100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting medische kennis psychiatrie (mk4) $5.83
Add to cart

Summary

Samenvatting medische kennis psychiatrie (mk4)

1 review
 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvattig is voor het laatste tentamen van medische kennis (jaar 1). Ik heb alle hoorcolleges samengevat, dus hopelijk heb je er wat aan.

Preview 4 out of 57  pages

  • May 29, 2022
  • 57
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: juliaangenent • 1 year ago

avatar-seller
Medische kennis 4: Psychiatrie
Psychotherapie
Wie werken er in de psychiatrie?

- Psychiater, kinder- en jeugdpsychiater, andere artsen
- Psycholoog, GZ-psycholoog, klinisch psycholoog
- Orthopedagoog, gedragswetenschapper
- Verpleegkundige
- Maatschappelijk werker, sociaaljuridisch werker
- Vak therapeuten:
Creatieve therapeut, systeemtherapeut, dramatherapeut, bewegingstherapeut,
muziektherapeut, psychomotore therapeuten

Waar werken ze in de psychiatrie?

Extramuraal (ambulant):

- Huisartsenpraktijk, polikliniek, thuiszorg

Intramulant:

- Verpleeg- of verzorgingshuizen, psychiatrische ziekenhuizen en instellingen voor mensen
met een verstandelijke handicap

Semimuraal:

- Deeltijdbehandeling in een ziekenhuis of instelling voor de geestelijke gezondheidszorg en
dagverpleging in een verpleeghuis

Wanneer is iets psychiatrisch (abnormaal)

1. Statische (ab)normaliteit:

Zowel een hoge als een lage intelligentie is abnormaal

2. Psychosociale (ab)normaliteit:

Afwijken van de norm in de maatschappij, dit is zeer afhankelijk van de tijd, cultuur en subgroep

3. Persoonlijke (ab)normaliteit:

De subjectieve ervaringen, hierdoor heb je kans op misperceptie en overdrijving. Dit kan komen
door:

- Persoonlijk lijden, niet functioneren
- Irrationeel/onbegrijpelijk gedrag
- Onvoorspelbaarheid en controleverlies
- Gedrag dat ongemakkelijk doet voelen
- Overtreden van morele normen

Geschiedenis psychiatrie

Humoraalleer: (psychische) ziektes zijn een disbalans van de vier lichaamssappen.

1. Bloed= sanguis

, Sanguinisch: vurig, energiek
2. Gele gal= xanthè cholè
Cholerisch: driftig
3. Zwarte gal= melaina cholè
Melancholisch: zwartgallig
4. Slijm= phlegma
Flegmatisch: kalm, rustig

Middeleeuwen en later

Het psychiatrische beeld duidde op een straf van God of op bezetenheid door de duivel. In deze tijd
was het dus geen ziektebeeld. Mensen dachten dat het heksen waren en gooide ze op de
brandstapel. Ook kwamen er de eerste Dolhuysen, deze huizen waren speciaal voor de gekken en
voor andere onmaatschappelijke mensen.

Institutionalisering en afgelopen eeuw

Vanaf 19e eeuw:

- Psychiatrische ziekten als hersenziekten, onderzoek en categorisatie

Begin 20e eeuw:

- Freud en het onderbewuste, psychoanalyse, droomduiding, neurotische afweer

Vanaf jaren 50:

- Ontwikkeling psychofarmaca

Jaren 70:

- Antipsychiatrie (tegen de instellingpsychiatrie)

Vanaf jaren 90:

- Deels terug tussen het groen

Nu:

- Te veel opgenomen mensen, trend is weer dat mensen zoveel en zo lang mogelijk
thuis/zelfstandig blijven wonen, dit zorgt namelijk voor een sterke toename van overlast en
ongevallen

Moderne verklaringsmodellen

Bio psychosociaal model:

Dit model bestaat uit drie onderdelen:

1. Sociaal:
Gezinstheorie
Sociaal milieu
Peergroup
Culturele omgeving
2. Psychologisch:
Psychodynamisch

, Leer theoretisch
Cognitieve theorie
3. Biologisch:
Erfelijkheid
Neurotransmitters
Hersenstructuren
Somatiek en leefstijl

Kwetsbaarheid model:

- Draagkracht versus draaglast
- Sterke versus zwakke punten
- Coping
- Tijd (kwetsbare factoren, uitlokkende factoren en onderhoudende factoren)

Ontwikkelingsmodel:

- ADHD (aandacht te kort en/of druk), ASS (autismespectrumstoornis)

Psychiatrisch onderzoek

Algemene indruk:

- Uiterlijke kenmerken, contact, spraak, klachtenpresentatie, ziektebesef, inzicht, lijdensdruk
en intoxicatie

Cognitieve functies:

- Bewustzijn, aandacht, oriëntatie, intellectuele functies, geheugen, waarneming, denken

Affectieve functies:

- Stemming, affect, affectmodulatie
- Stemming= langdurige gemoedstoestand, niet directe reactie op een bepaalde situatie
- Affect= van korte duur, reactie op een bepaalde situatie

Conatieve functies:

- Psychomotoriek (beweging, mimiek, gestiek, spraak), kenmerken, persoonlijkheid,
wilsbekwaamheid, niveau van psychosociaal functioneren

Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)

DSM III is onder te verdelen in vijf assen (multidimensioneel):

- As 1: huidige klinische toestandsbeelden, stoornissen
- As 2: persoonlijkheidsstoornissen + mentale retardatie
- As 3: lichamelijke toestand (indien relevant)
- As 4: psychosociale problematiek (levensgebieden)
- As 5: globale beoordeling van het functioneren (GAF)

Naast DSM III heb je ook nog DSM IV en DSM V, deze twee kun je onderscheiden:

Assen DSM IV DSM V
As I Psychiatrische stoornissen As I, II en III zijn geïntegreerd
met elkaar

, As II Persoonlijkheidsstoornissen Relevante somatische
Verstandelijke beperkingen aandoening worden nog wel
vermeld
As III Somatische aandoeningen
As IV V-codes: andere problemen
die een reden tot zorg kunnen
zijn
As V Global Assessment of World Health Organization
Functioning Scale (GAF) Disability Assessment Schedule
2.0 (WHODAS 2.0)


Structuurdiagnose

De DSM geeft een classificatie, soms wordt dit ook wel een syndroomdiagnose genoemd. Dit volgt
vaak uit het psychiatrisch onderzoek. De precieze diagnose volgt pas uit:

- Informatie uit de drie milieus: wonen, werk, sociaal
- Anamnese, heteroanamnese, ontwikkelingsanamnese
- Andere informatie (somatisch, cultuur, persoonlijkheid)

De structuurdiagnose is een narratief (een verhaal achteraf). Het is niet uit te drukken in getallen
zoals bij de RR of DM en het is ook niet experimenteel te toetsen. Wat wel een belangrijke rol speelt
bij de structuurdiagnose, is het kwetsbaarheidsmodel: draagkracht, draaglast, coping, sterke en
zwakke punten.

Stemmingsstoornissen
Onder stemmingsstoornissen vallen de volgende diagnoses:

- Depressie
- Bipolaire stoornissen
Type 1
Type 2
- Schizo-affectieve stoornis
- Cyclothyme stoornis

Depressie

1 op de 5 vrouwen en 1 op de 10 mannen is minimaal 1 keer depressief. Bij ouderen met
subklinische depressies in een verpleegtehuis is dit 14-40%. Depressie komt vaker voor bij mensen
uit een lagere sociaaleconomische klasse, maar ook vaker bij alleenstaande, vooral na het wegvallen
van de partner. Er is een grote kans op recidive depressie:

- Na 1e keer depressief: 40% kans op 2e episode
- Na 2e keer depressief: 80% kans op 3e episode
- Na 3e keer depressief: 100% kans op nieuwe episode
- Daarom is 15% van de patiënten chronisch depressief

De diagnose depressie kan verder gespecificeerd worden, dit gebeurt volgens de DSM-5:

- Licht, matig, ernstig
- Met psychotische kenmerken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laura35. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added