In deze samenvatting staan de volgende hoofdstukken: 7,8,9,10 en 15 voor de tweede toets van het onderdeel Recht vanuit de module Diversiteit en Sociale Inclusie voor de opleiding Social Work.
Boek: Mens en Recht
Hoofdstukken: 7, 8, 9, 10 en 15
GI= gecerti ceerde instellingen
Pleegoudervoogdij betekent dat een pleegouder met een pleegcontract de voogdij heeft. De
pleegoudervoogd is de wettelijk vertegenwoordiger van het pleegkind. Voogdij betekent dat
iemand anders dan de ouders de zeggenschap over een kind heeft
Hoofdstuk 7: Samenlevingsvormen en scheiding
Het personen- en familierecht heeft belangrijke wijzigingen ondergaan op het gebied van het
huwelijk tussen personen van gelijke sekse, het geregistreerd partnerschap, het naamrecht,
echtscheiding en het gezag over en omgang met jeugdigen na echtscheiding.
Professionals in zorg en welzijn moeten weten wat de rechten en verplichtingen zijn van personen
in een familierelatie. Deze regels bepalen de rechtspositie van de verschillende personen in
problematische gezinssituaties.
Het personen- en familierecht is een onderdeel van het burgerlijk recht. Binnen het burgerlijk recht
neemt het personen- en familierecht een opmerkelijke plaats in, omdat hierin familierechtelijke
betrekkingen worden geregeld in plaats van op geld waardeerbare relaties.
Volgens de wet is een persoon iemand die rechten en plichten heeft. Hij heeft dan persoonlijkheid
volgens het recht. Een andere formulering hiervoor is: rechtssubject zijn.
Een baby kan rechten en plichten niet uitoefenen maar is wel een rechtssubject. Op de regel dat
persoonlijkheid ontstaat bij de geboorte, bestaat er echter een uitzondering: een ongeboren kind
wordt als geboren beschouwd, als dit in het belang van dat kind is.
De wet verplichte geestelijke gezondheidszorg: kan gedwongen zorg worden opgelegd aan de
ouder wiens gedrag als gevolg van een psychische stoornis tot ernstig nadeel leidt voor zichzelf
of een ander. (Die ander kan een nog ongeboren kind zijn). De wet zorg en dwang bepaalt
hetzelfde.
Bloedverwantschap: de betrekking die bestaat tussen personen die rechtstreeks van elkaar
afstemmen of die een gemeenschappelijke stamvader afstand moeder hebben. Het gaat altijd om
een relatie tussen personen binnen een familie.
Het recht maakt onderscheid tussen biologische- en juridische bloedverwantschap: juridische
bloedverwantschap is bloedverwantschap die ontstaat ten gevolge van een juridische relatie die
tot stand is gekomen. Hierbij is het niet nodig dat de ouder ook biologisch een bloedverwant is.
En niet elke biologische bloedverwant is ook een juridische bloedverwant.
Biologisch: je bent de moeder/vader van je eigen kind. Juridisch: je erkent het kind. Je kan dus 1
of beide zijn.
De ouder en grootouder van een kind zijn bloedverwanten in de rechte lijn van het kind. De mate
waarin iemand bloedverwant is, wordt uitgedrukt in graden. Eerstegraads is de vader/moeder,
tweedegraads is de opa/oma.
Aanverwantschap: ontstaat alleen door het huwelijk en het geregistreerd partnerschap. Het is de
relatie tussen de echtgenoot of geregistreerd partner en de bloedverwanten van diens partner. In
de volksmond noemt men dit ook wel de koude kant. Het gaat hierbij dus om de familie van je
partner. Bij aanverwantschap is het bijzonder dat deze blijft bestaan ondanks de beëindiging van
het huwelijk door dood of echtscheiding. Zo blijft nadat man en vrouw zijn gescheiden, de vrouw
aanverwant aan de bloedverwanten van haar ex-man.
Om rechten en plichten te kunnen uitoefenen en aan het rechtsverkeer deel te nemen, is het
hebben van een woonplaats van groot belang. Woonstede: volgens de hoge Raad houdt dit
begrip “de plaats waar iemand werkelijk of naar maatschappelijke opvattingen woont met zijn
gezin, zijn zaken behartigt, of zijn goederen en zijn eigendom beheert" in. Ben je feitelijk afwezig in
je huis, dan blijft de woonplaats toch van belang voor het vervullen van rechten en plichten.
Heeft iemand geen huis, dan wordt de woonplaats het huis waar iemand werkelijk verblijft of een
directe relatie mee heeft.
Het is van belang te weten welke woonplaats iemand heeft, omdat deze:
- De relatieve competentie van de rechter bepaalt,
fi
, - Bepaalt welke gemeente verantwoordelijk is voor jeugdhulp aan ouders en jeugdigen,
- Bepaalt waar een dagvaarding moet worden uitgebracht.
Belangrijke gebeurtenissen van mensen in het persoonlijke leve worden vastgelegd in akten, die
zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Het gaat om gebeurtenissen zoals
geboorte, huwelijk en overlijden. De ambtenaren van de burgerlijke stand houden de registers bij.
Zij worden benoemd door het college van burgermeester en wethouders (B&W) en moeten
daarvoor een eed a eggen. De ambtenaar heeft de bevoegdheid om de overgelegde gegevens te
veri ëren.
In 1998 werd het geregistreerde partnerschap mogelijk voor een man en een vrouw en voor twee
mannen/vrouwen. Per 1 april 2001 is het huwelijk tevens mogelijk voor partners van gelijk
geslacht.
Het huwelijk is een familierechtelijke overeenkomst, gesloten tussen twee personen. Het is geen
overeenkomst.
Er is sprake van een huwelijk als het tot stand komt op de manier zoals het in de wet is
voorgeschreven. De huwelijksvereisten zijn: meerderjarig, niet psychisch gestoord, ongehuwd
zijn, niet elkaar bloedverwant zijn.
Een aanstaand huwelijk kan worden voorkomen als er sprake is van dwang bij een of beide
personen. Een bestaand huwelijk wordt nietig verklaard als er sprake is van een dwang situatie.
(Vervalt als echtgenoten meer dan 3 jaar zonder dwang hebben samengewoond)
Na het kenbaar maken van het huwelijk onderzoekt de ambtenaar de bescheiden die hij heeft
ontvangen van beide partners. Onder huwelijksbescheiden wordt onder meer verstaan:
geboortegegevens, bewijs echtscheiding van een eerder huwelijk.
Tijdens het sluiten van het huwelijk bestaat nog een aantal formaliteiten. De toekomstige
echtgenoten moeten in aanwezigheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand verklaren dat zij:
“elkander aannemen tot echtgenoten en dat zij getrouw alle plichten te zullen vervullen die die
door de wet aan de huwelijkse staat worden verbonden”. Van het huwelijk wordt een akte
opgemaakt die door de ambtenaar, de echtgenoten en de getuigen wordt ondertekend.
Enkele belangrijke rechtsgevolgen van het huwelijk zijn: elkaars achternaam gebruiken als zij dat
wensen, ze zijn elkaars getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd, kinderen verzorgen en gezag
erover.
Beperkte gemeenschap van goederen: privégoederen en privéschulden van voor het huwelijk
vallen niet in deze gemeenschap. Wel de goederen en schulden die tijdens het huwelijk zijn
ontstaan.
Algehele gemeenschap van goederen: bijna alle goederen en schulden die echt genoten in het
huwelijk meegebracht hebben gemeenschappelijk zijn, dit geldt ook voor de goederen die worden
aangeschaft en schulden die ontstaan tijdens het huwelijk.
Huwelijkse voorwaarden: aanstaande echtgenoten kunnen ook voordat ze trouwen door een
notaris laten vastleggen van welk deel van het vermogen en goederen de ene partner eigenaar is
en van welk deel de andere.
Het geregistreerd partnerschap is naast het huwelijk een nieuwe burgerlijke staat. “Als u trouwt,
moet u elkaar het 'ja-woord' geven. Bij een geregistreerd partnerschap is dit niet verplicht” en
“Minder kosten en makkelijker scheiden” is het verschil tussen trouwen en geregistreerd
partnerschap.
Partners kunnen gaan samenwonen zonder dat daar formaliteiten mee zijn gemoeid.
Samenwonenden erven niet van de partner, wat we het geval is bij het huwelijk en het
geregistreerde partnerschap.
Scheiding is niet alleen echtscheiding maar ook om de gevolgen van beëindiging van een
geregistreerd partnerschap en van samenwoning. Er zijn regels opgenomen ter bevordering van
voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Er is bepaald dat ouders met kinderen verplicht
een ouderschapsplan moeten opstellen voordat ze mogen scheiden. Er is sprake van een
complexe scheiding als de scheiding zo con ictueus verloopt dat de ouders het belang van de
andere ouder en of het belang van de kinderen uit het oog verliezen.
fi fl fl
, Echtscheiding is een van de vier manieren waarop een huwelijk eindigt. Dit gebeurt door een
beslissing van de rechter op verzoek van een echtgenoot of op gezamenlijk verzoek van beide
echtgenoten. Andere manieren waarop een huwelijk kan eindigen:
1. Een huwelijk eindigt door de dood van echtgenoot.
2. Als een persoon is vermist en er een verklaring van (vermoedelijk) overlijden is afgegeven
eindigt het huwelijk met deze vermiste person en als de partner getrouwd of een geregistreerd
partnerschap aangaat met een ander.
3. De ontbinding van het huwelijk na een scheiding van tafel en bed. De scheiding van tafel en
bed beëindig namelijk niet het huwelijk.
4. Echtscheiding
Om een huwelijk door een echtscheiding te ontbinden is een rechterlijke beslissing nodig. In de
rechterlijke beslissing is de grond voor echtscheiding geformuleerd. Het verzoek tot echtscheiding
kan op twee manieren bij de rechter worden ingediend:
1. Met een verzoekschrift door een van de echtgenoten.
2. Met een gemeenschappelijk verzoekschrift van de echtgenoten.
De wetgever wil dat ouders een door hen samen ondertekend ouderschapsplan maken waarin
allerlei zaken rondom minderjarige kinderen worden vastgelegd. Dit plan drinkt ouders het welzijn
van hun kinderen voorop te stellen en goed te communiceren. Het verzoekschrift tot
echtscheiding dient een ouderschapsplan te bevatten.
Ouders moeten in het verzoekschrift tot echtscheiding vermelden op welke wijze de kinderen bij
het ouderschapsplan zijn betrokken. Moeilijke punten zijn vaak de nanciële zaken, het vaststellen
van de o ciële woonplaats van de kinderen en de omgang met de andere ouder en de vakanties.
De volgende zaken moeten in het plan worden geregeld: kosten voor verzorging en opvoeding,
opvoedtaken verdelen en de wijze waarop ouders elkaar informeren.
Als ouders niet tot dit plan komen kan op een andere wijze aan de wettelijke vereisten worden
voldaan. De rechter beoordeeld of de ouders het plan niet kunnen overleggen op basis van
concrete omstandigheden van de situatie de rechter heeft twee mogelijkheden:
1. Ouders toestaan om voort te procederen over co-ouderschap.
2. Ouders naar een mediator verwijzen.
De ouder die wel wil scheiden is de verzoeker, de ouder die niet wil scheiden of een andere
mening heeft is de verweerder. De verzoeker dient de gevolgen van de echtscheiding in, de
verweerder mag hierop reageren. De rechter neemt een beslissing op het verzoekschrift en
bepaald op grond van de wettelijke regelingen, het ouderschapsplan of andere stukken en de
aangedragen argumenten van beide partners in zijn echtscheidingsbeschikking de gevolgen van
de echtscheiding:
- Hij stelt vast dat het huwelijk duurzaam is ontwricht,
- De hoogte van de alimentatieplicht,
- Hij bepaalt het recht op pensioenverevening,
- Omgangsregeling vaststellen,
- Woning en inboedel en verdeling huwelijksgoederengemeenschap.
Echtscheidingsconvenant: overeenkomst die door beide echtgenoten wordt gesloten waarin de
rechtsgevolgen van de echtscheiding zijn geregeld. Dit geldt alleen bij een gezamenlijk verzoek.
Echtscheidingsnotaris: voor het regelen van een echtscheiding kunnen ouders ook een notaris
inschakelen. De echtscheiding vindt dan plaats in twee stappen. Notarissen bieden op dit
moment echtparen met en zonder kinderen de gelegenheid om een notariële akte
(Echtscheidingsconvenant) op te stellen waarin paren alle zaken rond om de echtscheiding
regenen tevens wordt de huwelijksgoederengemeenschap afgewikkeld. Na het opstellen van het
convenant wordt namens de echtgenoten het gemeenschappelijke verzoekschrift ingediend bij de
rechtbank. De notariële akte wordt toegevoegd. De notaris is niet bevoegd dit zelf te doen.
Vanaf het moment dat een echtscheidingsprocedure is gestart verstrijkt een bepaalde tijd totdat
de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven. Voor de periode tot de inschrijving in de registers
worden vaak ordemaatregelen of noodmaatregelen getro en die een voorlopig karakter hebben.
Dit wordt de voorlopige voorzieningen genoemd die door de rechter worden getro en
bijvoorbeeld:
- Toewijzing woning,
ffi ff fi ff
, - Beschikbaar stellen van de goederen voor de andere partner,
- Bedrag te betalen aan de andere partner voor levensonderhoud,
- Toevertrouwing van de kinderen aan een van de ouders.
Het partnerschap tussen partijen kan ook op andere manieren eindigen: (naast dood, vermissing
of met een ander verder gaan)
- Wederzijds goedvinden: dit kan zonder tussenkomst van de rechter. De partners dienen een
verklaring in en deze moet door een of meerdere advocaten of notarissen zijn ondertekend.
Deze wijze van beëindiging is verboden als er minderjarige kinderen zijn. Uit deze verklaring
moet blijken dat beide partijen een overeenkomst hebben gesloten waarin zij in
overeenstemming een aantal zaken hebben geregeld.
- Ontbinding door de rechter: deze lijkt het sterkst op de echtscheidingsregeling op verzoek van
een van de echtgenoten. Deze procedure geldt als een van beide partners niet wil ontbinden of
als een minderjarige kinderen zijn. De procedure begint met een verzoekschrift van de
verzoeken de partner, de andere partner kan zich verweren. Er volgt dan een mondelinge
behandeling en de rechter spreekt een ontbindingsbeslissing uit.
- Omzetting naar huwelijk. Omzetten huwelijk naar geregistreerd partnerschap is niet mogelijk.
Voor de beëindiging van het samenwonen hoeft geen procedure te worden gevoerd. Indien
samenwonenden als ouders het gezamenlijke gezag hebben geregeld dan zijn zij verplicht een
ouderschapsplan op te stellen.
Alimentatie is een uitkering voor de kosten voor levensonderhoud voor de ex-partner en de
kinderen. Vaak is hier onenigheid over om die reden is de uitkering in de wet geregeld. Deze
regels zijn tevens van toepassing op het geregistreerde partnerschap. De hier beschreven
regelgeving geldt dus voor zowel de echtscheiding als de ontbinding van het geregistreerd
partnerschap. (Het geldt niet bij samenwonenden)
Na de scheiding is een ex-partner verplicht de andere partner een uitkering te geven voor
levensonderhoud als deze zelf niet voldoende inkomsten heeft. Er wordt wel ge eist dat er
inspanningen worden verricht om een eigen inkomen te voorzien door bijvoorbeeld een baan te
accepteren. Ex-partners hebben de vrijheid om alimentatie afspraken te maken over de hoogte en
de duur van de alimentatie. Ze kunnen ook vaststellen dat er geen alimentatie wordt betaald: de
zogenoemde nihilbeding. Soms heeft iemand er wel recht op maar wordt het niet gedaan omdat
diegene zich niet goed heeft gedragen.
Ex-partners kunnen tijdens de scheiding zelfde hoogte van de alimentatie bepalen en in het
echtscheidingsconvenant vastleggen. Er bestaan aanbevelingen voor de vaststelling van de
hoogte, de aanbevelingen noemt men tremanormen.
Voor de vaststelling van het bedrag gelden twee beginselen:
1. De draagkracht van de ex partner die het moet verstrekken. De betalende noemt men de
plichtige.
2. De behoefte van de partner en de kinderen die alimentatie gaan ontvangen. De ontvangende
en de kinderen noemt men de alimentatiegerechtigden.
Draagkracht: het geld bedrag waar over een ex partner beschikt met aftrek van de kosten voor
het levensonderhoud voor zichzelf.
Behoefte: de behoefte dat het nodig is om alimentatie te betalen of te ontvangen.
De alimentatieplicht eindigt op het moment dat deze gaat samenwonen als ware zij gehuwd of
een geregistreerd partnerschap aangegaan, zich als partner laat registeren of trouwt met een
ander. Alimentatie gaat in op het moment dat de scheiding wordt ingeschreven.
Het aantal jaren dat alimentatie aan de ex-partner moet worden betaald is beperkt tot twaalf jaar.
Als het huwelijk niet langer heeft geduurd dan vijf jaar en er geen kinderen zijn geboren uit dit
huwelijk, moet alimentatie worden betaald voor de duur van het huwelijk.
De kinderalimentatie heeft voorrang boven de alimentatie voor de ex-echtgenoot.
Kinderalimentatie wordt per kind vastgesteld en in het verzoekschrift opgenomen. “De niet-
verzorgende ouder is verplicht om nancieel voor de kinderen te blijven zorgen. Dit heet een
onderhoudsplicht of alimentatieplicht. Het bedrag dat voor het onderhoud van de kinderen wordt
betaald heet de kinderalimentatie.”
fi
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienfonk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.