100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biomedisch kennisbasis 1 (hart) $7.59   Add to cart

Class notes

Biomedisch kennisbasis 1 (hart)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van biomedisch periode 1, ik heb de weblectures samengevat. Veel succes!

Preview 3 out of 30  pages

  • May 28, 2022
  • 30
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Laura beukers
  • All classes
avatar-seller
Biomedisch kennisbasis 1.
Hoe de grote en kleine circulatie verlopen:
 Kleine circulatie= pulmonale circulatie ( pulmo= long)
 Om het bloed van voldoende zuurstof te voorzien en koolstofdioxide kwijt te
raken, staat het hart in verbinding met de longen. De alveoli (longblaasjes) in de
longen zorgen voor gasuitwisseling.
 Zuurstof arm bloed vanuit het hart word van zuurstof voorzien, terwijl
tegelijkertijd koolstofdioxide uit het bloed word gehaald.
 Grote circulatie= systemische circulatie
( voorziet alle organen in het lichaam van
zuurstofrijkbloed.)
 Nadat het bloed deze kleine circulatie heeft
doorlopen, stroomt het terug naar het hart.
Voorzien van zuurstofrijk bloed en vrij van
koolstofdioxide.
 Het hart pompt het zuurstofrijke bloed
vervolgens naar de rest van het lichaam,
samen met andere voedingsstoffen.
 Het hart bestaat uit 4 gespierde
compartimenten:
 Het rechter atrium: zuurstof armbloed
stroomt vanuit het systemische circulatie
het rechter atrium in
 Het rechter ventrikel: vanuit het rechter
atrium word het bloed doorgegeven aan het rechter ventrikel , waarna het de
pulmonale circulatie in word gepompt.
 Het linker atrium: zuurstofrijk bloed stroomt vanuit de pulmonale circulatie het
linker atrium in.
 Het linker ventrikel: vanuit het linker atrium word het bloed doorgegeven naar
het linker ventrikel , waarna het de systemische circulatie in word gepompt.
Wat de verschillen zijn tussen de verschillende bloedvaten:
 Het vaatstelsel van de systemische en pulmonale circulatie:
 Arteriën (slagaders): deze vervoeren bloed van het hart af
o Elastische arterien: weinig vaatweerstand, ze bevatten weinig glad
spierweefsel, de tunica media bevat veel elastine.
o Musculeuze arterien: de elastische arterien vertakken zich in musculeuze
arterien. Bevatten veel glad spierweefsel.
 Venen (aders): deze vervoeren bloed richting het hart
 Capillairen (haarvaten): dit zijn zeer kleine bloedvaten met dunnen wanden.
Bloed in de capillairen staat voedingsstoffen en zuurstof af aan de omringende
weefsels , terwijl afvalstoffen en koolstofdioxide vanuit de weefsels via de
capillairwand het bloed in stroomt.
 De aorta (de grote slagader) en vena cava ( de holle ader) staan direct in verbinding
met het hart.
 De capillairen verbinden de kleinste arteriën en venen met elkaar

,  Het bloed stroomt op de volgende manie door het cardiovasculair systeem:
1. Vanuit de systemische circulatie stroomt het bloed uit de vena cava superior en
inferior ( bovenste en onderste holle ader) het rechteratrium in.
2. Zuurstofarm bloed stroomt vanuit het rechteratrium naar het rechter ventrikel.
3. Zuurstofarm bloed stroomt vanuit het rechterventrikel naar de arteria (a.)
pulmonalis (longslagader). Deze splitst in de a. pulmonalis sinistra (linker
longslagader) en a. pulmonalis dextra ( rechter longslagader)
4. Vanuit a. pulmonalis stroomt bloed door de capillairen richting venae pulmonales.
Tijdens dit proces voorzien de longen het bloed van zuurstof.
5. Zuurstofrijk bloed verlaat de longen via de venae pulmonales sinistrae en venae
pulmonales dextrae. Het bloed stroomt via de venae pulmonales het linkeratrium
binnen.
6. Vanuit het linkeratrium stroomt het bloed in het linkerventrikel.
7. Het linkerventrikel stroomt het zuurstofrijke bloed het hart uit richting de aorta. Het
bloed is vanaf dat moment in het systemische circulatie. Na de systemische circulatie
bereikt zuurstofarm bloed het hart weer via het rechter atrium. Een nieuwe cyclus
begint.
Hoe het hart gebouwd is (inclusief kleppen en bloedvaten):
 De lagen van het hart:
 Endocard: binnenbekleding van het hart. Deze laag staat
in direct contact met het bloed in de artria en ventrikels.
 Myocard: de middelste spierlaag. De 2 speirweefsels:
1. Atriummyocard: het spierweefsel in de atria
2. Ventrikelmyocard: het spierweefsel in de ventrikel
(dikke spierwand omdat de ventrikels het bloed door
de pulmonale en systemische circulatie pompt)
 Epicard: de binnenste laag van het haarzakje. Bestaat uit een
enkele laag epitheelcellen.
 De linker en rechter harthelft word gescheiden door de
centrale spierwand “’septum’’ het septum bestaat uit
bestaat uit gespierd myocard bedekt met endocard.
 Het interatriale septum bevind zich tussen de atria en het interventriculaire septum
bevind zich tussen de ventrikels.
 De 4 hartkleppen:
 Atrioventriculaire kleppen (AV kleppen): bevinden zich in de overgang van de atria en
ventrikels. Zijn bedekt met endocard. De tricupidalisklep scheid het rechteratrium
van het rechterventrikel. De mitralisklep scheid het linkeratrium van het
linkerventrikel. De belangerijkste functie van de AV kleppen is sturing van het bloed
zodat het bloed van het atrium naar de ventrikel stroomt en niet meer terug gaat.
 Semilunaire kleppen: deze verbindinden de ventrikels met de grote bloedvaten. De
pulmonalisklep scheidt het rechterventrikel van de arteria a. pulmonalis. De
aortaklep ligt tussen het linkerventrikel en de aorta. Door de semilunaire kleppen
stroomt het bloed ook uitsluitend in een richting: van de ventrikels naar de grote
bloedvaten.

,  De 3 hartkamers:
 Anterieure interventriculaire sulcus : lopen aan de voor en achterkant van
 Posterieure interventriculaire sulcus : het hart tussen de 2 ventrikels door
 Coronaire sulcus: dieper dan de ventriculaire kleppen en markeert de overgang
tussen de atria en ventrikels. De 3 hartkamers (sulci) zijn opgevuld met vet. Dit
heeft een beschermende functie voor de onderliggende coronaire bloedvaten.
Markeert de overgang tussen de atria en ventrikels.
 Bindweefsel helpt bij het verdelen van de druk over het hart.
 Het bloed verloop in het hart door de coronaire.
 Coronaire arteriën: die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien
 In de rust fase
 Ontspringen uit de aorta
 Vernauwing: drukkende pijn op de borst
 Verstopt: hartinfarct
 Coronaire venen: voeren de afvalstoffen en koolstofdioxide van het hart af.
Uit welke fases een hartcyclus is opgebouwd:
 Bestaat uit een reeks opeenvolgende gebeurtenissen die optreden in de tijd tussen 2
hartslagen.
 Tijdens de systole trekt een atrium of ventrikel samen en perst zo het bloed naar een
aangrenzend ventrikel of een arteriele stam.
 De systole word gevolgd door de diastole waarin het atrium of ventrikel zich ontspant
en vult met bloed als voorbereiding op de volgende hartcyclus.
 De AV kleppen openen als de druk in het atrium hoger is dan in de ventrikel
 De semilunairekleppen gaan open als de druk in de truncus pulmonalis of aorta lager
is dan in de ventrikels.
 FASE 1: ventrikelvulling
 Gedurende diastolische fase in de atria is de druk laag en stroomt het bloed
vanuit de vena cava en de vena pulmonalis het rechter en linker atrium binnen.
(gebeurt in de ventriculaire systole)
 De druk in de ventrikels is dan hoger de AV kleppen gesloten zijn en het bloed
zich verzamelt in het atrium.
 Na de ventrikelcontractie word de druk lager en gaan uiteindelijk de AV kleppen
open. Bloed stroomt in de ventrikels.
 De 3 fases van de ventrikelvulling”
1. Snelle ventriculaire vulling vind plaats door het grote druk verschil tussen het
atrium en ventrikel.
2. Het bloed stroomt langzaam het ventrikel in omdat het druk verschil niet
meer zo groot is. Fase 1 en 2 worden ook wel passieve vullingsfase genoemd
en vult de ventrikel 80%.
3. De resterende 20% komt in de ventrikel door de atriale kick: de atria knijpen
samen, het bloed word zo de ventrikels in geperst.
 Aan het einde van de ventriculaire vullingsfase zit er 130ml bloed in elke ventrikel en
word ook wel de eind diastolische volume genoemd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimbaars20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79650 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.59
  • (0)
  Add to cart