PSYCHOLOGIE
Inleiding: theoretische stromingen in de psychologische
wetenschap
Verschillende opvattingen van gedrag hebben geleid tot verschillende
psychologische stromingen.
Afhankelijk van tijd en maatschappelijke evoluties
Dieptepsychologie (Freud)
= het menselijk gedrag wordt beheerst door diepere onbewuste krachten
(psychodynamische psychologie)
Hij was ervan overtuigd dat psychische factoren een rol spelen in de
neurologische ziekteprocessen.
Freud stelde een theorie op waarbij de menselijk geest opgedeeld wordt in 3
compartimenten:
Es of id
Het onbewuste, de diepste kern van de
persoonlijkheid
Driften zo goed mogelijk proberen te bevredigen
o Levensdrift (eros): seksuele driften die
instaan voor het soortbehoud en ik-driften
die instaan voor het zelfbehoud
o Doodsdrift (thanatos): richt zich op de
externe wereld en komt tot uiting als agressie- of destructiedrang
(On)lustprincipe.
Ich of ego
Driftontlading, bevrediging door onder andere waarnemingen, geheugen,
…
Deel dat bewust is en voeling houdt met de realiteit
Realiteitsprincipe
Überich of superego
Geweten, waarden en normen, grootste deel onbewust
Moraliteitsprincipe
Tussen deze drie instanties bestaat een voortdurend krachtenspel, wanneer
twee tegenstrijdig zijn is er een conflict. Conflicten kunnen een uitweg vinden
door dromen, moppen, versprekingen, …
Freud was een voorstander van therapie met vrij associatie = psychoanalyse
Kritieken:
o Methodieken
o Seksualiteit als bron van psychische problemen
Behaviorisme (John Watson)
1
,1e jaar vroedkunde HW Psychologie Fien Stinkens
= gedrag is een reactie (R) op een bepaalde prikkel (P) of op een situatie (S)
= associatieleren
Watson zocht reactie adhv waarneembare parameters. De mens is een
onbeschreven blad, die je kan vormen tot eender welk exemplaar. Gedrag wordt
enkel bepaald door externe factoren.
Pavlov en Watson waren ervan overtuigd dat elk gedrag een reactie is op een
prikkel.
Kritiek
o Probleem opzich wordt niet aangepakt maar enkel het gedrag wordt
veranderd via therapeutische interventies (productgerichte benadering).
Door kritiek dat behavioristen zich niet bezighouden met de interne
processen van de mens is het Neobehaviorisme ontstaan (S-O-R).
Belangrijke aanhangers neobehaviorisme: Hull, Spencer, Mowrer.
Grondgedachte: behavioristisch van oorsprong (gedrag is te verklaren op
basis van objectief waarneembare feiten, maar niet alle gedragingen kunnen
teruggebracht worden of verklaar worden door een simpele S-R-keten). Een
stimulus werkt niet bij iedereen hetzelfde en lokt bij iedereen een andere
reactie uit.
Aanvaarden dat er interne processen een invloed hebben op gedrag en
komen zo op een S-O-R opvatting: reactie (R) op een stimulus (S) ondervindt
een invloed van het organisme (O) zelf
Sociaal constructivisme (Piaget)
= mensen construeren hun eigen werkelijkheid door interactie aan te gaan met
medemensen.
Ieder individu creëert zijn eigen realiteit vanuit eigen interpretaties. Hierdoor
ontstaan ook (sub)culturen.
Vygotsky: zone van naaste ontwikkeling (kind kan taak zelfstandig uitvoeren met
behulp van anderen)
Gestaltpsychologie (Kaffka en Köhler)
= mensen zien alles als een geheel en niet als afzonderlijk zintuigelijke indrukken
Als reactie op structuralisme (gaat uit van de aanname dat de waarneming
bestaat uit een aantal afzonderlijk gewaarwordingen)
Cognitieve psychologie
= cognities van de mens en de mentale processen en hun rol bij het waarnemen,
denken, voelen en gedragingen.
2
,1e jaar vroedkunde HW Psychologie Fien Stinkens
Ze wilde van de mens ipv een ‘black box’, een ‘white box’ maken door
rechtstreekse kijk te krijgen op die tussenliggende factor gelegen in het
organisme zelf.
Ziet de mens als een informatieverwerker en bestudeert de wijze waarop de
mens informatie opneemt en verwerkt.
Kennis, aandacht, verwachten, … spelen een belangrijke rol
Introductie van de computer lag aan de grondslag
(informatieverwerkingsprocessen en artificiële intelligentie)
Humane psychologie (Maslow en Rogers)
= stroming die terug naar de mens wilde en het typisch menselijk gedrag naar
voren wou schuiven (ze keurden onderzoek met dieren dan ook af).
Ze wilden niet enkel neurotisch gedrag onderzoeken maar ook positieve of
gezonde aspecten zoals tevredenheid en geluk.
Ze geloofden ook sterk in zelfontplooiing van de mens en de maakbaarheid ervan
Rogers: cliëntgerichte benadering waarbij de mens centraal staat.
Biologische psychologie
= besteedt aandacht aan de relatie tussen fysiologische processen in het lichaam
en gedrag.
Thema’s als slaap, stress, probleemoplossing, emoties, aandacht, …
Deeldiscipline: neuropsychologie (operatie in hersenen of medicatie)
Leerpsychologie
= houdt zich bezig met hoe mensen leren
Aangeboren en aangeleerd gedrag
Men spreekt van leren als het organisme nieuw gedrag vertoont na een
leerproces.
o Aangeboren: fysiologische rijpingsprocessen
o Aangeleerd: gevolg van bepaalde ervaringen
Wisselwerking tussen biologische en omgevingskenmerken (nature-nurture)
o Kritieke periode: periode waarin het fysiologisch systeem extra gevoelig is
voor het aanleren van een bepaald gedragsmechanisme (omgeving kan
hierop inspelen)
Enige periode waarin het gedrag ontwikkeld kan worden
o Gevoelige periode: periode waarin het fysiologisch systeem gevoelig is
voor het ontwikkelen van een bepaald gedragsaspect
Optimale periode om gedrag te ontwikkelen
3
, 1e jaar vroedkunde HW Psychologie Fien Stinkens
Habituatie
= het proces waarbij het organisme gewoon wordt aan een bepaalde prikkel die
herhaaldelijk aangeboden wordt.
o Naarmate de prikkel minder voorkomt, hoe minder de reactie wordt
doorheen de tijd.
o Hoe vaker de prikkel voorkomt, hoe sneller habituatie zal optreden
o Bij een intense prikkel zal het langer duren vooraleer het organisme
gewoon wordt aan de prikkel (bij zeer intense prikkels, treedt habituatie
niet op)
o Treedt enkel op als prikkel biologisch niet relevant is voor organisme
(havik-gans-effect)
o Prikkelveralgemening
Klassieke conditionering
Experiment van Pavlov: spijsverteringprocessen bij honden
conditioneringsexperiment
o Onvoorwaardelijke of ongeconditioneerde stimulus (OS)
o Onvoorwaardelijke of ongecondioneerde reflex (OR) = aangeboren
natuurlijke reactie (watertanden bij het zien van vlees)
o Voorwaardelijke of geconditioneerde stimulus (VS)
o Voorwaardelijke of geconditioneerde reflex (VR) = Aangeleerde reactie
(belletje = eten)
Deze vorm van leren wordt ook wel een het S(timulus)-R(esponse)
leren genoemd.
Kenmerken van klassieke conditionering
o Uitdoving = wanneer de voorwaardelijke prikkel niet meer samen gaat
met de onvoorwaardelijke zal het gedrag gaan uitdoven.
!!! Gedrag kan niet afgeleerd worden enkel uitdoven want stel dat het
gerinkel van de bel terug samen gaat met het geven van vlees zal de
conditionering veel sneller plaatsvinden.
o Herconditionering = gaat sneller dan het eerste conditioneringsproces
o Prikkelveralgemening = een gelijkaardige stimuli kan de reactie ook
gaan uitlokken
o Prikkeldiscriminatie = Wanneer Pavlov het experiment deed en een
hoge beltoon gebruikte in plaats van een lage moet er ook vlees
aangeboden worden, wanneer dit niet gebeurd spreken we van
prikkeldiscriminatie.
Operante of instrumentele conditionering (Skinner)
= een ander vorm van S-R-leren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienstinkens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.