewust zijn dat wij elke interpretatie hebben en als wij bewust daarvan zijn dan
kunnen wij beoordelingsfouten vermijden.
Dus: Hoe kan diagnostisch onderzoek zo vorm gegeven worden dat de kans op een goed verloop zo
groot mogelijk is?
Daniel Kahneman’s bevindingen over oordelen/beslissen (niet het werk volledig kennen, maar als
wij willen mag dat):
• Mensen zijn niet altijd consistent
• Mensen nemen vaak irrelevante informatie mee
• Mensen gaan relevante informatie niet altijd correct meewegen
• Experts die afwijkende groepen zien en weten niet altijd meer wat ‘normaal’ is
, o Als je altijd met conflictende relaties bezig bent kan je misschien moeilijkheden
hebben bij het begrijpen van normale relaties
• Mensen worden beïnvloed door recente ervaringen
• Mensen worden moe en verveeld
• ...
Veel mogelijkheden die ons oordelen en beslissingen kunnen beïnvloeden.
We dienen als psycholoog een oordeel te vormen over de aan-of afwezigheid van een stoornis. Je
gaat hiervoor informatie verzamelen en testen afnemen.
Oordelen en klinische beslissingen nemen gebeurt vaak in situaties met veel
onzekerheid/onvolledigheid:
• Een cliënt kan of zal niet altijd objectief rapporteren
• Psychologische tests zijn geen ultieme waarheden maar
waarschijnlijkheden/hypothese
Om het hoofd te bieden aan dit soort onzekerheden worden bepaalde heuristieken gehanteerd. En
die leiden niet altijd tot correcte beslissingen.
• Een heuristiek = “Op ervaring gebaseerde verkorte beslissingsroute die vaak wel maar niet
altijd tot correcte uitkomsten leidt en meer efficiënt beslissen”.
• Oordeel vormen door aan- en afwezigheden van symptomen.
• Heuristiek : het geeft niet altijd juiste uitkomsten :
• Satisficen: stoppen met zoeken naar uitkomsten als op een bepaalde moment het uitkomst
al heb . Je hebt minimum elementen genoeg. Bv: vaccinatie wordt verplicht door overheid
en je gaat er niet verder informatie over opzoeken.
• Maximizen= zorgen voor de maximale correcte beslissing: de harde waarheid bekomen en
blijven zoeken naar feiten. Een maximale correcte beslissing proberen te verkrijgen. Wel is
dat als clinicus niet echt mogelijk. De
informatie is vaak niet volledig.
• We zitten eerder tussen de twee: Als clinicus moet men onzeker blijven want een
client kan niet altijd zeer objectief informatie rapporteren (bijvoorbeeld sociaal
wenselijkheid). Psychologische testen kunnen ook geen waarheden onthullen, maar
eerder waarschijnlijkheden. Psychodiagnostiek is een proces van hypotheses die
continu aangepast en geëvalueerd worden
• Om onze uitkomsten te optimaliseren dien je alle mogelijke informatie te
verzamelen en op logische wijze een conclusie te trekken. Dat kan je in praktijk niet
blijven doen (info zoeken) want op een bepaald moment moet je wel een beslissing
maken. En daarnaast is je informatie niet altijd de waarheid.
• Als je heuristieken gebruikt, dan negeer je een deel van informatie want het
gebruikmaken van heuristieken kan echter leiden tot biases/vertekeningen in het
oordelen.
MAAR: gebeurt niet altijd zonder fouten = BIASES of OORDEELSFOUTEN = vertekeningen in de
(voor)oordelen of oordelen geveld voordat alle relevante info bekend is
,Oordeelsfouten: 2 types van heuristieken:
1) Geheugenheuristieken
= denkroutes die gebruikmaken van wat je je nog herinnert om beslissingen te maken.
• Beschikbaarheidsheuristiek:
= Hoe gemakkelijk informatie voor jou beschikbaar is, hoe makkelijker het is om je je
iets te herinneren (bv. door er net een artikel over te lezen), hoe makkelijker je het
meeneemt in je beslissingsproces
• Bekendheid of vertrouwdheid
• Je hebt bijvoorbeeld net een artikel over gelezen
(media=grote invloed; denk aan tijdschriften/kranten)
• Meermaals met iets blootgesteld worden
• Risico is dat de diagnose overgediagnosticeerd wordt van wat
je goed kent
→Je beschikbaarheid van info moet je vergroten en niet enkel
beperken tot wat beschikbaar is
• De validiteit van dat oordeel is afhankelijk van hoe accuraat het geheugen
is, en het geheugen is zeker niet onfeilbaar en is ook makkelijk te
beïnvloeden door (1) bekendheid en (2) opvallendheid van
gebeurtenissen.
• Opvallendheid of levendigheid (salliantie)
• Is van invloed op de beschikbaarheid ervan in het verdere
beslisproces.
• Uitzonderlijke moeilijke cliënten ga je ook beter en meer gaan
herinneren dan cliënten die ze gedurende een korte tijd
behandeld hebben of ‘saaie’ symptomen vertoonden.
• Ook makkelijker cliënten herinneren die je onlangs hebt
behandeld dan cliënten die je langer geleden hebt gezien.
• Recency effect
• Hoge bekendheid leidt tot overschattingen van de
waarschijnlijkheid van een diagnose
• Lage bekendheid leidt tot onderschatting van de
waarschijnlijkheid van een diagnose
• Een stoornis die recent besproken is in de media
“Een psycholoog gespecialiseerd in ADHD (die zelf ook de diagnose ADHD heeft)
pikt bij elke cliënt kenmerken van ADHD op, verklaart daaruit de klachten en
vormt die diagnose zonder naar andere mogelijkheden te kijken.”
• Simulatieheuristiek
= Iets gemakkelijker mentaal voor de geest kunnen halen (simuleren), zorgt ervoor dat
je dit ook waarschijnlijker vindt.
• Informatie is feitelijk niet beschikbaar maar je gaat de gebeurtenis
mentaal gaan simuleren. Wat je gemakkelijker kan simuleren zal je ook
waarschijnlijker gaan vinden. Als je je iets moeilijker kan voorstellen, dan
vind je het onwaarschijnlijker.
• Bijvoorbeeld: Waarom zou die vrouw depressief zijn? Op een dossier zag
je dat haar man dood was. Je gaat dan heel snel zeggen dat de vrouw
daardoor depressief werd. Dit is meest waarschijnlijke dat je mentaal kan
, simuleren. Maar wie weet is dat niet zo en was ze al reeds depressief
voor de dood van haar man.
• Verankering en aanpassingsheuristiek
= Het verschijnsel dat van een willekeurige beginwaarde te weinig afgeweken wordt
in een eindoordeel. Deze beginwaarde wordt een ankerpunt genoemd (bv.
verwijsbrief huisarts of een eerder oordeel van een collega)
• Ook groep waarmee clinici werken fungeert als ankerpunt
• Gevaar van een anker dat het invloed heeft op jouw diagnose ten koste
van andere relevante informatie die later naar voren komt. Daarom altijd
gaan zoeken naar andere verklaringen, falsificatie van je anker.
Onderzoek wijst uit dat deze heuristiek vooral in de klinische praktijk voorkomt in
de diagnostische fase, als de beschikbare informatie moet worden gecombineerd
• Positieve teststrategie en confirmation bias
= Enkel die testen afnemen waarvan men verwacht dat de uitkomst de hypothese
bevestigt
• Gevaar: overconfidence (overmoedig worden), confirmation bias=alleen de
informatie zien die bij het eigen idee past en niet de informatie die tegen de
hypothese pleit. Dit is een veelvoorkomend en hardnekkig probleem maar
eveneens de beste manier om tot een goed wetenschappelijk onderbouwde
conclusie te komen.
• Er kan sprake zijn van self-fulfilling prophecy = je vindt wat je verwacht te
zullen vinden
• Geen testen laat invullen die een alternatief zou kunnen ondersteunen. Bv:
je bent overtuigd dat iemand autist is en enkel daarvoor testen zal hebben.
Dat is niet goed. Daarom ook testen voor falsificatie
• Voorbeeld van confirmation bias: Wason’s card selection
task
o Er zijn 4 kaarten. Elke kaart heeft een letter op de
ene kant en een cijfer op de andere kant.
o Iemand zegt: “Als een kaart een klinker heeft op de ene kant, dan staat er een
even getal op de andere kant.”
oWelke kaart(en) moet je dan
precies omdraaien om
erachter te komen of de
uitspraak van die persoon
klopt?
Conclusie was: zoek ook naar tegenbewijs en niet enkel bewijs ‘voor’ je standpunt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emalemairederomse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.