Methodiek semester 2 turnen
Inhoudsopgave
Ontwikkeling gebruik minitrampoline in het onderwijs:........................................................................3
Ministerie van onderwijs en wetenschappen (1980)..........................................................................3
Koninklijke vereniging leraren LO (1989, december):.........................................................................3
Concept nieuwe circulatie m.b.t. gebruik van minitramp (1989, april):.............................................4
Intrekking circulaire minitrampoline:.....................................................................................................4
Minitramp springen en vlakverandering:...............................................................................................4
Technische uitgangspunten:...............................................................................................................5
Methodische uitgangspunten en leerlijn............................................................................................6
Veiligheid technische uitgangspunten:...............................................................................................6
Salto voorover........................................................................................................................................7
Eenvoudige mechanica.......................................................................................................................7
Salto voorover vanaf de minitrampoline..............................................................................................10
Een goede beginsituatie scheppen:..................................................................................................10
Salto vanuit rollen naar en op verhoogd vlak:..................................................................................10
Salto vanuit tipsalto:.........................................................................................................................10
Zweefrol: icarusprobleem.....................................................................................................................11
Verschil in zweefrol en rol naar verhoogd vlak:................................................................................11
Bewegingsverloop zweefrol:.............................................................................................................11
Belang goede afzet voor correcte landing:.......................................................................................12
Gang van het leren bij de zweefrol:..................................................................................................13
Gebruik van afzetmiddelen bij de zweefrol:.....................................................................................13
Turnen als activiteit gebied..................................................................................................................14
Duidingskader...................................................................................................................................15
Betekenisgebieden binnen het activiteitsgebied turnen......................................................................15
Het duiden van motorische betekenissen............................................................................................15
Conventies binnen het turnen..............................................................................................................16
Een introductie in motorische betekenissen........................................................................................16
Betekenisgebied springen....................................................................................................................17
Mogelijkheden voor het doen van leervoorstellen:..........................................................................17
Mogelijkheden voor het samenstellen van arrangementen:............................................................17
Betekenisgebied zwaaien.....................................................................................................................18
1
, Mogelijkheden voor het doen van leervoorstellen:..........................................................................18
Mogelijkheden voor het samenstellen van arrangementen.............................................................19
Betekenisgebied balanceren................................................................................................................20
Mogelijkheden voor het doen van leervoorstellen...........................................................................20
Manieren van balanceren.................................................................................................................20
Mogelijkheden voor het samenstellen van arrangementen.............................................................21
Zwaaien................................................................................................................................................22
Zwaaien in vouwhang aan de ringen:...............................................................................................22
Vouwhang afzwaai, vanaf verhoging wegzwaaien en aan einde voorzwaai afzwaaien:...................23
Zwaaien in strekhangzwaai vanaf verhoging en met ondersprong/golfbeweging afzwaaien...........23
Opzetten van een schommel door middel van hangen (h7 schommelboekje):................................24
Staand schommelen, voor afspringen (h15 schommelboekje):........................................................25
Buikoverslag, vanuit steunzwaai op trapeze voorover afduikelen:...................................................26
Springen...............................................................................................................................................27
Doorgeefluik, Jojoën met doorgeven:..............................................................................................27
Handstond overslag vanaf verhoogd vlak:........................................................................................27
Handstandoverslag met minitramp:.................................................................................................28
Rollen op verhoogd vlak:..................................................................................................................29
Salto voorover:.................................................................................................................................29
De (tip)salto op een schuin aflopend landingsvlak:..........................................................................30
(tip)salto over een verhoogd vlak:....................................................................................................30
Springen van de salto achterover vanuit de minitramp:...................................................................31
2
, Theorie minitramp springen
Ontwikkeling gebruik minitrampoline in het onderwijs:
- 1953: minitramp in Eu vanuit Amerika. Minitramp doet intrede in wedstrijdsport.
- 1965-1967: minitramp verschijnt in gymzalen en word toegepast in onderwijs.
- 1973: minitramp springen wordt opgenomen in methodische didactische scholing in
examenprogramma van akte M.O.
- 1976: artikel Der sprung in den rollstuhl.
- 1977: voorlopig verbod op minitramp in onderwijs door ernstige ongevallen.
- 1980: opheffing verbod onder strikte voorwaarden (nascholingscursus voor afgestudeerden voor
1973)
- 1985-1986: instelling ‘commissie minitrampoline’ bekritiseert concept en ontwerpt concept voor
nieuwe doeltreffende circulaire.
- 1989: KVLO adviseert wijziging circulaire, concept 28-02-1980 nieuwe circulaire.
- 1990: circulaire word niet gewijzigd maar snel ingetrokken.
- 1991: 23 april, intrekking aanwijzingen gebruik minitramp, verantwoord gebruik.
Ministerie van onderwijs en wetenschappen (1980)
Verbod opgeheven met de voorwaarde:
1. Minitramp mag alleen worden gebruik door leraren LO die didactische en methodisch geschoold
zijn.
2. Minitramp moet met een landingsmat worden gebruikt/aangeschaft.
3. Eisen minitramp: juiste spanning, vergrendeling van verstelbare staanders, goede stabiliteit,
antislip blokjes onder staanders, volledige bescherming verende systeem (dekje).
4. Eisen landingsmat: afmeting 3x2x0.3, schokdemping en stabiliteit, antislip laag aan de onderkant
en een strak blijvende hoes.
5. Minitramp moet in (mogelijk) afsluitende ruimte worden opgeborgen, zodat alleen kundige
docenten gebruik maken.
6. Springen met minitramp moet in de uitwerking van selectie LO zijn opgenomen.
Koninklijke vereniging leraren LO (1989, december):
Bezwaar:
1. Kwaliteit en functie eisen minitramp en landingsmat.
2. Verplichting van gebruik van landingsmat in gevallen waarbij een minitramp deel uit maakt van
een bewegingssituatie.
3. Uitdrukkelijk verbod de minitramp en/-of landingsmat te gebruiken voor aanleren en beoefenen
van de zweefrol.
Commissie deskundigen is van mening:
1. Formulering van kwaliteit en functie eisen van minitramp en landingsmat met oog op de
aansprakelijkheid en verantwoording is te weinig exact/ concreet.
2. Niet in alle gevallen van gebruik van minitramp is het gebruik van de landingsmat verplicht
gesteld.
3. Het beoefenen van een zweefkoprol, onder voorwaarden, kan toegestaan worden en niet
verboden.
3
, Concept nieuwe circulatie m.b.t. gebruik van minitramp (1989,
april):
Gebruik van minitramp is onder deze voorwaarden toe te staan: (advies gebruik minitramp)
1. Minitramp alleen gebruiken door didactisch en methodisch geschoolde leraren.
2. Bij springvormen met minitramp waarbij afzet rechtstreeks gevolgd wordt door een landing altijd
een landingsmat gebruiken.
3. Oefenen van zweefkoprol in combinatie met de minitramp mag alleen met een verhoogd
landingsvlak (niet te hoog).
4. Bij minitrampolinespringen moet vanghulp zijn.
5. Bij geen gebruik van de minitramp mag deze niet gebruiksklaar gezet worden.
6. Er kunnen meerdere minitramps tegelijk gebruikt worden mits punten 2,4 en 5 worden voldaan.
7. Springen met minitramp moet opgenomen zijn in het deelschoolwerpplan lo van de school.
Intrekking circulaire minitrampoline:
Bezwaren tegen de circulaire:
1. Formulering kwaliteit en functie eisen minitramp en landingsmat.
2. Verplichting gebruik landingsmat bij situaties waar minitramp deel uit maakt van
bewegingssituatie.
3. Verbod op minitramp en/- of landingsmat te gebruiken voor aanleren zweefkoprol.
4.
Minitramp springen en vlakverandering:
Hoger landingsvlak= afzetvlak lager
Lagere landing= afzetvlak hoger
Minitramp en vlakveranderingen:
- Schuin vlak: de afzet gaat omhoog en de landing omlaag. Essentieel is dat dit binnen een vlak
gebeurt en continu verloopt. Deze vorm is voor rolvormen, omdat de heupen makkelijk boven de
schouders komen en de lln daardoor makkelijker in de rol fase komt en de afwikkeling van de rug
bij een mindere rolsnelheid toch optimaal verloopt.
- Laag afzetvlak met hoog landingsvlak: de schokdemping is afhankelijk van de hoogte die men
bereikt. Bij meer hoogte neemt de snelheid die gedempt moet worden progressief toe. Nu kan er
hoogte energie ontwikkeld worden, maar die hoeft niet opgevangen te worden omdat de landing
maar onder een klein stukje van het hoogste punt van de sprong ligt. Methodisch is de salto
rondom het hoogste punt van de sprong. Door dit arrangement word de springer tot een goede
technische uitvoering gedwongen. Dit is peaking. Ideaal is: lang stijgen, kort draaien en lang
dalen. De eerste twee fasen worden op het verhoogde vlak op een veilige wijze afgedwongen,
terwijl er een weinig belaste landing plaats vindt.
- Hoog afzetvlak met lage landing: deze methodische bedoeling is voor bewegingen waar de
fysieke kracht nog niet voldoende aanwezig is en de gewenste bewegingservaring techniek laag
is. Een voorbeeld is diepspringen. Van hoog naar laag. Uit veiligheid word de landing van het
verhoogde vlak gemaakt op een landingsmat.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zola99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.