Sein
= De positieve wetenschappen die beschrijven hoe iets is.
Sollen
= Waar de regels worden gesteld, hoe iets hoort te zijn.
Regel
= Een bindend voorschrift waar men zich aan hoort te houden. Het kan geboden en verboden
inhouden.
• Rechtsregel
= Wanneer het betrekking heeft op het uiterlijk gedrag van mensen in de maatschappij,
wanneer het uitgevaardigd wordt door een persoon die gezag heeft en wanneer de regel
kan worden afgedwongen door die gezaghebbende autoriteit. Het geheel van die regels
wordt het objectief recht genoemd.
1.1 De rechtsstaat.
De maatschappij wordt in een rechtsstaat geregeld door een geheel van rationele wetten waar de
machten en de wetten door tot stand komen en aan onderworpen zijn.
Principes van de rechtsstaat
• Algemene gelding van de wet.
o De wet heeft een algemene gelding. Het geldt voor alle personen in alle gelijkaardige
gevallen. De wet is onpartijdig en onpersoonlijk.
• Drie machten
o Wetgevende, uitvoerende en onafhankelijke rechterlijke macht.
o De rechterlijke macht is onafhankelijk en onpartijdig.
Hoofdstuk 2: Gerechtelijk recht.
Materieel recht
= Geheel van rechtsregels waarbij de maatschappelijke gedraging naar inhoud wordt bepaald. Hiertoe
behoort onder meer het burgerlijk recht, strafrecht, handelsrecht en arbeidsrecht.
Gerechtelijk recht
= Geheel van rechtsregels waarbij wordt bepaald hoe de handhaving van het materiële recht
structureel wordt georganiseerd en hoe het concrete herstel bij schending van dat recht wordt
gerealiseerd.
2.1 Doel van gerechtelijk recht.
Doelen van gerechtelijk recht
1. Uitsluiten van eigenrichting
→ Aanspraken worden beslecht door autoriteiten. Het is een algemeen rechtsbeginsel dat er
een verbod is op eigenrichting. Er is garantie op uitspraak door de rechter.
2. Restanten van eigenrichting
→ Er zijn een aantal gevallen waarin je zelf recht kan doen zonder tussenkomst van een
rechter. Er zijn wel strenge voorwaarden.
• Exceptie van niet-nakoming.
= Een prestatie mag opgeschort worden totdat de schuldenaar van een andere
prestatie die daarmee in verband staat, zijn prestatie nakomt of aanbiedt na te
komen.
1
, • Exceptio non adimpleti contractus
= Bijzondere vorm van exceptie van niet-nakoming. Dit is het recht van een
schuldenaar die tegelijk schuldeiser is van een tegenprestatie, om de nakoming op
te schorten tot de schuldenaar de prestatie nakomt of aanbiedt na te komen.
• Retentierecht
= De opschorting van een zaak bestaat erin een zaak die het voorwerp van de
tegenprestatie uitmaakt, niet af te geven totdat betaald werd wat met betrekking tot
deze zaak verschuldigd is.
Burgerlijk procesrecht
= Bevat alle regelen van gerechtelijk recht die betrekking hebben op het privaatrecht.
2
, Deel 2: Het huis van burgerlijk procesrecht.
Hoofdstuk 1: Bronnen van burgerlijk procesrecht.
1. Grondwet
2. Gerechtelijk wetboek
3. Andere wetboeken, bijzondere wetten en decreten
4. Rechtspraak
5. Rechtsleer
6. Europese verordeningen en internationale verdragen
7. Algemene rechtsbeginselen
8. Gebruiken
Hoofdstuk 2: Karakter van burgerlijk procesrecht.
Nationaal recht
→ De rechter dient lex fori toe te passen, hiertoe behoren de internationale en Europese verordeningen
die in België werking hebben. Het heeft een dynamisch karakter omdat het veel evoluties ondergaan
is.
Publiekrecht en privaatrecht
→ Het bevat regelen die de inrichtingen van de openbare diensten van het gerecht tot voorwege
hebben, alsook diensten die louter betrekking hebben op de belangen van de partijen zelf.
Accusatoir karakter
→ Het initiatief gaat uitsluitend uit van de partijen.
Taak van de rechter
• Hij behoort het geding te leiden en te zorgen voor een goed procesverloop.
• De rechter kan ambtshalve onderzoeksmaatregelen bevelen.
Hoofdstuk 3: Toepassingsgebied.
Ratione personae
= Het persoonlijk toepassingsgebied van gerechtelijk privaatrecht. Het is van toepassing op elk
rechtsbekwaam rechtssubject. Tenzij er onschendbaarheden of immuniteiten zijn.
Ratione materiae (art. 2 GER)
= Op welke materie heeft het privaatrecht betrekking?
• Subjectief contentieux (geschil)
= Geschillen over subjectieve rechten.
• Objectief contentieux (geschil)
= Geschillen met de wettelijkheid van handelingen door de overheden gesteld.
Ratione temporis (art. 3 GER)
= Op welk moment zijn de regels van toepassing? In principe is het onmiddellijk van toepassing op
een hangend rechtsgeding. Tenzij er overgangsbepalingen voorzien zijn in de wet.
• Hangend rechtsgeding
= Vanaf een geding inleidend exploot (dagvaarding) aan de verweerder is betekend, is het
een hangend geding. Het blijft hangend zolang er geen eindvonnis is uitgesproken.
Ratione loci
= Wat is het territoriaal toepassingsgebied? Omwille van het nationaal karakter is dit enkel binnen de
landsgrenzen. Grensoverschrijdende procedures bestaan, uitzonderingen staan in gerechtelijk
wetboek.
3
, Hoofdstuk 4: Basics.
4.1 Recht op toegang tot de rechter.
Art. 6 EVRM
→ Recht op toegang tot de rechter. De burger moet zelf een geding starten om zijn subjectieve
rechten te handhaven. De overheid zorgt voor effectieve toegang tot de rechter.
• Rechtsbijstand (art. 664 - 669 ter GER)
= Bijstand die ervoor zorgt dat men tegemoetkomt in de kosten van de procedure.
• Juridische bijstand (art. 508/1 – 508/23 GER)
= Juridische eerstelijnsbijstand door praktische informatie te verschaffen aan burgers die in
financiële moeilijkheden zitten. Tweedelijnsbijstand is de pro-deo advocaten.
Art. 5 GER
→ Elke rechter is verplicht om recht te spreken. Hij mag zich niet schuldig maken aan
rechtsweigering. Er kan een verhaal op de rechter ingesteld worden, dus een schadevergoeding,
wanneer hij dit wel doet.
Beperkingen tot toegang tot de rechter zijn mogelijk, maar de kern van het grondrecht moet blijven. Zo
kunnen ze termijnen opleggen…
4.2 Recht op een onpartijdige rechter.
Een rechter mag geen vooringenomenheid hebben. Dit is wanneer hij zijn oordeel al klaar heeft
alvorens het proces.
• Subjectieve onpartijdigheid
= Persoonlijke overtuiging van de rechter. Wanneer hij blijk heeft van partijdigheid of er is
belangenvermenging is er subjectieve onpartijdigheid. Dit moet bewezen worden aan de
hand van feiten.
Bv. Een rechter die uitvliegt tegen een van de partijen om aan te tonen dat hij een oordeel
heeft.
• Objectieve onpartijdigheid
= Er kan tijdelijk een plaatsvervangende rechter zijn. Het mag niet zodanig samengesteld
worden dat de procedure wordt beïnvloed. Ook wanneer er familie van de rechter betrokken
is geldt dit.
Bv. Wanneer iemand eerst onderzoeksrechter was en dan correctionele rechter wordt, op
die manier treedt hij twee maal op en is er objectieve partijdigheid.
In sommige gevallen is het aantonen van een schijn van partijdigheid ook voldoende. In dit geval kan
men de rechter wraken en een andere rechter laten aanstellen.
Een verhaal op de rechter is een situatie waarbij de uitspraak al is gedaan. Achteraf blijkt partijdigheid,
dan kan men een schadevergoeding vragen.
Spaghetti-arrest
→ Een spaghetti feest van Laetitia werd georganiseerd om met de opbrengst het proces van de
meisjes tegen Dutroux te betalen. Onderzoeksrechter en de Procureur des Konings waren
aanwezig. Dutroux heeft aangetoond dat deze personen schijn van partijdigheid toonden en zo is er
een andere onderzoeksrechter aangesteld.
4.3 Recht op onafhankelijke rechter.
De rechter mag niet beïnvloed zijn door iemand en moet autonoom een beslissing nemen. Hij is
onafzetbaar en voor het leven benoemd. Hij kan alleen een tuchtstraf krijgen bij een deontologische
fout.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vsstuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.06. You're not tied to anything after your purchase.