Wil je net zoals ik je toelatingstoets voor het vak aardrijkskunde van de PABO in één keer halen? Maak dan vooral gebruik van mijn samenvatting om het leren veel gemakkelijker te maken!
Deel 1
Leerdoelen (aan het einde van de les kun je…)
> uitleggen uit welke planeten ons zonnestelsel bestaat (in volgorde, gezien vanaf de zon)
> uitleggen hoe de dwarsdoorsnede van de aarde eruit ziet
> toelichten wat het verschil is tussen omlooptijd en omwentelingstijd
> het geografisch coördinatenstelsel op een aardbol tekenen
> uitleggen wat tijdzones zijn
> toelichten wat het verschil is tussen weer en klimaat
> de 4 klimaatzones op aarde en de daarbij behorende klimaten benoemen.
Ons zonnestelsel; 8 planeten en 1 dwergplaneet
Dwarsdoorsnede aarde
Omlooptijd en omwentelingstijd
Omlooptijd à tijd die een planeet nodig heeft om rond de zon te draaien
¯
Omlooptijd aarde = 365, 25 dagen
Omwentelingstijd à De tijd die een planeet nodig heeft om, om zijn eigen as te draaien.
¯
Omwentelingstijd aarde = 24 uur
,Het geografisch coördinatenstelsel
De evenaar of equator à denkbeeldige lijn op het
aardoppervlak, een cirkel midden tussen de Noordpool en de
Zuidpool. De evenaar deelt de aarde in een zuidelijk halfrond en
een noordelijk halfrond.
De denkbeeldige lijnen op aarde die evenwijdig lopen aan de
evenaar worden parallellen of breedtecirkels genoemd.
Meridianen à denkbeeldige lijnen op het aardoppervlak in de vorm van cirkels van pool naar pool. De
nulmeridiaan verdeelt de aarde in een oostelijk en westelijk halfrond.
Lengte- en breedtegraden
- Voor positiebepaling op aarde gebruik je de lengtegraad en de breedtegraad.
- De breedtegraad varieert van 0° tot 90° NB (noorderbreedte op het noordelijk halfrond) of ZB
(zuiderbreedte op het zuidelijk halfrond).
- De lengtegraad varieert van 0° tot 180°, met de toevoeging OL (oosterlengte, ten oosten van de
nulmeridiaan, op het oostelijk halfrond) of WL (westerlengte, ten westen van de nulmeridiaan, op het
westelijk halfrond).
Tijdzones
De Aarde is tegenwoordig opgedeeld in ongeveer 24 tijdzones, die
vrijwel allemaal een geheel aantal uren van elkaar verschillen.
Weer en klimaat
Als je het over het weer hebt, heb je het bijvoorbeeld over de temperatuur, de neerslag en de wind op
een bepaald moment en bepaalde plaats.
Het klimaat is het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een langere periode.
Klimaatzones en klimaten
Er zijn vier grote klimaatzones;
1. Tropisch klimaat
- Tussen 23º NB en 23º ZB
- 50% van alle planten- en dierensoorten die op het voorkomen leven in deze klimaatzone
- Klimaten in deze klimaatzone: regenwoudklimaat en savanneklimaat
Regenwoudklimaat; hele jaar door regen à tropisch regenwoud
Savanneklimaat; droog seizoen én nat seizoen à grasland met verspreide bomengroei
,2. Droge klimaatzone
- Rond de 30º NB en 30º ZB
- Klimaten die in deze zone voorkomen: steppeklimaat en het woestijnklimaat
Steppeklimaat; > Overgangsklimaat tussen het subtropisch klimaat en het woestijnklimaat
> Weinig neerslag (en valt vooral in de zomer)
> Grootste deel van de bodem bestaat uit zand en stof
> Geen bomen, alleen maar grassen met hier en daar wat struiken
Woestijnklimaat; > Weinig regen (minder dan 250 mm per jaar)
> Grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht
> Weinig begroeiing, bijna alleen sterke planten die lang zonder water kunnen
> Grond is droog, onvruchtbaar en bestaat veelal uit zand en rotsen
> Een oase, plek in de woestijn met toegang tot water
> Een wadi, rivier in een woestijn waarvan de rivierbedding een gedeelte van
het jaar droog valt
3. Gematigde klimaatzone
- Tussen de 40º en 55º NB en ZB
- Gebieden met een gematigd klimaat kennen vier duidelijke seizoenen: lente, zomer, herfst en winter
- Het weer is stabiel en er komen weinig extreme temperatuur- of weersomstandigheden voor
- Tot deze klimaatzone behoren het zeeklimaat, landklimaat en Middellandse Zeeklimaat
Zeeklimaat; vaak minder strenge winters en minder hete (= koele) zomers
Landklimaat; koudere winters en warmere zomers
Middellandse Zeeklimaat; > Milde, natte winters en warme, droge zomers.
> De gemiddelde januaritemperatuur ligt tussen de 10-15º Celsius.
> In de zomer ligt de gemiddelde temperatuur tussen 21-27º
4. Koude klimaatzone
- Bevindt zich boven de noordpoolcirkel en beneden de zuidpoolcirkel.
- Je spreekt dan ook wel van poolklimaatzone.
- Extreme kou en wind en heel weinig neerslag. Het is zo koud in de poolstreken omdat de zon nooit
hoog aan de hemel staat, ook niet in de zomer.
Zuidpool > gemiddelde temperatuur in januari, de warmste maand, -29ºC. In juli, de koudste maand, is
dat -60ºC. Door de ijzige wind voelt de temperatuur nog lager aan.
Noordpool > minder koud, de gemiddelde temperatuur is 's winters -30ºC. In de zomer bevindt de
temperatuur zich net onder het vriespunt en smelt het ijs langzaam.
Tot deze klimaatzone behoren het hooggebergteklimaat, het toendraklimaat en het sneeuwklimaat
, Deel 2
Leerdoelen (aan het einde van de les kun je…)
> toelichten wat de belangrijkste kenmerken zijn van de diverse klimaten die op de aarde voorkomen;
> uitleggen hoe het probleem van klimaatverandering ontstaat en welke gevolgen dit heeft;
> het proces van de waterkringloop toelichten en uitleggen wat het verschil is tussen de loef- en de
lijzijde van een berg;
> 6 verschillende vormen van neerslag benoemen en de 3 verschillende soorten regens die op aarde
voorkomen;
> uitleggen wat passaat- en moessonwinden zijn;
> uitleggen wat het verschil is tussen een natuurlandschap en een cultuurlandschap;
> m.b.t. het cultuurlandschap toelichten, welke vormen van bodemgebruik (in welke mate) voorkomen
in Nederland;
> toelichten hoe de polders in Nederland zijn ontstaan;
> uitleggen welke verschillende landschappen er bestaan in Nederland, hoe elk van deze landschappen is
ontstaan en welke karakteristieke (uiterlijke) kenmerken ieder van deze landschappen heeft.
Klimaatverandering
Als het gemiddelde weertype of klimaat over een bepaalde periode verandert (temperatuur wordt hoger
of lager). Bijv. ijstijd à veel landijs
Klimaatverandering hangt in de eerste plaats samen met de veranderingen in de afstand van de aarde
tot de zon en de zonneactiviteit. Daarnaast hangt het ook samen met het gedrag en de activiteiten van
de mens.
Broeikaseffect
De stijging van de temperatuur door de toename van broeikasgassen.
- De afgelopen 100 jaar is de gemiddelde temperatuur aan het aardoppervlak met 0,6º C gestegen,
voornamelijk door toedoen van de mens.
- Temperatuurstijging door een toename van de hoeveelheid broeikasgassen (vooral door
koolstofdioxide (CO2)) in de atmosfeer.
- Broeikasgassen zijn onmisbaar voor het leven op aarde, maar door een teveel aan broeikasgassen
houdt de atmosfeer extra warmte vast waardoor de temperatuur op aarde stijgt.
- CO2 in de atmosfeer komt door gebruik van fossiele brandstoffen, zoals olie, gas en kolen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EvaMetz01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.