Deel 1
Sociale ongelijkheid is een fundamenteel kenmerk van menselijk samenleven.
Wat is sociale ongelijkheid precies?
- Het gaat over sociale verschillen, dus alle situaties waar mensen een verschillende sociale
positie nemen.
- Hiërarchische verschillen die in termen van hoger en lager uitgedrukt kunnen worden.
1. Hogere groepen willen ongelijkheid handhaven
2. Lagere groepen willen ongelijkheid verminderen
Het wordt niet als een sociaal probleem gezien, maar als iets vanzelfsprekends.
Sociale ongelijkheid: de verschillen in macht en daarmee verbonden sociale privileges.
➢ Wanneer twee mensen in dezelfde mate van elkaar afhankelijk zijn oefenen zij macht over
elkaar uit zonder dat er sprake is van een machtsverschil. Maar vaak is de een meer
afhankelijk van de ander op een bepaald gebied en dan is er sprake van een machtsverschil.
Macht: het vermogen om het gedrag van anderen met behulp van sancties te beïnvloeden.
Mensen verschillen in de privileges die ze hebben en de
macht die ze daarmee uit kunnen oefenen. Maar aan de
andere kant kunnen mensen op grond van hun macht
weer bepaalde privileges verwerken. Het werkt dus twee
kanten op.
---->
Deel 2
Waar komt sociale ongelijkheid uit voort?
Uit afhankelijkheidsverhoudingen en machtsverschillen
Een voorbeeld: Veel hoogopgeleide ouders steken veel energie in het huiswerk van hun kinderen,
bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding. Kinderen met laagopgeleide ouders moeten zelf hun huiswerk
maken.
Algemene verklaringen voor sociale ongelijkheid:
- Nadruk op economische bindingen
- Statusverschillen
Wat is sociale stratificatie? Een specifieke vorm van sociale ongelijkheid. Als je mensen indeelt in
groepen en mensen onder elkaar plaatst van hoog naar laag.
➢ Op macroniveau: ‘gestructureerde’ vorm van ongelijkheid
➢ Deze stratificatie is ontstaan toen de jachtsamenleving overging naar een agrarische
samenleving.
, - Er ontstond toen surplusproductie (overschot van voedsel en goederen) en surplus
toe-eigening (de rijke mensen gingen het overschot toe-eigenen bijv. geld en
goederen)
- Ook ontstond er een arbeidsdeling
Tijdens de industriële samenleving was het contrast tussen arm en rijk heel erg groot. De
economische ongelijkheden komen in die tijd meer op de voorgrond.
Wat is het verschil tussen standen en klassen?
1. Standen: kenmerken zich door groeperingen met bepaalde status, statusbewustzijn en
leefstijl.
2. Klassen: onderscheiden zich naar bezit en arbeidspositie.
Bourgeoisie: welgestelde laag van de bevolking die een beschaafde, conservatieve levensstijl naleeft
Proletariaat: armste klasse van de samenleving van bezitloze arbeiders/boeren
Waarom nam de klassenpolarisatie niet toe? Door vijf ontwikkelingen in de samenleving
1. Karl Marx heeft er onvoldoende rekening mee gehouden dat de grote ondernemingen iets
nieuws nodig hadden. Bijv. kantoorpersoneel en dienstverlening
2. Marx dacht dat de arbeiders het steeds slechter zouden krijgen. Er ontstond juist een hogere
levensstandaard -> de groei van de productie en de welvaart. Lonen stegen, uitbreiding van
sociale voorzieningen
3. De arbeidsklasse nam steeds meer de middenklasse als voorbeeld, de klassengrens
vervaagde daardoor waardoor de polarisatie uit bleef.
4. De socialistische partijen gingen zich gematigder opstellen en zochten meer verbinding met
staatsorganen. Er ontstond meer juridische bescherming, veiligere werkplekken.
5. Er was sprake van een toenemend belang van onderwijs. Mensen gingen steeds meer naar
school en een opleiding werd een steeds belangrijker criterium voor bezetten van
verschillende posities.
Recente ontwikkelingen in sociaaleconomische ongelijkheden
- Nivelleren tot 1980 -> inkomstgroepen kwamen dichter bij elkaar
- Daarna toename van inkomensongelijkheid -> groei van belonings- en salarisverschillen
tussen hoger en lager gekwalificeerde werknemers. Flexibilisering van de arbeidsmarkt, vaste
banen maken plaats voor tijdelijke banen.
Eten moet begrepen worden als een sociaal verschijnsel
➢ Eetgewoonten, status, levensstijl.
Iemands culturele smaak is niet simpelweg een persoonlijke voorkeur, maar in veel gevallen is het
een uiting van de statusgroep waartoe je behoort.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninepouwels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.