Samenvatting Communicatie
Hst 1
1.1 Begripsbepaling Communicatie
Zakelijke communicatie definiëren we als volgt:
Zakelijke communicatie is het proces waarbij een organisatie als zender de intentie heeft een
boodschap over te brengen via een medium aan een ontvanger.
Omdat een ontvanger van een boodschap altijd kan reageren op een boodschap en deze feedback
weer tot nieuwe communicatie kan leiden, herhaalt dit proces zich. Pas als de informatie die de
zender heeft verstuurd door de ontvangers is verwerkt spreken we van een afgerond
communicatieproces.
De zender hoeft niet het startpunt van communicatie te zijn (bijv. een website waar je als
ontvanger zelf vraagt om informatie). De inhoud van het communicatieproces start wel bij de
zender.
Je communiceert altijd, ook als dat eigenlijk niet de bedoeling is (bijv. als je bloost omdat je
betrapt wordt op een leugentje). Dit noemen we non-intentionele communicatie. Bij intentionele
communicatie breng je bewust een boodschap over aan een of meerdere ontvangers.
De boodschap is de inhoud van de communicatie; dat wast je werkelijk wilt overbrengen. Bij
communicatie door organisaties is vaak geen persoonlijk contact tussen de zender en de ontvanger.
De organisatie kiest voor het gebruik van een medium om te boodschap over te brengen (bijv. een
dagblad).
De ontvangers van communicatie gaan vaak zelf op zoek naar informatie. Wel is het zo dat de
boodschappen die die het bereiken door bedrijven worden bedacht en verzonden. Daarom staat de
ontvanger aan het einde van het communicatieproces.
In figuur 1.1 is het basismodel van communicatie te zien.
Op het moment dat een zender besluit te gaan communiceren en voor zichzelf heeft bepaald wat
de boodschap is, moet de zender de boodschap voor de ontvanger begrijpelijk maken. Je zet de
boodschap om in duidelijk woorden, beelden of geluiden. Dit noem je encoderen. Als de ontvanger
de boodschap leest, bekijkt of hoort, gaat hij de boodschap decoderen. Decoderen is de dus de
boodschap omzetten in woorden, beelden of geluiden.
De ontvanger kan reageren op de boodschap. Hij kan bijv. een vraag stellen. Hij reageert op de
boodschap en dit noem je feedback. Als een ander weer op hem reageert, noem je dit een
terugkoppeling. Zie figuur 1.2 voor een compleet overzicht voor het basismodel van communicatie.
Bij ingewikkelde boodschappen die op verschillende manieren kunnen worden geïnterpreteerd,
komt het doel van de zender niet altijd over. Dit heeft ook te maken met de omgeving waarin de
ontvangers zich bevindt. Zowel de fysieke omgeving als de maatschappelijke omgeving spelen
hierbij een rol. Maar ook toevallige factoren kunnen ervoor zorgen dat het communicatieproces
wordt verstoord. Als iemand in de kamer stofzuigt, zijn de radiocommercials niet goed te horen. Dit
noem je ruis.
Als bedrijven communiceren met hun doelgroepen kan dat persoonlijk (interpersoonlijke
communicatie) of via een massamedium (massacommunicatie). ‘Massa’ betekent hier dat iedereen
toegang heeft toto de communicatie of mensen wel of niet naar een tv programma kijken doet
niets af aan het feit dat aan massacommunicatie wordt gedaan. Afhankelijk van wat organisaties
precies willen bereiken met communicatie zullen zij voor meer interpersoonlijke – of
massacommunicatie kiezen. Door internet is er een verschuiving naar de interpersoonlijke
communicatie te zien.
Interpersoonlijke communicatie Massacommunicatie
Feedback mogelijk Feedback moeilijk
Duur per bereikt persoon Goedkoop per bereikt persoon
Boodschap aan te passen ontvanger Boodschap is algemener
Effect direct zichtbaar en aan te meten Effect moeilijk zichtbaar en te meten
Ontvanger kan zich moeilijk onttrekken aan Ontvanger kan zich gemakkelijk onttrekken aan
communicatie communicatie
Gedragsverandering mogelijk Gedragsverandering moeilijk
1.2 Geschiedenis van massacommunicatie
De manieren waarop wij communiceren met massamedia in de moderne maatschappij zijn jong.
Aan het eind van de 19e eeuw werden kranten voor een breed publiek toegankelijk en kon
massacommunicatie worden ingezet. Door de komt van film, radio en tv en de toename van de
, welvaart kregen steeds meer mensen beschikking over massamedia. Vooral in het begin werd de
invloed van massamedia op het publiek erg groot geacht. Je kunt zeggen dat de invloed van
massamedia in eerste instantie heel groot waren, maar dat dat langzaam is omgekeerd: het idee
dat ontvangers zelf grotendeels de invloed van massamedia op henzelf bepalen.
Communicatietheorieën:
- One-step-flow theorie, injectienaaldtheorie of stimulus-response er is maar een stap: de
zender stuurt iets naar de ontvanger en de ontvanger neemt dit direct aan. Bij de derde
benaming kun je een bepaalde response van je publiek verwachten. Maar tegenwoordig
zijn mensen weerloos dan gedacht.
- Two-step-flow theorie een opinieleider kan het publiek beïnvloeden door zijn autoriteit op
een bepaald gebied of omdat het publiek tegen die persoon opkijkt. Mede daarom worden
veel bekende Nederlanders in commercials gezet.
- Agandasettingtheorie de macht wordt bij het medium gelegd: media bepalen zelf waar
zij over schrijven. Doordat zij de inhoud kunnen bepalen, bepalen zij dus ook over welke
onderwerpen in de maatschappij wordt gepraat en gedacht.
- The medium is the message een uitspraak van Marshall McLuhan. Het gaat hierbij
voornamelijk over de aard van de media. De technologische vooruitgang maakt dat mensen
van oude communicatiepatronen losweken en zich aan nieuwe technologieën gingen
binden. In deze tijd was dat de overgang van radio naar televisie. Er werd veel gesproeken
over de nieuwe technologie en de afbraak van de samenleving die dat tot gevolg zou
hebben. Die discussie haalde de media en zorgde daarmee voor de inbedding van nieuwe
media.
- Uses-and-gratifications theorie het idee is dat het publiek media gebruikt om in haar
eigen behoeften te voorzien. Bij deze communicatietheorie heerst al een ander beeld van
ontvangers: een actieve rol die media voor zijn eigen behoeften gebruikt. Social Media
wordt op deze manier gebruikt.
- Selective perceptie de theorie gaat er van uit dat ontvangers waarnemen wat ze willen
waarnemen en zich kunne afsluiten voor de boodschappen die ze niet willen waarnemen
(selectieve afsluiting). De geselecteerde boodschappen worden ook zo geïnterpreteerd dat
ze overeenkomen met de eigen houding en ervaring (selectieve herinnering). Bij deze
theorie verschuift de macht dus totaal van zender naar ontvanger.
1.3 Plaats in de organisatie
In 1959 zei Marshall McLuhan: ‘we leven in een Global Village’. Hij bedoelde daarmee dat met de
‘nieuwe’ communicatiemogelijkheden in die tijde hele wereld binnen je bereik lag. Door de
globalisering en de toename van de welvaart in die tijd kregen steeds meer bedrijven concurrentie
over de hele wereld. De behoefte aan een expert op communicatiegebied ontstond.
In eerste instantie werden communicatiemedewerkers vooral ingezet om de pers voor te lichten.
Als snel kwamen daar de volgende taken bij:
- lobbyen voor wetgeving om zo concurrentievoordeel te behalen;
- de publieke opinie over het bedrijf proberen te beïnvloeden;
- het in de markt zetten van merken en producten;
- het afstemmen van de interne en externe communicatie;
We spreken van een stafafdeling Communicatie als zij rechtstreeks onder de directie valt. Haar rol
is dan adviserend. De redenen om van Communicatie een stafafdeling te maken zijn:
- om meerwaarde tussen alle communicatiemiddelen en –activiteiten te creëren en een goed
imago op te bouwen is het nodig dat alle communicatie op elkaar is afgestemd. Dat is
alleen mogelijk als een communicatiefunctionaris goed zicht heeft op de hele organisatie.
- Voor de parapluvisie van de communicatieafdeling is direct contact met de directie en het
managementteam nodig.
- Bij contacten met de pers is het belangrijk dat de afdeling Communicatie dicht bij de
directie staat, zodat er geen twijfel over het directiestandpunt is.
- Een stafafdeling Communicatie kan de interne communicatie beter sturen en vormgeven.
Zie figuur 1.4 voor communicatie als stafafdeling. In figuur 1.5 is communicatie als lijnafdeling te
zien.
Als een organisatie ervoor kiest om de afdeling communicatie onder een bepaalde dienst of sector
binnen de organisatie te laten vallen, wordt het gebruikt als ondersteuning voor die dienst. We
noemen het dan een lijnfunctie. Vooral bedrijven waarbij de nadruk ligt op marketingcommunicatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 123Avans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.