INTELLIGENTIE EN COGNITIEVE VAARDIGHEDEN
DOORHEEN DE VOLWASSENHEID
HOOFDSTUK 1. HET BEGRIP INTELLIGENTIE
Cruciale vragen
• Wat IS intelligentie?
• Waaruit BESTAAT intelligentie?
• Hoeveel SOORTEN intelligentie zijn er?
• Hoe MEET je het?
• NATURE of NURTURE?
Veronderstelt kennis van bepaalde statistische techniek: factoranalyse
1. INLEIDING
Sommige mensen ‘doen het beter’ dan anderen – we zien rondom ons dat mensen verschillen in (hoe goed ze
zijn in)
• Nemen van beslissingen
• Abstracte problemen en puzzels oplossen
• Studeren, examens
• Triviale feitjes onthouden
• Prestaties op het werk, school, …
à Cognitief functioneren, dikwijls samengevat als intelligentie
‘Er zijn slimme en minder slimme mensen’
Blijkbaar vinden we dit belangrijk ook:
• Tijdens de opvoeding (ouders vinden het belangrijk hoe je het doet op school bvb)
• Overvloed aan boeken en technieken over hoe je je succes, prestaties kan bevorderen
• In media, bv. ‘slimste mens ter wereld’
• Belang voor loopbaan, status, etc.
Wat is dat juist, “intelligentie”?
Definitie van intelligentie à moeilijke opdracht
1. Beschrijven van verschillen: hoe verschillen mensen van elkaar inzake intelligentie? Welke zijn de
belangrijke verschillen? Hoeveel dimensies zijn er daarin? (cf Big5-persoonlijkheid)
2. Verklaren van verschillen: wat ligt er aan de basis van deze verschillen? Genetisch? Opvoeding?
Biologisch? Cultuur?
1
,2. DEFINITIE VOLGENS DE LEEK
è Onderzoek naar wat ‘leek’ verstaat onder intelligentie
Sternberg et al., 1981
• Aan leken (in bib, in supermarkt, in treinstation) gevraagd om intelligente en onintelligente
gedragingen op te noemen à lijst van 170 intelligente en 80 onintelligente gedragingen
• Leken noemde 3 types intelligentie (welke eigenschappen correleren met elkaar?)
Oplossen praktische problemen Verbale vaardigheden Sociale vaardigheden
Analyseren situatie, bedenken van Vaardigheid zelf uit te drukken in Vaardigheden in omgaan met
oplossingen bij een probleem duidelijke communicatie, vloeiend anderen, anderen begrijpen,
taalgebruik motiveren
Bv. studeren, Macgyver, toilet
kapot Bv. goede leiders
Verschillende soorten hangen ook sterk samen à iets gemeenschappelijks aan verschillende vormen?
= interessant, maar wel sterk vanuit westers, individualistisch perspectief
Zeer aannemelijk dat dit kan sterk verschillen van cultuur tot cultuur!
• Bv. Westen:
o Sterke nadruk op individu
o Sterke nadruk op prestatie en snelheid
• Andere tradities, andere nadrukken: wat versta je onder ‘intelligent’ gedrag?
o Naast gedeelde aspecten zoals probleem oplossen, brede interesse, etc.
o Bv. Confucianisme: intelligentie is ook ‘menslievend zijn’
o Bv. Zambia: intelligentie is ook ‘goed samenwerken’
è Zowel cross-culturele verschillen als gelijkenissen; reflecteert wat ‘succesvol betekent in verschillende
culturen
3. DEFINITIE VOLGENS DE EXPERTS
Cognitieve vaardigheden zijn belangrijk in individueel en maatschappelijk functioneren – maar wat moeten we
hier precies onder verstaan?
Moeilijk historisch proces – enkele ‘mijlpalen’:
3.1 SYMPOSIA VAN 1921 EEN 1986
1921: uitnodiging aan experts tot definitie door tijdschrift (J Educ psych)
• Bv. Thorndike: ‘The power of good responses from the viewpoint of truth or fact’
• Bv. Terman: ‘The ability to carry on abstract thinking
• …
à Redelijk heterogeen, met verschillende nadrukken
2
,1986: boek samengesteld door Sternberg ‘What is intelligence?’: 24 expertdefinities
• Bv. de capaciteit om zich aan relatief nieuwe situaties aan te passen
• Bv. een biologisch mechanisme waardoor de effecten van een complex van stimuli worden
samengebracht en een min of meer gezamenlijk effect krijgen op het gedrag
• Bv. de capaciteit om capaciteit te verwerpen
à Wederom heterogeen
à Discussie: is intelligentie unitair?
à Ook wel verschuivingen: in 1986 meer nadruk op o.a. belang van cultuur: geeft ook relativiteit van definitie
aan
Conclusie:
• Veel heterogeniteit naast overlap
• Maar geeft on weinig houvast…
è Alternatieven: operationele definitie van Boring
3.2 OPERATIONELE DEFINITIE VAN BORING (1932)
In artikel stelt Boring volgende definitie voor: ‘intelligence is what the test tests’
= concreet en tastbaar: wat we bedoelen met intelligentie, is datgene wat de uitkomst op een test is
Twee problemen:
• Welke tests?
• Valkuil van circulariteit: intelligentie is wat test meet. Test meet intelligentie
MAAR wordt eigenlijk wel veel gebruikt in de praktijk (bij gebrek aan overeenkomst, ons houden aan dat waar
dan toch overeenkomst is)
4. INTELLIGENTIE EN IQ
• In dagdagelijks taakgebruik gebruiken we de begrippen intelligentie en IQ door elkaar.
o ‘Zij is intelligent’ = ‘Zij heeft een hoog IQ’ (zie operationele definitie)
à In onderzoek naar intelligentie zijn beide echter niet noodzakelijk hetzelfde
à Een beetje geschiedenis van het intelligentieonderzoek:
4.1 FRANCIS GALTON (1822 – 1911)
• Neef van Darwin
• ‘Homo universalis’ uit de 19de eeuw
o Wiskunde, antropologie, (eu)genetica, geografie, meteorologie, ontdekkingsreiziger,
statisticus, …
• Belangrijke bijdragen in psychologie:
o Was ‘eerste’ die verschillen tussen mensen in vaardigheden wetenschappelijk onderzocht
• Raakte geïnteresseerd in individuele verschillen in vaardigheden na werk van Darwin (cf. intelligentie
als evolutionaire eigenschap)
3
, Ontwikkelde heel arsenaal aan eenvoudige sensori-motorische proefjes
Veronderstelde dat deze sterk onderling samenhingen (maar kon het nog niet wiskundig juist uitdrukken)
Zag dat als aanwijzing voor het bestaan van 1 onderliggende eigenschap (intelligentie?)
4.2 ALFRED BINET (1857-1911)
Hoe deze ‘intelligentie’ testen?
1904: opdracht om test te ontwikkelen om kinderen op te sporen die lagere kans hebben op later succes en
dus speciale aandacht vereisen
Vertrekt van 3 belangrijke assumpties:
1. Intelligentie is niet noodzakelijk 1 eigenschap
2. Intelligentie is veranderbaar (zie opzet onderzoek)
3. Intelligentie stijgt met de leeftijd in de kindertijd, ongeacht training (dus oudere kinderen kunnen een
taak beter dan jongere)
1905: Simon-Binet test: eerste echte ‘intelligentietest’, bestaande uit verschillende uiteenlopende taakjes
• Object volgen met ogen
• Delen van lichaam benomen
• Tellen muntstukken
• Woorddefinities
• Rangschikken van maten
• Kopiëren van tekeningen
• Cijferreeksen herinneren
• Woorden aanvullen in zinnen
à Erg heterogene lijst van taken (geheugen, aandacht, wiskunde,…)
à Zorgde ervoor dat de wijze van aanbieding en scoring zo gestandaardiseerd mogelijk verliep (! Als een van
eerste standaardisatie ⟷ Galton)
Binet stelde vast dat de taakjes varieerden in moeilijkheid, en dat de prestatie samenhing met de leeftijd, bv.
• 5j: kopiëren van vierkant, maar geen diamant
• 8j: kopiëren van diamant, maar geen cilinder
• 11j: kopiëren van cilinder
En dit hing niet zeer sterk samen met training
è Ontwikkelde idee van ‘mentale leeftijd’ = de leeftijd waarop een gemiddeld kind de taak kan oplossen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michelletrybou. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.37. You're not tied to anything after your purchase.