,Inhoudsopgave
JEUGDRECHT ........................................................................................................................................... 1
BLOK 1: INLEIDING JEUGDRECHT, DE MINDERJARIGE EN INTERNATIONAAL KADER
ORGANISATIE CIVIEL JEUGDRECHT, KINDERMISHANDELING EN HET VRIJWILLIGE KADER ........ 4
HOORCOLLEGE 1: INLEIDING JEUGDRECHT, DE MINDERJARIGE EN INTERNATIONAAL KADER ... 5
Kennisclip 1: Inleiding in het jeugdrecht ..................................................................................................... 5
Kennisclip 2: De minderjarige ..................................................................................................................... 11
Kennisclip 3: Internationaal kader .............................................................................................................. 19
HOORCOLLEGE 2: ORGANISATIE CIVIELE JEUGDRECHT, KINDERMISHANDELING EN HET
VRIJWILLIGE KADER ............................................................................................................................ 27
KENNISCLIP 1: ORGANISATIE CIVIELE JEUGDRECHT ............................................................................................ 27
KENNISCLIP 2: KINDERMISHANDELING ............................................................................................................... 36
KENNISCLIP 3: HET VRIJWILLIGE KADER ............................................................................................................. 40
BLOK 2: KINDERBESCHERMINGSMAATREGELEN, DE ONDERTOEZICHTSTELLING EN DE
MACHTIGING UITHUISPLAATSING, DE GESLOTEN PLAATSING, BEËINDIGING VAN HET GEZAG
EN VOOGDIJ .......................................................................................................................................... 46
HOORCOLLEGE 3: KINDERBESCHERMINGSMAATREGELEN, DE ONDERTOEZICHTSTELLING EN DE
MACHTIGING UITHUISPLAATSING ..................................................................................................... 47
KENNISCLIP 1: KINDERBESCHERMINGSMAATREGELEN ........................................................................................ 48
KENNISCLIP 2: DE ONDERTOEZICHTSTELLING (DEEL 1) ....................................................................................... 53
KENNISCLIP 2: DE ONDERTOEZICHTSTELLING (DEEL 2) ....................................................................................... 58
KENNISCLIP 3: DE MACHTIGING UITHUISPLAATSING ........................................................................................... 62
HOORCOLLEGE 4: DE GESLOTEN PLAATSING, DE GEZAGSBEËINDIGENDE MAATREGEL EN
VOOGDIJ ................................................................................................................................................ 69
KENNISCLIP 1: DE GESLOTEN PLAATSING ............................................................................................................ 69
KENNISCLIP 2: DE BEËINDIGEN VAN HET GEZAG ................................................................................................. 74
KENNISCLIP 3: VOOGDIJ ...................................................................................................................................... 79
BLOK 3: INTRODUCTIE JEUGDSTRAFRECHT EN MATERIEEL JEUGDSTRAFRECHT ........................ 83
HOORCOLLEGE 5: INTRODUCTIE JEUGDSTRAFRECHT...................................................................... 84
KENNISCLIP 1: DE ONTWIKKELING VAN HET JEUGDSTRAFRECHT ......................................................................... 84
KENNISCLIP 2: JEUGDCRIMINALITEIT .................................................................................................................. 90
KENNISCLIP 3: HET INTERNATIONAAL STRAFRECHTELIJK KADER ......................................................................... 93
HOORCOLLEGE 6: MATERIEEL JEUGDSTRAFRECHT .......................................................................... 99
KENNISCLIP 1: DE JEUGDIGE................................................................................................................................ 99
KENNISCLIP 2: HET ADOLESCENTENSTRAFRECHT .............................................................................................. 103
KENNISCLIP 3: STRAFFEN EN MAATREGELEN ..................................................................................................... 107
BLOK 4: FORMEEL JEUGDSTRAFRECHT EN PENITENTIAIR JEUGDRECHT .................................... 113
HOORCOLLEGE 7: FORMEEL JEUGDSTRAFRECHT & PENITENTIAIR JEUGDRECHT ...................... 114
KENNISCLIP 1: SPECIFIEKE BEPALINGEN EN HET TRAJECT TOT AAN DE RC ........................................................ 114
KENNISCLIP 2: HET PROCES BIJ DE RECHTBANK ................................................................................................. 118
KENNISCLIP 3: VARIA: VOG EN DNA............................................................................................................... 121
HOORCOLLEGE 8: PENITENTIAIR JEUGDRECHT .............................................................................. 125
KENNISCLIP 1: DE JUSTITIËLE JEUGDINRICHTING ............................................................................................... 125
,KENNISCLIP 2: DE (RECHTS)POSITIE VAN DE JEUGDIGE IN DE JJI........................................................................ 129
KENNISCLIP 3: DE RECHTSPOSITIE VAN DE JEUGDIGE, BEMIDDELING, BEKLAG EN BEROEP ................................. 135
, Blok 1:
Inleiding jeugdrecht, de minderjarige en internationaal kader
Organisatie civiel jeugdrecht, kindermishandeling en het vrijwillige kader
,Hoorcollege 1: Inleiding jeugdrecht, de minderjarige en
internationaal kader
Kennisclip 1: Inleiding in het jeugdrecht
Inhoud kennisclip
• Plaats in het juridisch stelsel
• Bronnen
o Internationaal
o Nationaal
• Onderwerpen
• Beginselen en tendensen
Jeugdrecht?
• Al het recht dat ziet op jeugdigen (personen van 0-18 jaar)
Het Jeugdrecht is een omvangrijk rechtsgebied. Het gaat om alle wettelijke bepalingen die
betrekking hebben op de jeugd. Het betreft al het recht dat jeugdigen c.q. kinderen tot de
18 jaar raakt.
Rechtsgebieden
Het jeugdrecht beslaat niet een rechtsgebied en is niet terug te vinden in één wet. In
hoofdlijnen kun je het jeugdrecht toekennen aan het strafrecht en het civiele recht. Het
jeugdrecht omvat het privaatrecht – het recht tussen burgers onderling – hierbij kan
worden gedacht aan: het gezag van ouders over een kind, maar ook de positie van de
minderjarige zelf (wat mag een kind wel en niet doen in de maatschappij?), welke rechten
heeft een kind en hoe zit het wanneer een kind betrokken raakt in een juridische
procedure? Wanneer de procedure gaat over de rechten van het kind zelf, mag het kind
dan zelf handelen en wanneer? Wordt er geluisterd naar de mening van het kind?
Daarnaast kennen we het jeugdbeschermingsrecht. Dat behoort ook tot het civiele kader.
Dat heeft betrekking op de kinderbeschermingsmaatregelen, zoals de
ondertoezichtstelling oftewel de overheid die ingrijpt in het leven van een kind en het
gezin waartoe dat kind behoort. De ondertoezichtstelling kan leiden tot een
uithuisplaatsing, waardoor het kind gescheiden wordt van zijn/haar ouders. Dit zijn
heftige middelen die de overheid kan inzetten. Wie bepaalt en op basis van welke
gronden dat een kind van zijn/haar ouders gescheiden dient te leven? Welke
verplichtingen heeft de overheid op het moment dat zij zodanig ingrijpt in een mensen
c.q. kinderleven. Het jeugdrecht beslaat ook het strafrecht, dat speelt wanneer een
minderjarige een strafbaar feit pleegt. Wat zijn de regels die op de minderjarige van
toepassing zijn? Wordt een minderjarige anders behandeld dan een volwassene? Zijn er
andere mogelijkheden om de minderjarige te straffen? Kinderen functioneren immers niet
op hetzelfde niveau als een volwassene. Spelen pedagogische aspecten daarbij een
belangrijke rol? Moet het kind ook geholpen worden en op welke manier dan? We
kennen ook het jeugdhulprecht. Dit recht regelt de hulp aan een kind en het gezin in het
,vrijwillige, civielrechtelijke of het strafrechtelijke kader. Deze hulp is georganiseerd
vanuit gemeenten. De bepalen en betalen de hulp aan het kind. Welke organisaties zijn
verder betrokken bij de hulp aan het kind en zijn gezin? Belangrijk is om te kijken naar
wanneer de hulp vrijwillig is en kan zijn. We zullen zien dat die vrijwilligheid niet altijd
zo wordt ervaren. Het jeugdrecht vinden we – behalve in de vier hiervoor genoemde
rechtsgebieden – ook op vele andere terreinen. Denk hierbij aan het onderwijs en wat er
gebeurt als een minderjarige vaak spijbelt? Maar ook in de gezondheidszorg, op het gebied
van het socialezekerheidsrecht en het vreemdelingenrecht. Hoe ga je om met
minderjarigen die op straat komen te staan doordat hun ouders geen verblijfsstatus
krijgen? Dit zijn allemaal vraagstukken die men kan rekenen tot het jeugdrecht. We
focussen ons in dit vak op de vier genoemde rechtsgebieden: het civiele recht, het
jeugdbeschermingsrecht, het jeugdstrafrecht en het jeugdhulp recht. Waarbij we ook het
internationaal recht gaan bestuderen. Het civiele jeugdrecht is nauw verbonden met het
personen- en familierecht. Sommige thema’s van dit rechtsgebied zijn daarom van belang
voor dit vak, zoals het gezag over een kind.
• Privaatrecht, inclusief het jeugdbeschermingsrecht
• Strafrecht
• Jeugdhulprecht
• Internationaal recht
Rechtsgebieden
In dit vak kijken we naar de vragen:
• Wanneer heeft een kind bescherming nodig?
• Wanneer moet een kind gestraft worden en op welke manier dient dit te
gebeuren?
In beide gevallen dient een afweging te worden gemaakt of het kind hulp nodig heeft en
of het gezin van het kind ook hulp nodig heeft. Die hulp moet vervolgens worden
uitgevoerd. In het jeugdrecht krijgen we daarom ook te maken met een veelheid aan
instanties en personen die om het kind c.q. het gezin heen staan.
Internationale bronnen
Het jeugdrecht is nauw verbonden met het internationale recht. Bij de behandeling van
het jeugdrecht dienen de internationale kinderrechten in acht te worden genomen. In de
verdragen, richtlijnen of jurisprudentie van internationaal rechtsprekende instanties
wordt het kind centraal gesteld. Er wordt een vorm gegeven aan de rechtspositie van het
kind. Deze internationale bepalingen spelen door in ons nationale recht en dus in het
jeugdrecht. Soms direct en soms indirect.
• Het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK)
o De rechten van het kind staan centraal in dit verdrag. Dit verdrag speelt een
rol in het civielrechtelijke en strafrechtelijke nationale jeugdrecht.
Nederland heeft dit verdrag bekrachtigd in 1995. Wel met een aantal
voorbehouden. Dit verdrag wordt aangevuld door drie protocollen.
Nederland is geen lid bij het derde protocol. Het IVRK is het meest
geratificeerde verdrag ter wereld. Enkel de Verenigde Staten van Amerika
, heeft dit verdrag niet geratificeerd. Uit angst om hun soevereiniteit op
bepaalde gebieden op te moeten geven.
• De General Comments behorend bij het IVRK
• Het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM)
o Hoewel dit verdrag niet specifiek op de rechten van het kind ziet, heeft het
EHRM bepalingen uit het verdrag al vaker uitgelegd voor kinderen en ook
bepalingen toegepast op de situatie van het kind. Op deze manier werkt dit
verdrag dan ook door in kinderrechten.
• Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
• Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten
• Het Europees Sociaal Handvest
• Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Internationale bronnen (vervolg)
Internationale richtlijnen:
• De Beijing Rules
• De Havana Rules
• De Rijadh Guidelines
• De European Convention on the Exercise of Children’s Rights
• De United Nation Guidelines on Justice in Matters involving Child Victims and
Witnesses
Internationale bronnen (vervolg)
• De European Rules for juvenile offenders subject to sanctions or measures
• De United Nations Guidelines for the Alternative Care of Children
• De Guidelines on child-friendly justice van de Raad van Europa
• De EU-richtlijn 2016/800
Nationale bronnen (voor het civiele recht)
Omdat het jeugdrecht veel raakvlakken heeft met verschillende rechtsgebieden kennen
we ook veel nationale bronnen. Het idee hierachter is dat de zorg en regelgeving
geïntegreerd dient te zijn in de bestaande verbanden en structuren van de maatschappij en
de daarop ziende regelgeving. Het nadeel hiervan is dat het niet uitblinkt in
overzichtelijkheid. Het civiele jeugdrecht en het jeugdbeschermingsrecht is opgenomen in
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Voor het proces is het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering van belang. Voornamelijk bepalingen over de rechtspleging in zake het
personen- en familierecht zijn van belang (titel 6). Waarbij er een onderscheid wordt
gemaakt tussen rechtspleging in scheidingszaken en andere zaken dan scheidingszaken.
Daarnaast zijn voor de rechtspleging ook de algemene bepalingen omtrent de
verzoekschriftprocedure van belang. Tot slot is de Jeugdwet en het daarbij behorende
Besluit Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 van belang. Deze zijn
ook van belang voor het jeugdhulprecht.
• Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xsakix1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.