1. Inleiding
● Spraakstoornis van alle tijden
● Universeel & multi-cultureel probleem
○ Wereldwijd: +/- 60 miljoen mensen
○ Vlaanderen: +/- 60.000 tot 100.000 mensen
● Raadselachtige aandoening
● Stoornis in de communicatie:
○ Leidt tot vele andere problemen!!!
■ Sociale
■ Emotionele
■ cognitieve
● Oorzaken: heel wat theorieën
● Therapie: grote evolutie → vaak op basis van de oorzaken bepaald men de
behandelvorm
Het is raadselachtig omdat mensen die ermee geconfronteerd worden zich heel veel
vragen gaan stellen → Waarom? Wat kan ik doen? → het overvalt je echt.
● Gevoel van schaamte
● Trucjes
● Situaties vermijden
● Geen moeilijke woorden gebruiken
● Stotteren omzeilen! Voortdurend nadenken over hoe je iets zal zeggen = vrij
zwaar/ vermoeiend/ lastig
⇒ Zeer complex probleem!
Erfelijkheid van stotteren vooral in de mannelijke lijn!
● Ruisen vd zee moedigt aan om te spreken
● Flashbacks = negatieve ervaringen spelen een rol in het latere leven à eerdere
ervaringen kunnen het probleem in positieve of negatieve zin beïnvloeden
● Stressvolle situaties = meer stotteren
● Vaak probleem met zeggen vd eigen naam ⇒ dit moet heel vaak gezegd
worden → vaak zijn woorden die beginnen met dezelfde letter als de eigen
naam ook een probleem!
● Vermijdingsgedrag door het woord gewoon op te schrijven
● Geen medelijden willen
Vloeiendheidsstoornissen
1
, 2. Definities
WHO (2010):
‘Spraak die wordt gekenmerkt door frequente herhaling of verlenging van geluiden,
lettergrepen of woorden, of ook wel door herhaalde aarzelingen of pauzes die het
vloeiende verloop van de spraak onderbreken. Dit dient alleen als stoornis te worden
geklasseerd indien de ernst ervan zodanig is dat het vloeiende verloop van de spraak
duidelijk wordt belemmerd’.
Guitar (2014):
Een abnormaal hoge frequentie en/of duur van de onderbrekingen in de voorwaartse
stroming van de spraak. Deze onderbrekingen treden meestal op als (a) herhalingen
van klanken, lettergrepen of 1-lettergrepige woorden, (b) verlengingen van klanken, of
(c) blokkades van de luchtstroom of fonatie in de spraak.
DSM V:
● Stotteren = neurobiologische (oorzaak id hersenen) ontwikkelingsstoornis
○ Stoornis in het normale verloop en het tijdspatroon van de spraak dat
niet past bij de leeftijd van de betrokkene
○ Kenmerken:
■ Frequent herhalen, verlengen van klanken en/of lettergrepen
■ Onderbroken woorden, circumlocuties (= rond de pot draaien om
iets gezegd te krijgen/ beschrijvingen geven),..
○ Stoornis belemmert school-, werkprestaties
○ Ernst: varieert van situatie tot situatie
○ Stoornis afwezig in bepaalde situaties
○ Aanwezigheid van vermijdings (= vermijden van bepaald dingen) - en
duwgedrag (= Een beweging die iemand maakt om door het stotteren
heen te geraken)
Boey (2009):
“Stotteren is een spreekgedrag waarbij onvrijwillig en ongewild de motoriek van de
spraakbewegingen wordt onderbroken onder vorm van herhalingen van klanken,
lettergrepen, woorden, van verlengingen van klanken of van blokkeringen”.
3. Vloeiend, normaal niet-vloeiend en stotterend spreken
● Vloeiendheid:
○ Vaak beschreven vanuit tegenovergestelde
⇒ ‘Vloeiendheid = afwezigheid van niet-vloeiendheid’
○ Spraak- versus taalonvloeiendheden
⇒ Semantische en syntactische (Conture, 2001)
○ Fluency is a multidimensional construct that is based on both physical
speech production and abstract message formulation (Logan, 2015)
Stotteraars kunnen in bepaalde periodes en situaties vloeiend spreken/overkomen.
Maar op andere momenten zijn er afwijkingen in de bovenstaande dimensies.
● Niet- vloeiend spreken:
Disfluency is essentially a place within an utterance where speech production is
disrupted due to a problem in either speech planning or execution. Such
disruptions are unintended. Consequently, the speech that occurs during
disfluent segments of an utterance is superfluous or extraneous to its ideal or
intended form (Onslow et al., 1992).
● Starkweather (‘87):
“Wie een hoge mate van continuïteit met een behoorlijke spreeksnelheid en
met weinig inspanning realiseert in zoveel mogelijk spreeksituaties, is heel vlot.”
● Boey (2010): “ Continuïteit en discontinuïteit”
○ Mate van ononderbroken spraak
■ “Stil oponthoud”:
● Structurele
● Idiosyncratische
● Intentionele pauzes = pauzes die je legt om de aandacht te
trekken → gebruikt om te benadrukken wat je zegt!
○ “Opgevulde pauzes”:
■ tussenvoegsels, herhalen zinsdelen,..
● Boey (‘13):
○ Discontinuïteiten tgv wijze van uitvoering spraakbewegingen
■ Afwijkingen in duur (vb. spraakklanken die verlengd worden.)
■ Afwijkingen in spanning (teveel of te weinig spanning bv bij
plofklanken)
○ “ Snelheid van spreekbewegingen”
■ Te traag (bradylalie) of te snel (tachylalie)?
■ Duur spraaksegmenten en co-articulatie bepalend
○ “Inspanning”: spreken moet comfortabel zijn
3 belangrijke kern stottergedragingen: blokkeringen, verlengingen en herhalingen
Normale onvloeiendheden volgens Janssen (type 2)
● Langzame enkelvoudige herhaling van een klank of LG
○ Dat is t-treffend
○ Een po-positie
● Langzame enkelvoudige herhaling van een woord
○ Straks als de bel de bel gaat gaan we naar buiten
○ Gisteren - gisteren ben ik..
● Zinsdeelherhaling
○ Straks als de bel, als de bel gaat gaan we naar buiten
○ Ik ben toen, ik heb me toen..
● “uh”-interjectie
○ Ik wil - uh- even zeggen dat -uh- ..
● Woordinterjectie
○ ‘Goed’ > Coppens
○ Ik moet naar - dinges..- Paul toe
● Pauze zonder hoorbare of zichtbare spanning
○ Ik wil [pauze] even zeggen
Kern stottergedrag volgens Janssen (Type 1)
● Snelle meervoudige herhaling van een klank
○ kkk-kapitein
● Snelle meervoudige herhaling van een lettergreep
○ democra- cracra - cratisch
● Snelle meervoudige herhaling van een 1-LG-woord
○ de de de de- de man
● Snelle meervoudige klankinterjectie
■ ik - uh uh uh uh - wil
● Verlenging van een klank
○ Deze zzzzz-zomer gaan we op vvvvv-vakantie
● Blokkade met hoorbare en zichtbare spanning
○ De B [pauze] Bel
Met stotteren geassocieerd non-verbaal gedrag (Janssen)
● Ademhalingsverstoringen
○ Gespannen uitademen
○ Abrupte inademing
○ Spreken op inademing
○ Spreken op residuele lucht
Vloeiendheidsstoornissen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kalinkaprops. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.