Summary
Samenvatting economie pincode vmbo-gt 3 alle hoofdstukken (behalve H8)
- Course
- Level
Dit document is een samenvatting van economie pincode vmbo gt 3 (pincode 6e editie vmbo-gt 3) van alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 8.
[Show more]
Seller
Follow
Yaraweel
Content preview
Hoofdstuk 1Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
Hoofdstuk 3
Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
Hoofdstuk 5
Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
Hoofdstuk 6
Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
Hoofdstuk 7
Paragraaf 1
Paragraaf 2
Paragraaf 3
Paragraaf 4
,Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
Economie: behoeften die mensen hebben en de keuzes die zij maken om in
hun behoeften te voorzien.
Behoeften: wat je nodig hebt of graag wilt hebben.
-primaire: noodzakelijke levensbehoeften zoals voeding, kleding en
woonruimte.
-secundaire: overige behoeften, om je leven beter/prettiger te maken.
Technologische ontwikkelingen: hierdoor komen er telkens nieuwe producten
op de markt.
E-commerce: de koop/verkoop via internet.
Verschillen in behoeften veroorzaakt door: budget, leeftijd, geslacht, vrienden
en klasgenoten., gezin waarin je opgroeit, reclames die je ziet/hoort.
Middelen: heb je nodig om in je behoeften te voorzien zoals geld/tijd.
Schaars: als er niet vanzelf, zonder inspanningen, voldoende van is om alle
behoeften te vervullen. Niet hetzelfde als zeldzaam. Je moet er een prijs voor
betalen.
Vrije goederen: zeewater, zonlicht en wind. Ze zijn vrij beschikbaar.
Prioriteiten stellen: door schaarste. Kiezen welke behoeften voor jou het
belangrijkste zijn.
Welvaart: de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien. Neemt toe als je
inkomen stijgt.
Zelfvoorziening: dat je in je behoefte aan goederen of diensten voorziet zonder
die te kopen. Bijvoorbeeld zelf een taart bakken in plaats van er een te kopen.
Te berekenen aantal of bedrag = percentage : 100 x totaal
Voorbeeld: inkomen is €840. Je spaart 15%. Welk bedrag spaar je?
1. 15% van €840 =.....
2. 15% = 15:100 = 0,15
3. 0,15 x €840 = €126
, Paragraaf 2
Consument: iemand die goederen of diensten koopt om in zijn behoeften te
voorzien.
Koopgedrag: wat of waar je iets koopt, hoeveel je eraan uitgeeft, wel of geen
merken.
Sociale beïnvloeding: vrienden of familie.
commerciële beïnvloeding: een verkoper haalt je over of je hebt reclame
gezien/ er zit een bedrijf achter.
Marketing: alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen.
Marketingmix: marketinginstrumenten en de zes P's
-productbeleid: Wat wordt er verkocht? gebruiks of verbruiksgoederen? welke
merken? soorten en smaken? ook de verpakking hoort bij het product.
-prijsbeleid: voor welke prijs wordt het verkocht? hoge prijs voor luxe
uitstraling? lage prijs om de concurrenten slim af te zijn? kortingsacties.
-plaatsbeleid: waar is het te koop? naar een winkel, via internet of allebei? op
wat voor locatie vind je de winkel?
-promotiebeleid: hoe brengt een fabrikant of winkelier zijn producten onder de
aandacht van consumenten? reclame, sponsoring, advertentie, tijdschrift?
-personeelsbeleid: wat voor mensen werken er? deskundig, vriendelijk en
beleefd, gericht op service geven, zoeken ze contact met de klant?
-presentatiebeleid: hoe presenteert de winkelier zijn producten? hoe staan ze
uitgestald in de winkel en in de etalage?
Reclame: promotiebeleid draait vooral om reclame. Om je aandacht te vestigen
op een product of boodschap.
Commerciële reclame: reclame van bedrijven. Als doel meer producten of
diensten te verkopen.
|
informatieve en merkreclame: informatieve: eigenschappen en prijs van
product. Merk: merknaam bekender maken.
Ideële reclame: als doel het gedrag van mensen beïnvloeden. Niet van
bedrijven en niet gericht op het verkopen van producten.
Merken: A (algemeen bekend, goede naam, straalt kwaliteit uit.), B (minder
bekend en goedkoper.) en huismerk (alleen bij een bepaalde winkelketen te
koop.)
Percentage = gevraagde aantal : totaal x 100
voorbeeld: hoeveel procent is €16,50 van €240
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yaraweel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.36. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
73216 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now