volledige samenvatting : samenvatting van het boek, helemaal aangevuld met de notities van het boek. het bevat de 10 hoofdstukken dat in kine worden gedoceerd.
Namen en voorbeelden zijn duidelijk weergegeven
Wat is filosofie?
Een definitie voor filosofie = een opsomming van kenmerken die je vindt bij alle
filosofen/filosofieën en uitsluitend bij filosofen/filosofieën
MAAR: dit is erg moeilijk te vinden
Wat is filosofie? = op grond waarvan noemen we iets (een boek, een theorie…)
filosofie/filosofisch?
= het is zelf een filosofische vraag ( = vicieuze cirkel )
DRIE ASPECTEN: ATTITUDE, METHODOLOGIE, DOMEIN
Etymologie van het woord ‘filosofie’ wijst op: liefde voor wijsheid of verlangen om te weten
o Griekse filosoof Aristoteles: “Alle mensen verlangen van nature naar wijsheid en
weten.”
Filosofie onderscheidt zich van andere disciplines d.m.v. een attitude
(Socrates: onverstoorbaar en eindeloos vragen stellen)
Filosofie wordt vaak vereenzelvigd met kritisch denken (het in vraag stellen van de vele
dingen die andere mensen als vanzelfsprekend beschouwen, aan alles moet getwijfeld
worden)
“Philosophy begins in wonder. And, at the end, when philosophic thought has done its best, the
wonder remains.” – Alfred North Whitehead
o Filosofen willen/kunnen zich niet neerleggen bij overgeleverde inzichten en schijnbare
evidenties
o Autoriteiten worden in twijfel getrokken: personen (andere filosofen, wetenschappers,
politici…) maar ook onze zintuigen en cognitieve vermogens
o Zeventiende-eeuwse Franse filosoof René Descartes: we worden vaak bedrogen door
ons gezichtsvermogen, denk maar aan optische illusies bv. Müller-Lyer illusie
Als onze zintuigen onbetrouwbaar zijn, is dan ook onze kennis
onbetrouwbaar? AL onze kennis?
o Volgens Descartes is het niet onmogelijk dat ons denken voortdurend op een
dwaalspoor wordt gezet door God of een kwaadaardig genie (= malin génie)
o Descartes probeerde rond die twijfel een fundament/zekerheid, een systeem te bouwen
o MAAR kritiek is niet altijd het einddoel van de filosofie WANT filosofische kritiek opent
de mogelijkheid dat dingen anders zouden (of hadden) kunnen zijn
o MAAR kunnen we filosofen onderscheiden van niet-filosofen (bv. wetenschappers)
o.b.v. hun kritische geest?
=> men kan kritisch zijn zonder onmiddellijk aan filosofie te doen
=> zowel hedendaagse wetenschappers als filosofen zijn kritisch, zoeken naar
waarheid…
“You can’t answer a kid’s questions (…). They just keep coming – more questions: why, why, why,
until you don’t even know who the * you are anymore at the end of the conversation. It’s insane
deconstruction.” – Louis C.K. (comedian)
1
,Filosofie wordt afgebakend van aangrenzende (kennis)domeinen d.m.v. methoden
die ze gebruiken
“Zijn er methoden die enkel filosofen gebruiken, en niet wetenschappers?” En omgekeerd:
zijn er methoden die uitsluitend door wetenschappers gebruikt worden?
PROBLEEM: filosofen gebruiken een waaier van methoden waarvan geen enkele uniek lijkt te
zijn voor de filosofie, andere methoden die wel uniek lijken te zijn, worden niet door alle
filosofen gebruikt
o Eigen Intuïtie heeft verschillende betekenissen binnen de filosofie
17de en 18de eeuw: intuïtie is kennis die op een onmiddellijke manier wordt
verkregen
Descartes: des idées claires et distinctes (= ideeën of intuïties die geen
redelijk mens zou durven te betwijfelen bv. ‘Je pense donc je suis.’)
20ste eeuw: intuïtie is spontane overtuiging die we in onze eigen geest aantreffen
wanneer we over een bepaald onderwerp beginnen te denken
Common sense (moeilijk te veranderen of op te geven ondanks bewijs)
MAAR intuïtie is geen uniek filosofische methode want ook wetenschappers
baseren zich hier vaak op (wat vervolgens bevestigd, weerlegd of aangescherpt
wordt door experimenteel onderzoek)
o Conceptuele analyse = concepten/begrippen verhelderen door het te ontleden in
meer eenvoudige begrippen
Bv. Kennis wordt gedefinieerd als ware, gerechtvaardigde overtuiging
Bv. Aan welke voorwaarden moet een toestand voldoen om een ziekte te zijn? (H7)
MAAR conceptuele analyse wordt niet door alle filosofen gebruikt en zeker niet
enkel door filosofen
Bv. fysica maakt onderscheid tussen gewicht en massa, sociale wetenschappen
onderscheid tussen gender en sekse, biomedische wetenschappen onderscheid
tussen DNA en RNA…
o Gedachte-experiment = een instrument van de verbeelding dat gebruikt wordt om
nieuwe informatie over een thema te verkrijgen zonder gebruik te maken van nieuwe
empirische data
Voordelen
Een probleem verhelderen door het te visualiseren
Gegevens leveren die voor of tegen een bepaalde theorie gebruikt kunnen
worden
Financiële, technologische en morele problemen
omzeilen
Brain in a vat
Een experiment dat een sceptische positie over kennis
ondersteund. Je moest je inbeelden dat onze hersenen zich
eigenlijk op een andere planeet bevinden waar een
wetenschapper ons brein allerlei signalen geeft. Bijvoorbeeld door
middel van een computer. Door die signalen krijgen wij / ons brein de indruk dat we vanalles
echt mee maken. Maar de hersenen in dat vat beschikken niet over een manier om na te
gaan of hun gedachten of indrukken echt zijn en bij gevolg kunnen wij ook niet echt weten of
wij al dan niet hersenen in een vat zijn.
=> we kunnen afleiden dat onze ‘zekerheden’ eigenlijk geen fundamentele zekerheden zijn
, MAAR gedachte-experimenten worden ook uitgevoerd in wetenschappen zoals
de economie, geschiedenis, fysica (bv. Albert Einstein met het lift-experiment:
relativiteitstheorie) dus het is zeker ook geen uniek onderscheidend kenmerk,
maar benadrukt wel de eigenheid van het domein van de filosofie
Experimentele filosofie: empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen soms
bijdragen aan een oplossing voor traditionele filosofische problemen
Filosofie wordt gekenmerkt a.d.h.v. een domein
Filosofie is kenmerkend aan de aard van de vragen en problemen waarmee ze zich
bezighouden: filosofische vragen zijn vaak erg abstract en eigenaardig
Bv. Wat is tijd? Bestaat tijd wel echt, onafhankelijk van ons denken? Zou tijd bestaan zonder
mensen op aarde? Waarom lijkt tijd slechts in één richting te lopen?
MAAR ook wetenschappers hebben zich aan de meest fundamentele vragen in hun discipline
gewaagd, maar ze ervaren filosofische vragen als futiel, verwarrend en zelfs bedreigend
o Amerikaanse fysicus Richard Feynman omschrijft de wet van Humphrey = bewuste
reflectie over een geautomatiseerde taak (tijdens de taak) belemmert de uitvoering
van die taak
Cfr. duizendpoot belandt in gracht nadat pad zijn automatismen van het stappen in
vraag had gesteld (welke voet komt na de andere?)
Veel filosofen hebben een voorliefde voor onbeantwoordbare vragen en fundamentele
problemen
o Stelling “ er is in de filosofie geen vooruitgang, maar dat er enkel nieuwe manieren zijn
om oude, onoplosbare problemen te beschrijven of te begrijpen”
=> afkeer van veel wetenschappers voor filosofie
o MAAR die stelling kan onderuit gehaald worden
Vooruitgang is ook niet altijd evident binnen de wetenschap: wetenschappelijke
paradigma’s volgen elkaar op zonder echt op elkaar verder te bouwen
(Amerikaanse wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn)
Er is wel vooruitgang binnen de filosofie: sinds de moderne tijd zijn er talloze
wetenschappen ontstaan dankzij de filosofie
De psychologie (recentst)
Verder terug in geschiedenis: Engelse natuurkundige Isaac Newton
omschreef zichzelf als filosoof met Philosophiae Naturalis Principia
Mathematica
=> sommige filosofische vragen werden wel beantwoord en hieruit
ontstonden wetenschappen
Filosofie boekt ‘negatieve’ vooruitgang: we weten niet wat de juiste
antwoorden zijn op diepe, fundamentele vragen maar we weten wel
almaar
beter wat de verkeerde antwoorden/verkeerdelijk populaire antwoorden
zijn
We denken dat sommige vragen onbeantwoordbaar zijn, die wel een antwoord
kennen en omgekeerd
, VIER DEELDOMEINEN
Filosofie is een academische discipline die 4 deeldomeinen omvat:metafysica, logica,
epistemologie en moraalfilosofie
MAAR probleem wordt gewoon verschoven: “Wat is metafysica/logica…?”
o Deeldomein 1: metafysica bestudeert de aard en de structuur van de wereld (<
Griekse Oudheid)
De meeste metafysische vragen gaan over wat het betekent om te bestaan: Wat
betekent het voor iets/iemand dat het/hij/zij bestaat? Op grond waarvan kunnen
we zeggen dat iets bestaat? Bestaat alleen materie, of bestaan ook niet-
materiële zaken?
Voorbeelden van metafysische kwesties
Bestaat tijd? Bestaat vrije wil? Bestaan natuurwetten? Bestaan getallen,
en als ze bestaan, hoe bestaan ze dan (welke aard)?
Wat is de verhouding tussen lichaam en geest? Bestaat de geest? (H3)
o Deeldomein 2: logica legt uit wat het betekent om deugdelijk/geldig te redeneren en te
argumenteren
Een deel van de logica is gewijd aan het weerleggen van drogredenen bv.
slippery slope (= als we vandaag A doen, zal vroeg of laat B volgen en B is
hoogst onwenselijk dus mogen we A niet doen)
=> wordt vaak gebruikt in ethische discussies bv. homohuwelijk of euthanasie
Voorbeeld niet-geldige redenering: “Post hoc, ergo propter hoc” (= als er iets na
iets anders gebeurt, is het omwille van wat voorafging)
Affirming the consequent: (P Q, Q P)
o Deeldomein 3: epistemologie of kennisleer buigt zich over de aard, de structuur en
de mogelijkheid van onze kennis
Epistemologisch gedachte-experiment “brain in a vat”
Epistemologen willen weten wat we kunnen weten (reikwijdte van onze kennis),
hoe we kennis verwerven, wat zekere kennis precies is, wat het betekent om
overtuigd te zijn van iets…
DUS: weten wat kennis precies is en hoe we weten wat we denken te weten
o Deeldomein 4: ethiek of moraalfilosofie = de studie van principes die betrekking
hebben op goed en kwaad
Het leven is gevuld met dingen die we moeten doen – of toch zouden moeten
doen zoals eerlijkheid, grootouders bezoeken, voorrang verlenen in verkeer…
Filosofen beschrijven die verzameling van rechten, plichten, aanbevelingen,
geboden en verboden als het normatieve universum
MAAR niet alle items in dat universum zijn van morele aard
Witte of rode wijn bij een visgerecht? = esthetische kwestie
Moeten we asbest laten verwijderen door een gespecialiseerde firma? =
praktische of juridische kwestie
Moeten we ons bekommeren over de impact van klimaatverandering op
toekomstige generaties? = ethische of morele kwestie
Trolley probleem = filosofisch gedachte-experiment met
treinwagon, mensen (groep) of 1 individu gebonden op
de sporen OF zwaarlijvige man van brug duwen om groep
te redden
Psychologen: in scenario 1 is het de plicht om 5
levens te redden, in scenario 2 is het moreel
verboden de man te duwen (= hoe mensen
oordelen over dilemma’s)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JuliaDeckers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.72. You're not tied to anything after your purchase.