PRIVAAT RECHT
H1: PERSONEN- EN FAMILIERECHT
Het personen- en familierecht is een onderdeel van het burgerlijk recht.
Beide materie worden vaak in één adem genoemd, omdat er relaties zijn tussen het
personenrecht en het familierecht.
1. DE PERSOON – BEGRIPPEN:
Personenrecht = ‘Het vakgebied dat betrekking heeft op de status en de bescherming van de
persoon als enkeling.’
Het bepaald wie een persoon is en welke zijn rechten en plichten zijn als enkeling. Regelt ook
de bescherming van die personen.
De persoon = ‘rechtssubject’ in de rechtstaal.
Jurisiche- of rechtspersoonlijkheid = geheel van rechten en plichten waardoor de persoon
kan deelnemen aan het rechtsverkeer.
Familierecht = ‘Eechtsgebied binnen het burgerlijk recht dat de regels omvat betreffende de
privaatrechtelijke verhoudingen tussen personen, zoals huwelijk, geregistreerd partnerschap,
echtscheiding, alimentatie, afstamming en adoptie’
Het regelt het statuut van de verhoudingen, die enerzijds gebasseerd zijn op de afstamming,
en anderzijds op de levensgemeenschap tussen volwassenen.
De persoon = ‘Elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten’
Kunnen dat ook gewoon inteligente wezens/ dieren zijn? Want
sommige inteligente dieren zijn slimmer dan mensen. Iemand die
in coma ligt of een pasgeboren baby, zij beschikken over minder
inteligentie op dat moment.
Dan kunnen we een dolfijn beschouwen als inteligenter dan die
mensen (zijn bijzonder slim en kunnen toekomstgericht denken)
Artificiële inteligentie:
Het is bewezen dat artificiële inteligentie slimmer kan zijn dan het menselijke brein.
Waze is hiervan een bekend voorbeeld. Moeten we de waze op onze telefoon dan ook gaan
beschouwen als een persoon, simpelweg omdat die slimmer is? Hoe ver moeten we daarin
gaan?
Er is uiteindelijk besloten om de grens te stellen bij het echte mens zijn. Een natuurlijk
persoon. Maar dat is niet altijd zo geweest, vroeger maakte men een onderscheid tussen
mensen die wel en niet konden deelnemen aan het juridische leven.
1
,In België (Middeleeuwen) hadden we zelf de burgerlijke dood. Hierbij kon de rechter u al
jouw rechten ontnemen, waardoor men in feite geen ’mens’ meer was. Men werd dan
vogelvrij verklaard als straf. Je wordt als een ding/ object beschouwd. En dan kon iedereen
op straat jou beroven, vermoorden,…want je was een ding en geen persoon. De dader
konden daar dan ook niet voor gestraft worden.
Ook onze visie omtrent dieren is door de loop van de jaren sterk veranderd. Vandaag de dag
als een hond iemand heel erg verwond, wordt de schuld bij de eigenaar van het dier gelegd
en zal de hond hoogstwaarschijnlijk worden ingeslapen. Maar vroeger werd de hond zelf
gearresteerd, en belande in de cel waar hij moest wachten op zijn proces. De hond kreeg
dan de doodstraf en werd opgehangen. Zijn kadaver werd dan in het galgenveld gehangen
waar het andere honden moest afschrikken om dezelfde daad te doen.
Er zijn twee soorten personen:
De natuurlijke persoon → criterium: je moet mens zijn
De rechtspersoon oprichting van de rechtspersoon is er gekomen omwille van twee
noden:
o Het kapitaal samenbrengen
o De aansprakelijkheid beperken
Ze kunnen ongeveer hetzelfde doen als de natuurlijke mens, ze hebben een naam,
woonplaats, nationaliteit. Wat ze niet kunnen doen is alles wat te maken heeft met
familierecht, kinderen,… wel alles te maken met zakenrecht.
1. DE PERSOON – CATEGORIEËN VAN PERSONEN:
Natuurlijke persoon: de mens met zijn rechten en plichten
Rechtspersoon: groepering van personen en/of middelen die aan het rechtsverkeer kan
deelnemen als drager van subjectieve rechten en plichten. Rechtspersonen hebben geen
fysiek bestaan, ze zijn een creatie van het recht.
1. DE PERSOON – DE RECHTSPERSOON:
De rechtspersoon is ontstaan in de 19e eeuw, om tegemoet te komen aan een aantal
problemen:
Men had nood aan een systeem voor kapitaalopbouw: dat probleem werd opgelost
door de oprichting van venootschappen met aandelen.
Er was nood aan de beperking van de aansprakelijkheid: om ervoor te zorgen dat als
er een ramp gebeurde ervoor te zorgen dat dat niet op de schouders van de
initiatiefnemers belande en ze niet alles kwijtgeraakten.
Belangrijk bij het onstaan van de venootschappen is het ontstaan van een aparte persoon,
los van het mens zijn, er is een onderscheid gemaakt tussen:
Publiekrechtelijke rechtspersonen
2
, Privaatrechtelijke rechtspersonen
Feitelijke verenigingen
Publiekrechtelijke rechtspersoon:
Vb: Gemeenschappen, Gewesten, Lokale besturen, Bpost, Proximus,…
Zij dienen het algemeen belang waarvoor ze specifieke bevoegdheden krijgen. Vb.
belastingen heffen of bindende reglementen opstellen
Vaak is er onduidelijkheid of het om een privaatrechtelijke dan wel een publiekrechtelijke
rechtspersoon gaat.
De regel: als de helft + 1 (meerderheid) van de aandelen bij de overheid zit is het een
overheidsbedrijf (= publiekrechterlijke rechtspersoon)
Privaatrechtelijke rechtspersonen:
De privaatrechtelijke rechtspersonen heeft men opgedeeld in: commerciële en niet-
commerciële:
Commerciële privaatrechtelijke rechtspersoon Vb. BV (= Besloten Vennootschap
(de vroegere BVBA))
Niet-commerciële privaatrechtelijke rechtspersoon Vb. VZW (= Vereniging Zonder
Winstoogmerk)
Kan niet zomaar opgestart worden: Je moet statuten opmaken en het dossier neerleggen
Feitelijke verenigingen:
Geen aansprakelijkheidsbeperking: men is persoonlijk verantwoordelijk voor de daden die je
stelt in naam van de vereniging. Dat kan vergaande gevolgen hebben.
Vb. jeugdbewegingen die een evenement organiseren dat een dikke flop is. Dan moeten ze
alles persoonlijk vergoeden voor het verlies dat ze hebben geleden.
Vakbonden willen geen rechtspersoonlijkheid, redenen hiervoor zijn:
Stakingen zouden via de rechtbank kunnen worden tegengehouden
En er zou financiële aansprakelijkheid zijn. En dat heeft financieel slechte gevolgen.
1. DE PERSOON – DE NATUURLIJKE PERSOON:
Natuurlijk persoon = de mens, met een menselijk lichaam
Menselijk lichaam hierbij zijn twee grote invalshoeken:
Enerzijds de bescherming tegen derden: bescherming van de fysieke integriteit tegen
inmenging door derden
Anderzijds het zelfbeschikkingsrecht: zeggenschap over je eigen lichaam
3
, 1. DE PEROON – BESCHERMING VAN DE FYSIEKE
INTEGRITEIT:
Algemene regel: het lichaam is onschendbaar
Maar rekening houden met/ uitzonderingen:
Privaatrecht: geen enkel individu mag de fysieke integriteit van iemand anders
schenden
Publiek recht: het algemeen belang weegt zwaarder door dan het individueel belang
waardoor dwangmaatregelen mogelijk zijn, vb:
o Verplichte vaccinatie tegen polio (= kinderverlamming): Dit is het enige
verplichte kindervaccin in België
o Gedwongen opname van geesteszieken
o Fouillering en arrestatie
o Douanecontroles: stel je komt terug van reis, en een van de controleurs
hebben het vermoeden dat je een drugsmokkelaar bent. Drugssmokkelaars
slikken soms plastic zakjes met drugs in, in de hoop dat het daarna er wel
weer uitkomt. De douaniers mogen dan aan jouw lijf zitten als ze dat
vermoeden.
Schending van de fysieke integriteit is slechts mogelijk onder bepaalde voorwaarden:
1. Legaliteit: staat het in de wet?
2. Finaliteit: dient het een democratisch doel?
3. Proportionaliteit: is het in verhouding tot het
beoogde doel?
Vechtsporten of doktersbezoeken zouden ook kunnen
worden gezien als schending van de fysieke integriteit
het mag alleen met toestemming
Geoorloofde medische ingreep – voorwaarden:
Er moet een medische noodzaak zijn, drie mogelijkheden:
o Preventief: vb. preventief borsten laten amputeren, omdat je drager bent van
een agressieve borstkanker, en niet het risico wil lopen om daaraan te
sterven.
o Diagnostisch: het vaststellen van aanwezige ziektes of aandoeningen.
o Curatief: bedoeld om te genezen.
Er moet een redelijke proportie bestaan tussen het medisch risico waarmee de ingreep
gepaard gaat en het gunstig resultaat dat het kan opleveren
Vb. Dokter die een operatie uitvoert op een oude vrouw die maar een extra twee
weken zou leven. Is dat economisch wel verantwoord? Want de belastingbetaler
betaald dat.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iebrke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.