Bijeenkomst 1 : De internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde
Bijeenkomst 2 : De Europese Unie en de Nederlandse rechtsorde
Bijeenkomst 3 :Toezicht
Bijeenkomst 4 : Verhouding rechter en wetgever: toetsing door de rechter
Bijeenkomst 5 : De Nederlandse rechter en het internationale recht
B...
Bijeenkomst 1 Staatsrecht
De internationale rechtsorde en de
nationale rechtsorde
Taak 1 Monisme en Dualisme
a. Kunt u een omschrijving geven van de begrippen monisme en dualisme?
Monisme: internationaal recht deel uitmaakt van de rechtsorde: het recht
is 1 en het omvat zowel nationale als internationale regels. D.w.z. dat het
internationale recht, uiteraard indien en voor zover het nationale recht dat
bepaalt de nationale autoriteiten bindt en door de burger in rechte kan
worden ingeroepen.
Dualisme: ILR in beginsel slechts staten bindt; wil er binnen de nationale
rechtsorde werking aan toekomen, dan moet de volkenrechtelijke regel
eerst in die rechtsorde worden opgenomen volgens de procedures die het
nationale recht voorschrijft.
Nationaal en ILR 2 afzonderlijke regels volgens deze stelsel. de ILR kan pas door
de nationale rechter worden toegepast wanneer wetgeving tot stand is gebracht
die de regel in de rechtsorde incorporeert. De ILR wordt dan als nationale regel
toegepast, hij is daarin als het ware getransformeerd.
b. Welke gevolgen zijn verbonden aan de invoering van een monistisch of
een dualistisch stelsel in de Grondwet?
Dualisme: Consequentie internationale regel (na transformatie) dezelfde
status binnen de nationale rechtsorde verkrijgt als de regel waarin de
transformatie plaatsvindt. Gevolg:
o Getransformeerd verdrag aan de GW kan worden getoetst
o Getransformeerde verdrag bij een latere wet worden gewijzigd.
Transformatie het wordt dan een wet in formele zin. Het wordt dan een onderdeel
van de nationale recht.. lex posterior= latere wet voorrang als het strijdig is.
burger doet hier een beroep op nationale wetgeving en niet op verdrag.
Monisme: Monistische stelsels kunnen onderling verschillen vertonen:
Verdrag heeft voorrang op nationale wetgeving. Als verdrag in strijd is met GW
dan gaat verdrag voor. Frankrijk heeft een uitzondering. Dus hun hebben dat
verdrag in strijd met de GW de GW voor gaat. Landen kiezen zelf voor monisme
of dualisme.
Binnen monisme kun je beroep doen op ILR als bepaling daaruit een ieder
verbindend is of rechtstreeks werkend is art. 94 GW.
c. Wat is de verhouding tussen het EU-recht en het nationale recht? Bestaat
er een verschil in de wijze van doorwerking van het EU-recht
respectievelijk het internationale recht in de nationale rechtsorde?
JP die verhouding tussen het EU recht en het nationale recht op fundamentele
wijze hebben beïnvloed. Deze laten zich langs 2 hoofdlijnen samenvatten:
o Rechtstreekse werking: verdragsbepalingen die zich daar qua inhoud toe
lenen moeten door de rechter rechtstreeks worden toegepast ook al zijn zij
geformuleerd als verbod aan de lidstaten om iets te doen.
1
, o Voorrang: omdat het EU recht in alle lidstaten uniform moet worden
toegepast, kan de nationale wet daar geen afbreuk aan doen.
De doorwerking van ILR in een nationale rechtsorde wordt primair bepaald door
de regels die het nationale constitutionele recht daarover stelt. Doorwerking niet
in alle landen dezelfde.
Internationale regels van verdragsrecht en gewoonterecht gelden in 1 e instantie
tussen de rechtssubjecten van het ILR. Ook kunnen individuen in toenemende
mate rechten en verplichtingen ontlenen aan het internationale recht
(mensenrechtenverdragen).
Verschil ILR en EU recht. EU recht heeft altijd voorrang en werkt altijd door maakt
niet uit of het monisme of dualisme is. ILR zie boven omgezet worden of een
ieder verbindend zijn. EU recht bepaalt in costa enel. Beroep op EU recht naar
nationaal rechter. Je kunt een beroep op EU recht doen als het een ieder
verbindend is dus directe werking.
d. Welk stelsel heeft Nederland en waar is dit geregeld? Welk stelsel hebben
het Verenigd Koninkrijk en Duitsland?
- Nederland heeft een gematigd monistische stelsel. het staat niet in de GW.
Art. 93= bekendmaken dus niet direct van toepassing alleen na bekendmaking.
94 GW= en parlement moet goedkeuren.
- Verenigd koninkrijk: Dualisme
- Duitsland: Dualisme
Taak 2 Goedkeuring van verdragen
a. Hoe komen verdragen tot stand?
Op internationaal niveau: Op nationaal niveau:
Onderhandelingen
Sluiting
Bekendmaking
Parlementaire goedkeuring
Bekrachtiging
Inwerkingtreding
b. Waar is de goedkeuringsprocedure voor verdragen geregeld en hoe
verloopt deze procedure?
Regering bepaalt in eerste instantie of het uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeurd.
Zij beslissen voor 1 van de 2. Bij uitdrukkelijke goedkeuring dienen ze
wetsvoorstel is. is het stilzwijgend dan maken ze het bekend bij de SG dan kan
parlement nog zeggen van we willen dat het een uitdrukkelijk goedkeuring wordt
dan kom je bij art. 5 rgvb. Dus in eerste instantie kiest regering voor uitdrukkelijk
of stilzwijgend en 1 van de kamers kan dat later nog veranderen.
1/5e van 1 van de kamers.
2e kamer minstens 30 mensen
OF
1e kamer minstens 15 mensen
Als ze dat niet binnen 30 dagen van 1 van de kamers dan heeft de regering
toestemming van beide kamers.
2
,c. Moeten alle verdragen door het parlement worden goedgekeurd? Zo nee,
welke uitzonderingen bestaan op het goedkeuringsvereiste?
Nee, de wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring is vereist.
Art. 91 lid 1 GW jo 7 RGBV jo 8 + 9 rgbv.
Goedkeuring verdrag niet vereist: art. 7 Rgbv.
- indien dat bij de wet is bepaald
- indien het verdrag slechts strekt ter uitvoering van een reeds goedgekeurd
verdrag
- indien het verdrag geen belangrijke geldelijke verplichtingen meebrengt
- in buitengewone gevallen van dringende aard
Wanneer is uitdrukkelijke goedkeuring wel nodig:
Wanneer het in strijd is met GW 91 lid 3 GW jo 6 rgbv.
Of wanneer de regering dat zelf bepaalt. Of parlement dat nodig vindt.
Dit kan voorkomen in het tentamen.
d.Moet of mag het Zevende Protocol bij het EVRM worden goedgekeurd en op
welke wijze?
Bij tentamen doe je het zo:
Art. 91 GW hoofdregel= hoofdregel parlementaire goedkeuring is vereist.
Protocol is een zelfstandige verdrag.
Art. 6 Rgbv : als het niet in strijd is met GW kan je kijken naar art. 7 rgbv of het
niet een uitzondering is sub a-f.
Het valt niet onder art. 7 uitzonderingen. Dus parlementaire goedkeuring MOET
art. 6 rgbv. Regering bepaalt of het uitdrukkelijk of stilzwijgend is. het gaat hier
om mensenrechten dus regering zou kiezen voor uitdrukkelijk. Blz. 5147
wettenbundel.
e. Welke juridische actie kan het Kamerlid ondernemen?
Art. 82 lid 3 GW
Ze houden gewoon hun bevoegdheden. Dus indienen van wetsvoorstellen.
Aan het woord aanhangig zie je dat het gebeurd door de SG.
Art. 105 lid 2 GW ‘door of vanwege de koning’ de enige wetten die door de
regering moet worden ingediend. Voor alle andere wetten kan SG een
initiatiefwetsvoorstel indienen.
Regering kan voorstellen voor een voorbehoud etc.
f. Kan de Kamer op initiatief van het Kamerlid de regering verplichten een
voorbehoud
te maken bij de ratificatie van het Zevende Protocol? Wanneer is het maken van
een
voorbehoud wenselijk? Protocol blz. 5151.
Er staat niks over voorbehouden in zevende protocol.
Kijken naar evrm art. 57 EVRM art. 2 EVRM
Je kunt geen art. 2 EVRM voorbehoud maken, want niet toegestaan volgens art.
57 EVRM want het te algemeen. Dus je moet of alles accepteren ratificeren. Of
gewoon niet. We kunnen niet voorbehoud maken.
3
, Artikel zelf is niet specifiek genoeg. Daarom heeft NL niet geratificeerd en een
voorbehoud gemaakt.
Voorbehoud= als wordt aangegeven dat de staat zich niet (volledig) gebonden
acht aan een specifieke verdragsverplichting dan wel zich slechts onderwerpt aan
een specifieke interpretatie van een verdragsbepaling.
Mocht er nou niks staan in EVRM dan kijk je naar weens verdrag art. 19. Sub c=
voorbehoud maken niet toegestaan als voorbehoud niet verenigbar is met het
voorwerp en doel van het verdrag.
Een voorbehoud is niet toegelaten:
- indien en voorzover het is verboden door het verdrag.
- indien zij niet verenigbaar zijn met het voorwerp en doel van het verdrag art. 19
Weens verdrag inzake het verdragenrecht.
Voorbehoud kan regering zelf maken. Maar ook via een amendement kan een
voorbehoud in een wetsvoorstel komen.
g. Heeft de Staten-Generaal de bevoegdheid een op grond van art. 216 VwEU
gesloten
verdrag goed te keuren?
Art. 216 vweu jo art. 3 lid 2 VWEU. Dit is een excl. bevoegdheid van de EU die ze
zonder instemming van de lidstaten kunnen uitvoeren.
Taak 3 inzet of ter beschikking stellen van krijgsmacht.
a. Welke bevoegdheden heeft de Staten-Generaal met betrekking tot de
besluitvorming over het ter beschikking stellen van de Nederlandse
krijgsmacht in conflictgebieden?
Art. 100 GW de regering de SG inlichtingen moet verstrekken.
Formeel en materieel instemmingsrecht bestaat niet. Dus je houdt niks over.
Wat blijkt van wijlmer= ze kunnen motie van wantrouwen indienen en minister of
kabinet moet opstappen maar besluit kan alsnog stand houden. Dus het tast
besluit niet zo aan.
Algemene motie kan ook, maar heeft ook geen invloed.
Bv troepen naar curaçao hoort niet art.100 dan is art. art. 97 van toepassing.
Als er militanten o.g.v. Art. 5 NAVO bedrag worden gezonden dan geldt onze art.
100 GW ook niet.
b. Welke procedure wordt gevolgd bij de besluitvorming over de inzet van de
krijgsmacht?
Procedure toetsingskader 2001.
c. Geeft de huidige bevoegdheidsregeling het parlement voldoende
waarborgen voor een effectieve invloed op de besluitvorming?
Ze kunnen een motie indienen, maar het betekent niet dat ze gelijk gaan krijgen.
Motie is nog wel mogelijk. Ze hebben geen formeel en materieel
instemmingsrecht.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TC21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.