Naar aanleiding van de toets Inleiding Recht heb ik deze beknopte samenvatting gemaakt, zo goed als alle belangrijke begrippen en definities zijn erin verwerkt. Week 1 tot en met week 6 zijn samengevat in 18 pagina's, de samengevatte onderwerpen zijn: tereinverkenning, rechtswetenschap&rechtsvindin...
Inleiding recht H1
Definities van het recht:
- John Austin: het recht gaat om bevelen die worden geschraagd door
bedreigingen (orders backed by threats)
- Oliver wendell holmes: rechters in het centrum van de belangstelling. Recht is
wat rechters doen of wat we kunnen verwachten dat zij gaan doen.
- Het recht is het geheel van regels dat de samenleving ordent.
- Immanuel Kant: nog geen goede definitie gevonden. De wet staat centraal
Objectief recht: in een geheel van regels of normen die geldt in een samenleving
(gecodificeerd)
Subjectief recht: persoonlijke bevoegdheden die worden ontleend aan het objectieve
recht. Rudolf von Jhering: het recht in subjectieve zin is de bevoegdheid die een
burger aan het objectieve recht ontleent. Objectief recht kan zich alleen maar
realiseren wanneer mensen in de strijd voor hun subjectieve rechten hiertoe aanleiding
geven.
Natuurrecht: het recht dat mensen krachtens hun mens-zijn toekomt
Hoger recht: ongeschreven rechtsbeginselen, toetsteen geldigheid wetten.
Hugo de Groot: rationalistisch natuurrecht: mensen willen vreedzaam samenleven. 4
beginselen:
1. principe van mijn en dijn
2. afspraken moeten worden nagekomen
3. schade door schuld veroorzaakt moet worden vergoed
4. inbreuk op (natuur)recht moet worden gestrafd.
John Locke: aan mensen komt een natuurlijk subjectief recht toe op: eigendom,
vrijheid en geluk ‘life, liberty and pursuit of happiness’
Thomas van Aquino: Al het recht kan worden ingedeeld in natuurrecht en positief
recht
Positief recht (ius positivum): recht dat geldt krachtens uitvaardiging, door de staat als
geldig geproclameerd.
F.C. von Savigny: romantische school, de gewoonte staat centraal.
Wereldlijk niet-religieus gefundeerd natuurrecht: beginselen met grote waarde voor
een cultuurgemeenschap, niet perse in de wet opgenomen. (BV: hoor&wederhoor,
openbaarheid van rechtspraak). Aanhanger: F.A. Hayek [cultuurrecht is mogelijk een
beter woord]
Verschillen tussen publiek- en privaatrecht:
- publiekrecht: algemeen belang centraal, privaatrecht: particuliere belangen van
individuen centraal
- publiekrecht: partijen zijn niet gelijkwaardig, (verticale) verhouding overheid
v.s. burger. Privaatrecht: partijen zijn gelijkwaardig. (horizontale) verhouding
tussen burgers.
- Publiekrecht: initiatief tot handhaving ligt bij de overheid. Privaatrecht:
initiatief tot handhaving ligt bij de burgers.
Dwingend recht: regels waarvan niet mag worden afgeweken.
Aanvullend/regelend recht: recht dat geld wanneer partijen zelf niks anders zijn
overeengekomen. Mag van worden afgeweken (contractsvrijheid verbintenissenrecht)
, Formeel recht: recht dat betrekking heeft op de procedure van het rechtsgeding
(formeel strafrecht, burgerlijk procesrecht, formeel bestuursrecht etc)
Materieel recht: inhoudelijk recht, recht dat betrekking heeft op het sturen van burgers
Rechtsgebieden:
Publiekrecht:
- staatsrecht: inrichting van de staat
- bestuursrecht: geheel van rechtsregels betreffende de bestuurstaak van de
overheid, omvat vooral regels over overheidsbemoeienis met het
maatschappelijk leven.
- Strafrecht: sanctierecht, laatste redmiddel, bewuste leedtoevoeging
Privaatrecht:
- Persoon&Familierecht: niet op geld waardeerbare rechten (huwelijk,
scheiding, recht op naam)
- Vermogensrecht: op geld waardeerbare betrekkingen van de mens
Obligatoire overeenkomst: verbintenis scheppende overeenkomst
Verbintenissen kunnen zonder overeenkomst ontstaan: door onrechtmatige daad
Doleuze delicten: er is sprake van opzet, de dader heeft het verbodene gewild
Culpoze delicten: er is sprake van schuld,onvoorzichtigheid
Organieke wetten: wetten die een uitwerking geven van artikelen uit de grondwet
Grondwet: bevat de belangrijkste regels en beginselen met betrekking tot de
staatsconstitutie en de belangrijkste vrijheidsrechten en grondrechten
Constitutie: bevat ook ongeschreven recht op het gebied van de staatsinrichting
Nederlandse staatsvorm: constitutionele monarchie met een parlementair stelsel.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: de centrale overheid trekt niet alle bevoegdheden
naar zich toe, ook lagere instanties hebben regelende en bestuurlijke bevoegdheden.
Decentralisatie:
- territoriale decentralisatie: lagere overheidsinstellingen binnen een bepaald
gebied zijn bevoegd tot uitoefening van een bepaald aantal functies
- functionele decentralisatie: lagere overheidsinstellingen krijgen de
bevoegdheid bepaalde belangen te behartigen
Autonomie: regeling en bestuur van de eigen huishouding wordt aan lagere
instellingen overgelaten.
Medebewind: lagere instelling werkt mee aan de uitvoering van een hogere regeling
Wet in formele zin: een wet die tot stand gekomen is door een gezamenlijk besluit van
de regering en de Staten-Generaal.
Wet in materiele zin: een iedere naar buiten werkende algemene regeling die voor
ieder bindend is, uitgaande van een overheidsorgaan dat zijn bevoegdheid daartoe
ontleent aan een wet in formele zin.
Hierarchie van wetten:
- hogere wet gaat voor lagere wet.
- Latere wet gaat voor eerdere wet
- Bijzondere wet gaat voor algemene wet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RikDijkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.