Nederland staat bekend om de nationale strijd tegen het water (waterwolf), en ook om de
gestandaardiseerde afmetingen van de polders (110x1250 meter).
Collectivisme, een goede betrouwbare overheid en gelden als belangrijke condities voor de
succesvolle expansie van de Nederlandse handel,
Orde, symmetrie en optimalisatie hebben het Nederlandse landschap vormgegeven, dit is onderdeel
wat vaak gedefinieerd wordt als de morele geografie van Nederland.
De 2e wortel van de Nederlandse planning cultuur is de sociale cohesie en de voortdurende
onderhandelingen/overleggen, de publieke en private sector gingen hand in hand.
Ook de provincies en gemeenten hadden dezelfde belangen dan de nationale overheid namelijk de
strijd tegen het water en veiligstellen van handelsroutes ook dit kwam de eensgezindheid ten goede.
Het vele overleg en decentralisatie had wel één nadeel: het maken van beslissing duurde lang, maar
is daarom vaak wel goed heroverwogen. Deze cultuur van overleg had 2 grondslagen namelijk: de wil
om ook andermans standpunten in te zien en polderen (middenweg kiezen).
Het sociaal economische leven werd gedomineerd door kerken, gilden en handelaarsorganisaties,
het leger en armenhuizen, de structuur is een vorm van corporative order. Deze corporaties worden
bottom-up bestuurt, de leden van zo’n organisatie hadden zo zelf in de hand wat er gebeurde.
Na 1900 werd dit liberale Utopia vervangen door een nieuwe politieke stroming: het sociaal
liberalisme, een stroming die voortkomt uit de vele kerken in Nederland.
Ook begon in 1900 de verzuiling, dit werd gebruikt door politieke stromingen om grote instituties op
te richten die bijna alle facetten van het dagelijkse leven bevatte. Elke zuil (socialist, protestant,
katholiek etc.) had zijn eigen vakbonden, clubs, krant en radio stations. Geschiedkundigen noemen
de verzuiling ook wel de emancipatie van de family-setting.
Maar hoe nu beslissingen te nemen als het politieke landschap zo verbrokkeld is? Ten eerste
beslissingen nemen op lager niveau bijvoorbeeld provinciaal en wederom het poldermodel.
Het bestuur van die tijd had het volgende ‘motto’: de overheid mag zich alleen in het leven van de
mensen mengen als die zelf niet in staat zijn hun problemen op te lossen.
Na 1945 versoepelde de verzuiling door factoren als secularisatie, hogere welvaart, individualisatie
maar ook de staat nam de taken van de verzuiling instituties over.
Quango’s: quasi autonomous non-governmental organisations (vrij vertaald: Nutsbedrijven)
Cultuur wordt vaak gedefinieerd als kennis, technologie en een set van normen en waarden in een
maatschappij. Cultuur is complex en bevat meerdere lagen van tradities en symbolen tot tastbare
dingen maar ook andere waarden als conceptions, narratives en discources.
Sociale verandering is de grondslag van ruimtelijke verandering, aanpassing aan de ruimte zijn een
weerspiegeling van de sociale activiteiten in de maatschappij.
Het Rijnland model van het kapitalisme bestaat uit verschillende sociale wetten die werknemers en
hun families beschermen tegen de markteconomie . Dit betekent ook dat de collectieve sector een
groot deel vormt van het BBP. De her distributie van welvaart is sinds 1950 een essentiële taak van
de overheid.
, Planning cultuur is een collectieve stemming van dominante waarden van planners onder invloed van
de staat en de maatschappij. Ook de planners zelf hebben invloed op de planning cultuur, ook de
mate waarin de bevolking betrokken is, de media, literatuur en kunst hebben invloed hierop.
Het basis idee van landgebruik planning is dat de ruimtelijke ontwikkeling bereikt moet worden door
middel van plannen. Dit is om negatieve externe effecten te minimaliseren en het maximaliseren van
collectieve voordelen.
Tot 1900 liet de overheid de regionale/urbane planning de vrije hand/markt, in 1901 werd hier een
einde aan gemaakt door de Housing Act die voorwaarde stelde aan kwaliteit etc.
Planning bestond op alle vlakken uit verticale
mechanismen (lagen van overheid) maar ook uit
horizontale mechanismen (lobby groepen etc.) wat
vaak resulteerde in consensus.
Tegenwoordig wordt veel van de planning geregeld
door middel van bestemmingsplannen (zoning).
Volgens de wet wordt een bestemmingsplan
gedefinieerd als een toekomstige lay-out voor
landgebruik op verschillende ruimtelijke- en
tijdschalen. Het plan bestaat uit:
- Beleid bestaande uit beschrijvingen, analyse en
kenmerken van de geplande omgeving
- Een kaart met daarop het toekomstige
landgebruik en een bestemming (winkel,
wonen…)
- Gebouwcodes toekennen, landgebruik
restricties, regelgeving etc.
Plannen zijn het beoogde resultaat van planning,
planning is het proces naar het resultaat toe!
Het Nederlandse planning landschap bestaat uit 5 tijdperken:
Renaissance planning, Free Market planning, Modernistische planning, sociocratische planning en
Planning voor consumptie. Hieronder een beknopte beschrijving van de tijdperken.
Renaissance planning:
Het doel van planning was om de competitieve positie van steden te verbeteren door hun locatie te
optimaliseren voor internationale handel, industrie en wonen. Town plans bevatte complete
concepten van toekomstige (utopische) steden. Ook was er veel aandacht voor het esthetische
aspect, ook werden er veel voorzieningen gepland.
Free Market planning:
Nederland raakte vrij laat in de Industriële revolutie, dit ging gepaard met andere revoluties zoals de
demografische, transport etc. De industriële revolutie bleek een urbane revolutie te zijn. De meeste
steden veranderden hun vestingwerken in parken, boulevards of villawijken. En buiten de oude
stadsmuren ontstond een gemixt landschap van fabrieken en arbeiderswoningen. De oude
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HumanGeography101RUG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.