100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociaal recht in essentie, derde editie, ISBN: 9789400005198 Sociale Wetgeving $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Sociaal recht in essentie, derde editie, ISBN: 9789400005198 Sociale Wetgeving

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting sociaal recht

Preview 4 out of 58  pages

  • No
  • Unknown
  • May 27, 2022
  • 58
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Sociale Wetgeving:
Deel 1: Inleiding:
Hoofdstuk 1: Wat is ‘sociale wetgeving’ eigenlijk:
 Sociale wetgeving: geen duidelijk afgebakend geheel
 Gemeenschappelijke kenmerken:
o Bijzonder doel: Bescherming van belangen van de werknemers en het bevorderen van
hun welzijn
o Beschermingswetten = om de werknemer, de zwakste partij te beschermen
o Sociale verzekeringswetten = gericht op degene die tijdelijk of definitief niet meer
kunnen of mogen werken (= een vervangingsinkomen)
o Sociale wetgeving omvat dus:
 Arbeidsrecht
 Socialezekerheidsrecht
 Samenvatting van sociale wetgeving:
o Individuele relaties tussen werkgever en werknemer
o Collectieve relaties tussen werkgevers en werknemers
o Beschermingsmaatregelen voor werknemers
o Arbeidsvoorziening
o Sociale zekerheid
o Minimumvoorzieningen
o Geschillen van sociaal recht




Hoofdstuk 2: Bronnen van sociale wetgeving:
1. Internationale rechtsbronnen:
 = verdragen die België met andere landen sluiten.
o Bilaterale verdragen = verdragen tussen België en één ander land.
o Multilaterale verdragen = verdragen tussen twee of meer landen.
1.1. Bilaterale verdragen:
o = verdrag tussen België en één ander land.
o Regels zijn van toepassing op burgers afkomstig uit het ene land die in het andere
land gaan werken.
1.2.Multilaterale verdragen:
o De internationale Arbeidsorganisatie (IAO) = een instelling die een nog steeds een
belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van het sociaal recht over heel de wereld.
o De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) = houdt
zich voornamelijk bezig met economische zaken.
o De Raad van Europa: de voornaamste akte van deze organisatie is ontegensprekelijk
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
o De internationale Vereniging voor de Sociale Zekerheid (AISS): rechtstreekse invloed
op ons sociaal recht is beperkt. Maar ze hebben een invloed op de ontwikkeling van
het socialezekerheidsrecht in de wereld en derhalve onrechtstreeks ook in ons land.
o De Benelux Economische Unie: streven sindsdien naar meer toenadering ook op
sociaal vlak o.m. distorsies op economisch vlak tegen te gaan.
o Europese Unie = het belangrijkste
 6 hoofinstellingen:
 Europese Raad

1

,  Europese Commissie
 Europese Raad van Ministers
 Europees Parlement
 Europees Hof van Justitie
 Europese Rekenkamer
 4 nevenorganen:
 Economisch en Sociaal Comité
 Comité van de Regio’s
 Europese Investeringsbank
 Europese Centrale Bank
 Europese rechtsregels worden uitgevaardigd door de Raad van Ministers en de
Europese Commissie na raadpleging van het Europees Parlement
 Hiërarchie van Europese rechtsregels op basis van hun binding:
 Verordeningen: rechtstreekse uitwerking in alle lidstaten
 Richtlijnen: verplichte omzetting in nationale wetgeving
 Besluiten: rechtstreekse toepassing op welbepaalde bestemmeling(en)
 Aanbevelingen: binden de lidstaten niet
 Adviezen
 Mogelijkheid Europese “cao’s” algemeen bindend te verklaren
 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie = ook belangrijk voor het
Belgische arbeidsrecht.



2. Nationale rechtsbronnen:
2.1.Sociale grondrechten:
o Artikel 23 van de grondwet: geen directe werking voor de burger, wel richtlijnen en
doelstelling voor de overheid.
2.2.Sociale rechtsbronnen:
o Belangrijkste bronnen van het arbeidsrecht:
 Wetten en decreten
 Koninklijke besluiten
 Ministeriële besluiten
 Rechtspraak en rechtsleer (in België geen precedentenrecht = wanneer een of
meer rechtscolleges als eerste hebben rechtgesproken in een bepaalde zin, de
volgende rechtscolleges ertoe gehouden zijn recht te spreken in dezelfde zin)
 Collectieve arbeidsovereenkomst (cao’s)
 Het gebruik ( of gewoonte)
 Aan 3 voorwaarden voldoen om van het gebruik te spreken:
 Bestendig: het voordeel moet gedurende een voldoende lange tijd
toegekend zijn.
 Vast: wil zeggen dat steeds hetzelfde voordeel toegekend moet zijn.
 Algemeen: betekent dat het voordeel aan alle werknemers die zich in
dezelfde situatie bevinden, wordt uitgekeerd.
 De eenzijdige verbintenis
2.3.Hiërarchie van de nationale rechtsbronnen:
o Artikel 51 van de CAO wet
o Hoe deze hiërarchie interpreteren?
 Een lagere norm mag slechts afwijken van een hogere norm als:
 Hij hiermee niet strijdig is
 Of de rechten van de werknemers vermindert
 Of zijn plichten verzwaart



2

,Deel 2: Arbeidsrecht:
Hoofdstuk 1: Bepalingen van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978:
1. Toepassingsgebied van de wet van 3 juli 1978:
1.1.Wat is een arbeidsovereenkomst:
o = een wederkerige overeenkomst waarbij 2 partijen, enerzijds de werkgever en
anderzijds de werknemer, tegenover elkaar een verbintenis aangaan of verplichtingen
op zich nemen
o 3 essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst zijn dus: (moeten samen
aanwezig zijn om een arbeidsovereenkomst te vormen)
 De arbeid
 Het loon
 Het gezag van de werkgever
o We kunnen nog de volgende arbeidsrelatie onderscheiden van de
arbeidsovereenkomst:
 Vastbenoemde ambtenaar = eenzijdige verbintenis van de tewerkstellende
overheid
 Leerovereenkomst = de opleiding is het essentiële element, niet de te verrichten
arbeid
 Vrijwilligers: krijgen i.p.v. een loon een ‘onkostenvergoeding’
 Zelfstandigen: leveren wel prestaties tegen betaling, maar zij werken niet in
ondergeschikt verband
1.2.Het ondergeschikte verband:
o Essentieel kenmerk van de arbeidsovereenkomst is het bestaan van het
ondergeschikte verband.
o Er is een gezagsrelatie tussen de werkgever en de werknemer:
 De werkgever heeft het recht om bevelen te geven over de organisatie en de
uitvoering van het werk.
 De werknemer dient de instructies van de werkgever op te volgen.
o Ook tussen gehuwden, familieleden of concubanten kan een gezagsrelatie bestaan.
1.2.1. Schijnzelfstandigen-Pseudowerknemers:
 Werkgevers proberen sociale bijdragen voor werknemers te ontlopen
 Zelfstandigen proberen te profiteren van de sociale zekerheid voor werknemers.
1.2.2. Samengaan van een arbeidsovereenkomst met een aannemings-of
zelfstandigenovereenkomst:
 Strenge beperking
 Om te vermijden dat men ontsnapt aan toepassing van de
socialezekerheidswetgeving voor werknemers.
1.3.Toepassingsgebied van de Arbeidsovereenkomstenwet 3 juli 1978:
o Deze wet is van toepassing op:
 Werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers en dienstboden
 Dus vooral in de ‘privésector’
 Maar ook het niet-statutaire personeel van de publieke sector



2. Het aangaan van de arbeidsovereenkomst:
2.1. Geldigheidsvereisten:
o Mondelinge of schriftelijke overeenkomst
o Geldigheidvereisten van het Burgerlijk Wetboek:

3

,  Toestemming van de partijen
 Bekwaamheid van de partijen
 Bepaald voorwerp
 Geoorloofde oorzaak
2.1.1. Bekwaamheid:
 Algemeen principe: iedereen is bekwaam om een overeenkomst af te sluiten,
tenzij hij door de wet hiertoe onbekwaam is verklaard.
 Minderjarigen:
 Zijn in beginsel rechtsbekwaam om arbeidsovereenkomst af te sluiten,
tenzij er uitdrukkelijk verzet is van de vader, de moeder of de voogd (art.
43 tot 46bis WAO)
 Verbod op tewerkstelling van kinderen in de Arbeidswet
 Kind = minderjarigen beneden de 15 jaar, of nog voltijds leerplichtig.
2.1.2. Toestemming:
 Kan aangetast worden door wilsgebrek zoals:
 Geweld:
 Kan van fysieke of morele aard zijn.
 Moet “op een redelijk mens indruk maken en doen vrezen dat hijzelf,
zijn onmiddellijke familie of zijn vermogen bloot staan aan een
aanzienlijk en dadelijk kwaad”
 Dwaling:
 Zich vergissen, een verkeerde mening toegedaan zijn
 Moet een belangrijke dwaling over een essentieel element zijn.
 Bedrog:
 Leugens of bedrieglijk verzwijgen
 Moet van die aard zijn dat de overeenkomst zonder het bedrog nooit
tot stand zou zijn gekomen
2.1.3. Voorwerp en oorzaak:
 Voorwerp = datgene waartoe men zich verbindt  voor de werknemer is dit
het verrichten van arbeid en voor de werkgever het betalen van loon en de
verschaffing van tewerkstelling.
 Oorzaak = het doel van de verbintenis
 Moeten zeker en bepaald zijn
 Moeten mogelijk en geoorloofd zijn.
2.1.4. Gevolgen:
 Absolute nietigheid:
 Ter bescherming van de openbare orde of goede zeden
 Kan door derden of door de rechter ingeroepen worden
 Kan niet gedekt worden door de benadeelde partij
 Relatieve nietigheid:
 Voor de bescherming van private belangen
 Kan enkel door de benadeelde partij ingeroepen worden
 Kan gedekt worden door de benadeelde partij
2.2.Vormvereisten van de arbeidsovereenkomst:
o Mondeling (bekentenis, getuigenbewijs, vermoedens) of schriftelijk (soms
geschrift vereist)
(vb. waarbij geschrift verplicht is: overeenkomsten voor tewerkstelling van
studenten, vervangingsinkomen, industriële leercontract, …)


3. Soorten arbeidsovereenkomsten:

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karolinelutsch. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$6.96
  • (0)
  Add to cart