Maatschappijleer (MAAT)
Boek: Thema's maatschappijleer
Niveau: vwo bovenbouw
Hoofdstuk: Parlementaire democratie
Dit is een handige samenvatting over de Parlementaire Democratie van het boek 'Thema's maatschappijleer'. Onderwerpen die in deze samenvatting worden genoemd zijn: politieke ideolo...
Maatschappijleer H1 – Parlementaire democratie
Soeverein: een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag
uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft. De soevereine staat bepaalt welke
religie op haar eigen gebied wordt toegelaten.
Politiek: gaat over het maken van keuzes waaraan alleen in een staat zijn gebonden. De
keuzes worden in algemeen geldende wetten vastgelegd. De meeste onderwerpen waarmee
de politiek zich bezighoudt, zijn van algemeen belang omdat veel mensen er nu of later mee
te maken krijgen. Meestal kost het nemen van politieke besluiten veel tijd, omdat er
verschillende oplossingen mogelijk zijn. Dit laat meteen een groot dilemma van de politiek
zien: kiezen we voor snel, daadkrachtig en efficiënt besturen of voor een maximale
participatie van burgers in de politiek?
In een democratie gaat het om de macht van velen: het volk regeert. In veel landen zien we
vormen van indirecte of representatieve democratie met als basiskenmerk dat het volk
vertegenwoordigers kiest die de beslissingen nemen, die ook verantwoording moeten
afleggen. Om de inbreng van burgers te garanderen moet een democratie ook een
rechtsstaat zijn, waarin regels gelden voor burgers en de overheid. Andere kenmerken van
een democratie:
Individuele vrijheid: mensen mogen hun mening uiten en binnen de grenzen van
democratisch vastgestelde wetten hun leven inrichten zoals ze zelf willen.
Politieke grondrechten: bij vrije en geheime verkiezingen kunnen burgers zelf hun
vertegenwoordigers kiezen en zichzelf verkiesbaar stellen. Via het uitbrengen van
hun stem geven ze een mandaat (bevoegdheid) aan een persoon/partij, erop
vertrouwend dat die verkiezingsbeloften probeert waar te maken.
Politiek en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden: burgers mogen niet
zomaar worden aangehouden, geweld mag alleen in bepaalde situaties worden
toegepast.
Onafhankelijke rechtspraak: rechters staan los van parlement en regering en hoeven
hun uitspraken niet te verantwoorden. Politici en bestuurders moeten rechterlijke
beslissingen respecteren.
Persvrijheid: de massamedia vervullen een belangrijke functie: zij controleren de
machthebbers en hebben de taak om goed te informeren → weloverwogen keuzes.
Parlementaire stelsel: is het rechtstreeks gekozen parlement het hoogste machtsorgaan.
Op basis van de samenstelling hiervan wordt er een kabinet geformeerd van ministers en
staatssecretarissen. Moeten te allen tijde verantwoording afleggen aan het parlement.
Constitutionele monarchie: de positie van de koning wordt beperkt door de grondwet.
Presidentieel stelsel: de bevolking kiest niet alleen een parlement, maar ook de president,
aan wie de grondwet veel bevoegdheden toekent. De president staat aan het hoofd van de
regering en kan ministers benoemen en ontslaan. Macht beperken → ontbindingsrecht: het
recht om het parlement te ontbinden.
Dictatuur: de 3 machten – wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – zijn niet van
elkaar gescheiden, maar in handen van een kleine groep mensen. Gewone burgers hebben
niet/nauwelijks invloed op de politiek, maar ze kunnen ook hun rechten (als ze die al hebben)
niet opeisen.
Beperkte individuele vrijheid: grondrechten bestaan meestal niet of heel beperkt.
Nauwelijks politieke vrijheid: politieke tegenstanders krijgen te maken met geweld.
Soms vinden schijnverkiezingen plaats en wint de regeringspartij via
verkiezingsfraude.
Overheidsgeweld: de machthebbers verdedigen hun macht met harde hand.
Geen onafhankelijke rechtspraak: rechters werken mee met de overheid, burgers
kunnen niet rekenen op bescherming tegen de overheid. Bij de ‘politieke processen’
staat de uitkomst van tevoren vast.
Massamedia en kunstuitingen staan onder censuur van overheid: informatie via
internet wordt gefilterd, kritische bloggers worden gearresteerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bentevandalen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.