Samenvatting van de slides notities van het vak 'inleiding tot de informatica en supply chain management' voor het schakeljaar Bedrijfskunde aan de VUB.
• Mobi VUB → multidisciplinair onderzoekscentrum gericht op transitie naar duurzame- mobiliteit en SCM
• Link tussen IT & SCM → ketenmanagement, om de integrale stromen tussen de verschillende schakels
rondom een organisatie te beheren, waaronder IT (steeds belangrijker)
H1 – Basics of operation management
• OM = deelgebied van management dat gaat over de productie van goederen en diensten (core elk bedrijf)
→ transformatieproces van input naar output en de toegevoegde waarde daarbij (subjectief bepaald klant)
o Max. toegevoegde waarde (netto-verschil output en input) → productiviteit
o Min. waste
o Max. efficiëntie
→ O.b.v. prestatie info (hoe ben ik bezig?), maar ook customer feedback (niet alles kan je meten)
• Value chain (Porter) → waardeketen → primaire- en supportive activiteiten
• OM gaat over nemen van beslissingen (richting bedrijf/plan van aanpak)
o Strategisch niveau → minder frequent, op LT en bepalen de richting
o Tactisch (operationeel) → frequenter, op KT en focus op departement of taak (vanuit strategisch)
→ Continuüm van verschillende deelaspecten
• Bedrijfsleiding functies (C-level) → traditioneel (CEO → CMO, COO & CFO)
o Opkomende belang van SCM & IT → (CEO → CMO, COO-CSCO-CIO & CFO
• Manufacturing (goederen, tastbaar, storable, kapitaal intensief, langere responstijd)
Service (diensten, meer klant contact, arbeidsintensief, kortere responstijd) → steeds belangrijker
→ Geen harde lijn van verschil → classificatie van service org:
o Quasi -manufacturing (weinig klantcontact, weinig arbeidsintensief & hoge standaardisatie dienst)
o Mixes Services
o Pure services (veel klant contact, veel arbeidsintensief & lage standaardisatie van dienst)
→ Meer WN’s in servicesector → automatisatie → minder werk in goederen industrie, maar extra jobs bij
• Historische evolutie:
o Industriële revolutie → doorbraak technologie, niet meer 1 ambachtsman en piece unique
▪ Stoommachine → machinekracht voor productieproces i.p.v. fysieke mankracht (transport)
▪ Division of labor → productie proces opdelen in kleine taken, 1 per WN specialiseren (Smith)
▪ Interchangeble parts → standardisatie → basis voor massaproductie (Whitney)
→ je kan iets beschermen met copyright, maar als te makkelijk na te maken is geen zin
o Scientific mngmt (Taylorisme) → focus op profit
▪ Time & motion studies (time study) → wage-contingent (enkel geld motiveert)
▪ Moving assembly line → massaproductiue (Henry Ford)
o Human relations → Hawthorne effect → profit en people → niet enkel geld motiveert (aandacht)
▪ Job enlargement → meer taken van zelfde niveau
▪ Job enrichment → extra taak van hoger niveau
o Mngmt science/wetenschappen → statischtische en kwantitatieve beslissingen
▪ Mathematical inventory mngmt model
▪ Statistical quality control (controlesysteem van kwaliteit → zie WPO)
▪ Quantitative decision making tools (forcasting models, scheduling techniques, …)
o Computer age → zorgde voor ontstaan grotere kwantitatieve modellen
▪ ontstaan MRP (material requirements planning)
o JIT → filosofie waarbij zo min mogelijk verspilling en opslag zo veel mogelijk geproduceerd wordt
TQM → filosofie om kwaliteit te verbeteren door oorzaken te elimineren en het ieders
verantwoordelijkheid te maken
BPR → don’t automate, obliterate → herstructureren van bedrijfsprocessen voor hogere efficiëntie
, o Recente evoluties
▪ SCM (hele netwerk bestuderen)
▪ Flexibiliteit (massa productie)
▪ Time-based competition (meerdere keren per dag leveren)
▪ Sustainable/duurzaamheid (reduce waste, recycle, reuse, ISO 14000)
▪ E-commerce (use of internet for conducting business activities)
▪ Globalization (concurreren in meerdere markten, wereld kleine geworden, meer competitie)
▪ Outsourcing (uitbesteden van taken extern)
▪ Offshoring (verplaatsen van werk naar een ander land
• Hedendaagse OM:
o Klanten willen betere kwaliteit, sneller en goedkoper
o Implementation of lean systems → JIT, TQM, SCM, Kaizen & ERP
o CRM
o Cross-functional decision making
o Data science
o Digital twinconcept
• SCM → 3 flows: informatie (2 richting), fysieke & financiële → alle 3 managen → hele keten kennen
• Actualiteit → wat als 1 deeltje mist in de keten? → chip tekort, Suez-kanaal, Co² crisis,
, H2 – Strategy and productivity
• Bedrijfsstrategie → LT-plan hoe bedrijf zich wil onderscheiden van concurrenten (3)
o Environmental scanning
o Mission statement (What, who and how?)
o Core competies (unique strengths)
→ Vertalen naar functies (CEO, CMO, COO & CFO)
• Operationele strategie = plan van aanpak hoe de bedrijfsstrategie zal ondersteunen (juiste taken doen)
≠ operations efficiency (taken juist uitvoeren)
o Competitive priorities (4 cat.) → cost, quality, time & flexibility → resources limited → trade-off
→ beste strategie is specialiseren → ook nog customization, sustainable, innovation, … (subjectief)
o Order qualifier → competitive priority moet hebben om te kunnen overleven/concurreren (basis)
Order winner → competitieve prioriteit die een voordeel levert → in toekomst wordt order qualifier
• Operationele strategie vertaald naar production requirements → bij focus op juiste competitieve voordelen:
o Structuur → operationele beslissingen m.b.t. design van productieproces
o Infrastructuur → operationele beslissingen m.b.t. planning en controlesystemen
• Strategische rol van technologie → moet competitieve prioriteiten ondersteunen om voordeel te creeren
o 3 type technologieën: product-, proces- & informatie technologie
• Productiviteit = hoe efficiënt inputs zijn (output/input)
o Total → all inputs used → zegt niet veel
o Partial → single input used → vergelijk over tijd of met concurrentie → growth rate
o Multifactor → sum of singe inputs used → convert into monetary values
→ labor productivity EU
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jaspervanspauwen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.67. You're not tied to anything after your purchase.