Volledige en uitgebreide samenvatting van het vak btw, gegeven door S. Breuval in het tweede semester van het tweede jaar KMO en ondernemen aan UCLL (Leuven). Gemaakt in 2022.
Belasting over de toegevoegde waarde
1e vraag: wie is btw-
Belasting op goederen en diensten
plichtig?
Belasting op het verbruik
Pas op vrijstellingen
Elke btw-plichtige moet aan zijn klanten btw
Nadeel: niet aftrekbaar
aanrekenen
De eindverbruiker draagt deze belasting
2) EEN STUKJE GESCHIEDENIS
11 april 1967: invoering van een
gemeenschappelijk btw-stelsel door België, EU geeft richtlijnen uit
Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en geen wet, maar een richting.
Nederland Dus de nationale wetgeving
Eerste en tweede richtlijn: volgens deze moet zich aanpassen aan die
moesten de toenmalige EEG-lidstaten het richtlijnen. Om iedereen op
btw-stelsel invoeren de zelfde lijn te krijgen en het
Uitstel tot 1 januari 1972 op vraag van systeem draaiende te
België en Italië (3e, 4e en 5e richtlijn) houden.
1 januari 1971: invoering van de btw in België
Oorspronkelijk 4 tarieven: 6 %, 14 %, 18 % (normaal btw-tarief) en 25 %
(weeldevoorwerpen)
Vanaf 1 januari 1996 tot op heden bleef het normaal btw-tarief op 21 %
Eerste grote aanpassing van de Belgische btw-wetgeving op 1 januari 1978
Omzetting van de Zesde Btw-Richtlijn (Richtlijn 2006/112/EG) in het WBTW
Doorheen de tijd werden diverse aanpassingen gedaan om misbruiken tegen
te gaan en om het btw-systeem te verbeteren
Er waren de eerste stappen naar een gemeenschappelijk stelsel, maar nog
geen wetboek die kwam pas na de 6e richtlijn
3) EUROPEESRECHTELIJK GEHARMONISEERD
Het Belgisch btw-wetboek (WBTW) en
EU zorgt ervoor dat we samen op
haar uitvoeringsbesluiten zijn de
één lijn zitten, maar we moeten ook
omzetting van verschillende Europese
wel een deeltje afstaan aan de EU.
richtlijnen en verordeningen.
Rechtspraak van het Hof van Justitie (HvJ) Hof van Justitie raadplegen voor
dus voornamelijk van belang! extra uitleg voor vragen over
btw problemen.
Prejudiciële vragen: nationale 1
rechter kan geen beslissing
nemen en moet dit vragen aan
een hoger persoon, die gaat
, Spreekt zich uit over prejudiciële vragen (van nationale rechters) over de
interpretatie v.d. btw-richtlijn en over inbreukprocedures opgestart door de
Eur. Commissie wegens niet-nakoming v.d. verplichtingen door nationale
overheden (bijv. niet-tijdige omzetting van een richtlijn in nationaal recht)
4) RECENTE BTW-WIJZIGINGEN
BREXIT
Voor btw zeer belangrijk (goederen over grenzen voeren binnen of buiten EU)
Intracommunautaire rechten = goederen binnen de EU invoert of uitvoert
Invoer of uitvoerrechten = als je goederen buiten de EU invoert of uitvoert
Dus het Verenigd koninkrijk behoort niet meer tot het btw-gebied
Let op: Noord-Ierland hoort bij het Verenigd koninkrijk, maar nog tot 2024
gelden de EU regels voor btw voor GOEDEREN
Let op casus dan moet je dit goed weten !!
E-commerce
Nieuwe btw-regels voor e-commerce: OSS-regeling i.p.v. MOSS-regeling
Bestaat uit 3 regelingen: unieregeling, niet-unieregeling en invoerregeling
(IOSS)
Medische prestaties
Er was een vrijstelling voor medische prestaties, maar deze gelde enkel voor
gereglementeerde medische beroepen. Nu is de medische vrijstelling
aangepast
5) BELANG VAN BTW
Belangrijke bron van inkomsten voor de federale overheid
De indirecte belasting die de hoogste ontvangsten genereert – de ontvangsten
inzake btw bedragen 25 % van de totale Belgische fiscale ontvangsten (44%)
Een ‘gedeelde’ belasting:
Grootste deel aan federale overheid (sociale zekerheid) &
gemeenschappen
Ander deel van de ontvangen btw wordt afgedragen aan de Europese Unie
6) INVLOED VAN EEN BTW-VERHOGING
Algemene btw-verhoging = regressieve invloed op de verdeling van de
belastingdruk (voor iedereen hetzelfde dus voor een laag inkomen is het
erger)
Btw is een consumptiebelasting: de gemiddelde (belasting)druk zal immers
dalen naarmate het inkomen van de consument stijgt. (consumptiebelasting:
je consumeert iets, je bent de eindgebruiker)
De lagere inkomstencategorieën zullen relatief gezien het meest getroffen
worden bij een algemene btw-verhoging.
2
, Nuance: bepaalde basisgoederen (bijv. voedsel) onderworpen aan een
verlaagd btw-tarief. (dit zijn noodzakelijke goederen)
7) TARIEVEN
3
, 0% tarief:
= goederen die normaal gezien aan een btw tarief belast zou moeten worden, maar
beslist hebben dit niet de doen (noodzakelijk) of ze weten nog niet welk tarief het
gaat zijn (krant, levering vaccins, diensten van advocaten,…)
6% tarief:
= noodzakelijke goederen en diensten
12% tarief:
= let op: maaltijd op restaurant is 12%, maar het drinken is 21%
21% tarief:
= al de rest
8) ALGEMENE PRINCIPES
Belasting op consumptie:
Btw belast de besteding van economische middelen (inkomsten of vermogen)
Eindverbruiker/consument draagt uiteindelijk de btw
De inning door de handelaar (belastingplichtige) en stort dit naar de staat
bij elke transactie in het productie- en distributieproces.
Indirecte belasting:
De economische drager van de btw (de consument) verschilt van degene die
de btw moet betalen aan de Schatkist.
De belastingplichtige is de handelaar.
Indirecte belastingen worden afzonderlijk per transactie geïnd.
Onderscheid met directe belasting, zoals bijv. de inkomstenbelasting:
Degene die de belasting economisch draagt, is dezelfde persoon als
degene die de belasting betaalt aan de fiscus
Deze worden periodiek geïnd via een aanslagbiljet
Aftrek van voorbelasting:
Regel die voorkomt dat de btw drukt op een afnemer die de goederen of
diensten verder gebruikt in het productie- of distributieproces
Een ondernemer kan de btw die hij betaald heeft op de aankoop van goederen
of diensten (voorbelasting) die hij in het productie- of distributieproces van zijn
onderneming gebruikt, aftrekken van de btw die hij zelf heeft aangerekend
aan zijn klanten op de verkoop van goederen en diensten
De ondernemer moet dus slechts het verschil doorstorten aan de staat (of
terugkrijgen), indien hij minder btw aanrekent aan zijn klanten dan hij zelf in
eerste instantie afgedragen heeft
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MK2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.