ONDERNEMINGSRECHT
Examen: 17 meerkeuzevragen en 1 open vraag + giscorrectie
DEEL 1: ALGEMENE INLEIDING TOT HET RECHT
HOOFDSTUK 1: INLEIDING TOT HET RECHT: ENKELE BASISBEGRIPPEN
1 WAT IS RECHT?
1.1 BEGRIPSOMSCHRIJVING
Het begrip recht heeft veel verschillende definities. Het begrip is deels tijds- en plaatsgebonden.
Het recht kan je omschrijven als een geheel van regels die beogen het menselijke samenleven te
ordenen en die door een (overheids)gezag worden afgedwongen.
Er zijn echter elementen die vaak terugkomen:
• Een geheel van regels:
- Een regel is een als voorschrift geformuleerde uitspraak. Het is een in taal verwoordde
uitdrukking van een voorgeschreven wijze van handelen.
Voorbeeld: Auto’s mogen in de bebouwde kom niet sneller rijden dan 50km/u.
- Regels bevatten geboden of verboden → ≠ beschrijvende en beoordelende uitspraken.
- Het recht is een “geheel” van regels, in de zin dat het een heleboel voorschriften omvat.
Niet noodzakelijk in de zin dat het een mooi afgelijnd, geordend… “geheel” vormt.
• Het recht beoogt het menselijke samenleven te ordenen:
- Regels zijn erop gericht op het samenleven tussen mensen in te grijpen en het zo “te
ordenen”.
- Als je alleen op een eiland woont (vb. Robinson Crusoe) is rechtsregels spreken
betekenisloos. Voorschriften zijn aan de mens gericht, en vereisen de aanwezigheid van
minstens één andere mens om de vraag naar de naleving ervan betekenis te geven.
- Ordenen slaat op het feit dat er regels voor het samenleven worden vastgelegd, niet op
welke manier de samenleving hierdoor wordt georganiseerd.
• Het recht wordt afgedwongen door de overheid:
- Het wordt afgedwongen door middel van sanctie en dwang (= gewapende macht).
- Er bestaan regels die tot doel hebben samenleven te ordenen, maar waarvan de naleving
niet door de overheid wordt afgedwongen (= geen rechtsregel). Beleefdheids-regels,
religieuze regels… → overheid zal niet tussenkomen om naleving te verzekeren.
- De intensiteit van die tussenkomst van de gewapende macht kan afhankelijk van het type
regels sterk uiteenlopen. Deze kan ook direct of indirect zijn.
- Als de naleving van de regel wordt verzekerd via bv. gewapende macht dan spreekt men
van een rechtsregel.
1
,1.2 ENKELE GERELATEERDE CONCEPTEN
1.2.1 OBJECTIEF RECHT EN SUBJECTIEF RECHT
• Het objectief recht omvat het geheel van rechtsregels die op een bepaald ogenblik in een
bepaalde samenleving gelden. Men bekijkt het recht als het ware van buitenaf.
• Het subjectief recht verwijst naar de concrete aanspraak of bevoegdheden die een individu
aan het objectief recht ontleent. Het gaat om de individualisering en concretisering van een
regel van objectief recht op het niveau van een specifiek persoon, die op basis daarvan kan
zeggen “op iets recht te hebben”. Je bekijkt het recht dus als het ware van binnenuit om te
zeggen dat iemand het recht heeft om iets te bekomen of te eisen, m.a.w. er een “subjectief
recht” op heeft.
1.2.2 POSITIEF RECHT
Positief recht: de rechtsregels zoals die op een bepaald ogenblik in de samenleving gelden.
(≈ objectief recht)
VERSUS
Ideëel recht: het recht zoals het volgens bepaalde mensen, groeperingen, stromingen, levens-
beschouwingen… “zou moeten zijn”.
Na de Tweede Wereldoorlog werd bepleit dat het “positieve recht” van Nazi-Duitsland in strijd was
met een of andere vorm van ideëel recht, zoals het natuurrecht.
We gebruiken de “positief” en “ideëel” zonder waardeoordeel gebruiken.
Een bepaalde regel van “positief” recht kan al naar gelang je standpunt goed of slecht zijn, het enige
wat vast staat is dat het in een bepaalde samenleving op een bepaald ogenblik een rechtsregel, dus
een regel van geldend recht is.
Een welbepaald systeem van “ideëel recht” is slechts “ideaal recht” vanuit het perspectief van het
betrokken geloofs- of normensysteem, niet noodzakelijk voor wie daar een andere opvatting over
heeft.
In een theocratie (een staatsvorm waarbij de politieke macht en de religieuze macht samenvallen)
vallen positief recht en ideëel recht (= het goddelijke recht van de godsdienst in kwestie) samen.
BELANGRIJK: Enkel positief recht wordt door de overheid afgedwongen.
1.2.3 DWINGENDE EN WILSAANVULLENDE RECHTSREGELS
DWINGENDE REGELS
Wanneer men spreekt over recht, denkt men aan dwingende regels. Binnen de Belgische
rechtssystematiek vinden we binnen de categorie van dwingende regels nog het onderscheid tussen
regels van openbare orde (= zijn dwingender) en regels van dwingend recht.
2
,1) Regels van openbare orde raken de essentiële belangen van de gemeenschap of bevatten de
juridische grondslagen waarop de maatschappelijke ordening rust. De rechter moet deze ALTIJD
toepassen en degene die erdoor beschermd wordt kan geen afstand doen van de bescherming die
deze regels bieden.
• Voorbeeld: Moord is een misdrijf en dus verboden: je mag niemand vermoorden. Dat is een
regel van openbare orde. Indien twee partijen een overeenkomst zouden sluiten waarbij zij
akkoord gaan dat de ene de andere mag vermoorden tegen betaling, dan is die overeenkomst
absoluut nietig. De rechter mag bv. na de feiten nooit de betaling bevelen, ook al wordt de
nietigheid door geen van de partijen (bv. de erfgenamen van de vermoorde) ingeroepen. Het
slachtoffer mag geen afstand doen van de bescherming van deze regel, niet voor de
overeenkomst gesloten wordt en niet erna.
2) Dwingende regels: De overeenkomst die er afbreuk aan doet is slechts “relatief” nietig. De rechter
moet die nietigheid niet ambtshalve inroepen en de partij die erdoor beschermd wordt mag van die
bescherming afstand doen zodra hij/zij in de beschermde positie zit.
• Voorbeeld: In Brussel bestaan specifieke regels voor studentenhuurovereenkomsten. Een van
die regels bepaalt dat de verhuurder de overeenkomst slechts kan opzeggen op de
einddatum mits een opzeggingstermijn van minstens drie maanden voor de einddatum. Dit
is een “gewoon” dwingende regel, die niet van openbare orde is. Hij is dwingend, wat betekent
dat partijen er vooraf niet van kunnen afwijken. Indien de overeenkomst zou stipuleren dat
de verhuurder slechts één maand opzeggingstermijn moet geven, dan is dat beding ongeldig
en de overeenkomst potentieel nietig. Maar de beschermde partij (de student) is niet verplicht
zich erop te beroepen. Indien de verhuurder één maand op voorhand opzegt, dan kan de
student zelf beslissen die opzegging toch te aanvaarden en het kot te verlaten. Hij zou op
basis van die dwingende regelde nietigheid van die opzegging kunnen inroepen en toch in het
kot blijven. Maar hij is niet verplicht: de openbare orde verzet er zich niet tegen dat de
opzeggingstermijn van één maand wel degelijk uitwerking zou krijgen omdat de huurder, eens
die beschermd is en dus ook die bescherming zou kunnen inroepen, ervoor kiest dit niet te
doen.
WILSAANVULLENDE OF SUPPLETIEVE REGELS
Het recht kent ook rechtsregels die enkel van toepassing zijn indien partijen geen andere keuze /
afspraken hebben gemaakt. Zij onderscheiden zich van dwingende rechtsregels doordat je er wel op
voorhand kan van afwijken. Dit zijn wilsaanvullende rechtsregels.
Partijen zijn dan vrij de overeenkomst te sluiten die zij willen, maar als hun overeenkomst op bepaalde
punten geen afspraken bevat, dan is de wilsaanvullende regel van toepassing.
• Voorbeeld: Indien je na drie maanden stopt met studeren, mag je je kot dan voor de rest van
de periode onderverhuren aan een vriendin? Als de huurovereenkomst niets voorziet, dan
niet. Onderverhuring is verboden. Maar dit is slechts een wilsaanvullende regel: de partijen
kunnen perfect in de huurovereenkomst anders bepalen en stipuleren dat onderverhuring wél
toegelaten is (eventueel mits bepaalde randvoorwaarden). Als de partijen er niets over
hebben bepaald, dan is de wilsaanvullende rechtsregel van toepassing.
3
, 2 INDELING VAN HET RECHT
2.1 PUBLIEKRECHT EN PRIVAATRECHT
Het publiekrecht…
• regelt de verhouding tussen de burgers en de overheid, alsook de organisatie en werking van
de overheid.
• wordt gekenmerkt door de verticaliteit: de overheid maakt de rechtsregels en dwingt ze af.
• omvat vooral regels ter regeling en bescherming van het algemeen belang.
• zijn doorgaans regels van openbare orde.
• vragen: hoeveel belastingen moet ik betalen als ik een huis koop…
Het privaatrecht…
• regelt de verhouding tussen burgers onderling.
• wordt gekenmerkt door de horizontaliteit.
• regelt de private belangen van de burgers.
• zijn meer suppletieve regels: je kan er contractueel van afwijken.
• vragen: mogen mijn ouders mij onterven, mag ik huwen met iemand van hetzelfde geslacht…
Het onderscheid is niet meer zuiver. Sommige rechtstakken zijn hybride, in de zin dat ze kenmerken
van beide vertonen.
2.2 DE INDELING VAN HET RECHT IN RECHTSTAKKEN
Het objectief recht bestaat uit onnoemelijk veel regels. Om de hanteerbaarheid van het recht te
bevorderen, worden deze regels ingedeeld in rechtstakken.
Een rechtstak is dan een geheel van regels die een welbepaald domein van het recht betreffen =
een groep regels met betrekking tot een welbepaald aspect van de maatschappelijke ordening.
1) Het staatsrecht (= grondwettelijk recht) omvat de basisregels met betrekking tot de indeling van
de Staat zoals geregeld in de Grondwet.
2) Het bestuursrecht (= administratief recht) regelt de organisatie en de werking van “het bestuur” of
“de administratie”, met andere woorden de uitvoerende macht op de diverse overheidsniveaus.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kionadewitte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.58. You're not tied to anything after your purchase.