1. Wetmatigheid van het bestuur
2. Rechterlijke controle
3. Evenwicht tussen de verschillende machten
4. Eerbiediging van de grondrechten
Legaliteitsbeginsel: het bestuur heeft voor handelingen een grondslag nodig in een democratisch tot
stand gekomen wet in formele zin
Specialiteitsbeginsel: het bestuur mag bij de uitvoering van een bepaalde wettelijke regeling slechts
de belangen behartigen ter bescherming waarvan de betrokken regeling in het leven is geroepen
Toetsingsverbod: rechter mag niet toetsen of een wet in strijd is met de Grondwet
- Ook niet of ongeschreven recht in strijd is met wet in formele zin
Doelen Awb
1. Meer eenheid in de bestuursrechtelijke wetgeving
2. Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving
3. In de wet vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld
4. Het treffen van voorzieningen die naar hun aard een algemene regeling behoeven
Bijzondere wet gaat voor algemene wet
Soorten recht
- Dwingend recht: hier mag niet van worden afgeweken in lagere wetgeving
- Regelend recht: in de Awb staat de hoofdregel, maar afwijking ervan in lagere wetgeving is
wel toegestaan
- Aanvullend recht: wanneer er in andere regelingen nog niets staat, geldt het Awb
- Facultatief recht: genoemd artikel geeft voor gevallen waarin voor het nemen van besluiten
niet reeds bij wettelijk voorschrift is bepaald dat deze afdeling geldt, aan dat andere (ook
lagere) regelgevers en bestuursorganen de bevoegdheid mogen gebruiken hoeft niet
persé
Stof week 2
Openbare lichamen: publieke gemeenschappen met een zekere democratische legitimatie
- Decentrale openbare lichamen: provincies, gemeenten, waterschappen, Sociaaleconomische
Raad en openbare lichamen voor bepaalde beroepen
- Bestuur kan verordenende bevoegdheid krijgen, art. 134 Gw art. 2:1 BW kent
rechtspersoonlijkheid toe aan deze openbare lichamen publiekrechtelijke rechtspersoon
a-orgaan
- Er moet sprake zijn van orgaan: wanneer voor het zelfstandig werken van de persoon of het
college een wettelijke regeling is
- Je moet ook behoren tot een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon
, - Altijd een bestuursorgaan, bij alles wat hij/zij doet
b-orgaan
- Andere personen of colleges met enig openbaar gezag bekleed
- Wanneer ze jegens derden bevoegdheden kunnen uitoefenen waarbij de rechtsposities van
die derden eenzijdig kunnen worden bepaald = met enig openbaar gezag bekleed
- Meestal komt openbaar gezag erop neer dat ze beslissingen nemen die inhoudelijk als Awb-
besluiten kunnen worden aangemerkt
- Zijn alleen maar bestuursorganen wanneer zij publiekrechtelijke bevoegdheden uitoefenen
Bestuursorgaan = ambt blijvend, steeds dezelfde persoon
Ambtsdragers = leden van bijv. college dragen gezamenlijk het ambt wisselend
Ambtenaar = personen die zijn aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn (formeel)
- In materiële zin: ambtenaren zijn degenen, werkzaam in de openbare dienst, die hun werkt
in ondergeschiktheid aan een of meer ambten verrichten
Concentratie = als alle bevoegdheden toekomen aan de minister of namens hem worden
uitgeoefend
Deconcentratie = in geval bepaalde bevoegdheden rechtstreeks aan rijksambtenaren worden
toegekend
Stof week 3
Belanghebbende = degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken
- Objectief belang: het mag niet om een zuiver persoonlijke beleving gaan
- Persoonlijk belang (individualiseringsvereiste): moet zich onderscheiden van andere door
het besluit getroffenen
- Eigen belang: bemoei je niet met dingen die je niet aangaan
- Rechtstreeks belang: belangen moeten rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken, geen
afgeleid belang
- Actueel (bepaalbaar) belang: de gevolgen van het besluit moeten (min of meer) zeker zijn;
gevolgen die zich in de toekomst heel misschien voor zouden kunnen doen, zonder dat die
gevolgen op basis van betrouwbare informatie in redelijkheid kunnen worden verwacht, zijn
niet actueel
Zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen belanghebbende zijn
Relativiteitsvereiste: als een belanghebbende aanvoert dat is gehandeld in strijd met een regeling en
die regeling kennelijk niet strekt tot behartiging van zijn belang, de bestuursrechter het besluit niet
om die reden mag vernietigen
Aanvraag = verzoek van een belanghebbende een besluit te nemen
Stof week 4
Besluit: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling
- Het moet gaan om een beslissing: wilsverklaring met definitief karakter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judith6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.