Alles wat je nodig hebt voor je tentamen van medische vakken in periode 4. Over algemene biodistributie, pathologie en fysiologie van de nieren, met plaatjes waar nodig.
Medisch Beeldvormende En Radiotherapeutische Technieken
Medische Vakken
All documents for this subject (38)
Seller
Follow
xannalap
Reviews received
Content preview
MV periode 4
001 – biodistributie algemeen
Homeostase = interne milieu van cel controleerbaar en in evenwicht houden
->> 4 systemen: tractus digestivus, respiratorius, uropoëticus en circulatorius
Diffusie = moleculen bewegen op willekeurige wijze door vloeistof
of gas, concentratie is overal gelijk binnen volume (deeltjes van
hoge naar lage concentratie)
->> 2x one-way flux zorgen voor netto flux
Diffusie door celmembraan (dubbele vetlaag met
hydrofiele kop en hydrofobe staart) is selectief kan op 3 manieren:
- Verplaatsing door celmembraan heen (vet-oplosbare moleculen)
- Verplaatsing via kanaaleiwit
- Grote moleculen = passief/actief transport, met transporteiwitten
->> eiwitten binden aan specifieke ionen/organische substraten, kunnen telkens
opnieuw gebruikt worden en binden aan eigen soort ion/substraat
Actief transport = tegen concentratiegradiënt in bewegen (van weinig naar veel deeltjes)
- Primair actief transport = kost energie (ATP), Na-K pomp = 3Na+ eruit, 2 K+ erin
- Secundair actief transport = geen ATP-verlies, ion van hoge naar lage concentratie,
energie komt vrij en wordt gebruikt voor uphill transport andere stof
->> co-transport = vervoerde stof gaat zelfde richting in als ion
Counter-transport = vervoerde stof tegenovergestelde richting van ion
Osmose = diffusie van water door membraan, ook om concentratie gelijk te krijgen
Osmolariteit = totale concentratie opgeloste stof in een oplossing
->> verschil osmolariteit bepaalt osmose, hoge osmolariteit = hoge aantrekking water
Isotone oplossing = normale celvolume
Hypertone oplossing = osmolariteit extracellulair hoger, cel krimpt
Hypotone oplossing = osmolariteit intracellulair hoger, cel zwelt op
Bloed-hersen barrière = tussen capillaire vaten en hersenvloeistof, tight junctions kunnen stoffen
doorlaten, bijna geen ontstekingen in hersengebied
004 – fysiologie nieren
, Nefron = functionele eenheid van nier, bestaat uit lichaampje
van Malpighii, lis van Henle en 2 gekronkelde buizen
Glomerulus = voor filtratie, onder hoge druk word vocht kapsel
van Bowmann in gedrukt
Kapsel van Bowmann = om glomerulus heen, daarna in lis van
Henle, afdalend deel en opstijgend deel, naar verzamelbuis en
nierbekken
->> Heeft twee lagen; pariëtale laag en viscerale laag
om capillairen heen (bestaat uit podocyten (soort
voetjes))
Lis van Henle = dalende deel impermeabel voor natrium,
opstijgende deel impermeabel voor water, daardoor in hele lis van Henle verschil in osmolariteit
Fysiologie, 3 basale processen:
- Glomerulaire filtratie = onder druk word bloed in het glomerulus gefilterd naar kapsel van
Bowmann, 180L gefilterd, deel word teruggewonnen
->> druk omlaag = aanvoerende bloedvat vernauwen of afvoerende bloedvat
verwijden, druk omhoog = andersom
- Tubulaire secretie = transporteiwit in wand van cellen diffunderen stoffen vanuit wand
capillairen naar tubuli (erin)
- Tubulaire reabsorptie = transporteiwit in wand van cellen diffunderen stoffen vanuit tubuli
naar capillairen (terug)
99% van water en natrium word gereabsorbeerd, sprake
van actief transport Na+ naar interstitium (ruimte tussen
cellen) (ATP nodig), daardoor stijgt osmotische waarde in
interstitium en daalt in tubuli
ANP verhogen in plasma = aldosteron in plasma meer
uitgescheiden in tubuli, filtratiesnelheid omhoog
Te veel water = ADH omlaag = meer water uitscheiden, te
weinig water andersom
007 – biodistributie nieren
Biodistributie nieren: de homeostase in het lichaam word in stand gehouden. Als er natrium/water
nodig is word dat geresorbeerd. Er is dan sprake van diffusie en osmose tussen intracellulaire en
extracellulaire ruimtes.
->> Als er minder GFR is, dan word Na+/water uitgescheiden, als er meer GFR is, dan word er
meer Na+/water opgenomen.
->> meer vasopressine uitscheiden = excretie water omlaag
Lis van Henle: dalende deel resorbeert water (passief transport) en het opstijgende deel resorbeert
Na+ (actief co-transport)
->> Bij meer vasopressine word het dalende deel wijder, dan kan er meer water terug
opgenomen worden, bij het stijgende deel verandert niets.
010 – pathologie nieren
Nefrolithiasis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xannalap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.49. You're not tied to anything after your purchase.