Het marktaandeel
Het marktaandeel is het procentuele aandeel van de afzet of omzet van een bedrijf in de totale
markt voor een bepaald product. In formule:
marktaandeel afzet = afzet bedrijf/ totale afzet op de markt (alle bedrijven) × 100%
marktaandeel omzet = omzet bedrijf/ totale omzet op de markt (alle bedrijven)× 100%
bedrijven met het grootste marktaandeel worden de marktleider genoemd. Meestal wordt het
marktaandeel berekent in de procenten van de afzet, maar het kan ook berekent worden van de
omzet. Zie formule hier boven.
Opbrengst, kosten en winst
Bedrijven streven naar zo veel mogelijk winst. De totale winst (TW) is het verschil tussen de totale
opbrengst (TO) en de totale kosten (TK). TW = TO – TK
De totale opbrengst is hetzelfde als de omzet en is prijs (p) × afzet(q). TO = P × q
De totale kosten bestaan uit twee onderdelen: constante kosten en variabele kosten.
De totale variabele kosten (TVK) zijn kosten die toenemen als er meer wordt geproduceerd. Ze zijn
afhankelijk van de productieomvang. Voorbeelden zijn grondstoffen, energie en loonkosten van
productiemedewerkers. Totale variabele kosten: Tvk = gvk x q.
Gvk = gemiddelde variabel kosten.
De totale constante kosten (TCK) zijn kosten die onafhankelijk zijn van de productieomvang.
De totale kosten kunnen worden berekend door de variabele en de constante kosten bij elkaar op te
tellen: TK = TVK + TCK
Als bedrijven te weinig produceren worden de constante kosten niet
geheel terugverdiend. Pas vanaf een bepaalde productieomvang
wordt er winst gemaakt. In het omslagpunt is de winst precies nul.
Het snijpunt van de TO-lijn en de TK-lijn is het break-evenpunt (BEP).
De bijbehorende afzet is de break-evenafzet (BEA) en de bijbehorende
omzet is de break-evenomzet (BEO). Voor het bereken van het break-
evenpunt moet je de formules van de vraag en de aanbod gelijk stellen.
Break even: TO = TK
De marginale opbrengst (MO) is de extra opbrengst van een extra
geproduceerd product. De marginale kosten (MK) zijn de extra kosten van
een extra geproduceerd product. De maximale totale winst wordt behaalt
wanneer de marginale opbrengst en de marginale kosten het zelfde zijn: MO = MK
Hoofdstuk 3 – verzekeren tegen risico’s
Premie = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de verwachte schade
Risico-aversie
Veel mensen houden niet van risico’s en onverwachte vervelende gebeurtenissen. Dit is risico-
aversie: mensen zijn afkerig van risico’s en sluiten een verzekering af. Verzekeren is het afsluiten van
een overeenkomst met een verzekeraar, waarbij de verzekerde premie betaalt en recht heeft op een
, uitkering bij schade of een ongeluk. De meeste mensen willen de financiële gevolgen van een
onzekere gebeurtenis niet zelf dragen. Bij verzekeren wordt het risico gespreid over alle deelnemers
aan de verzekering.
Bij schadeverzekeringen maken we onderscheid tussen een WA-verzekering (Wettelijke
Aansprakelijkheid), waarbij alleen de schade aan anderen wordt vergoed en een allriskverzekering,
waarbij ook de eigen schade wordt vergoed. De WA-verzekering is verplicht de Allriskverzekering
niet.
Moreel wangedrag
Omdat ze toch verzekerd zijn kunnen mensen zich roekeloos gaan gedragen of te grote risico’s
nemen. Dat noemen we moreel wangedrag of moral hazard. Om dit te voorkomen hebben
verzekeringen vaak een eigen risico. Dit houdt in dat je een deel van de schade zelf moet betalen. Als
je eigenrisico bijvoorbeeld €100 is dan betaald de verzekering alles wat meer is dan die €100.
Averechtse selectie
Er zijn goede (lage) risico’s en slechte (hoge) risico’s. Als de premie voor iedereen gelijk is, kunnen
goede risico’s besluiten de verzekering op te zeggen, omdat de premie voor hen te hoog is (ze maken
toch weinig schade). Dan blijven alleen de slechte risico’s over en zal de premie drastisch stijgen. Er is
hier sprake van averechtse selectie: de goede (lage) risico’s verzekeren zich niet meer en alleen de
slechte (hoge) risico’s blijven over. Dit kan op verschillende manieren bestreden worden. Zo kan de
verzekering verplicht worden gesteld. Dit noem je collectieve dwang.
Bij een verplichte verzekering staat solidariteit tussen goede en slechte risico’s voorop. Je kunt
averechtse selectie ook tegen gaan door premiedifferentiatie. Dit houdt in dat de slechte risico’s
meer premie moeten betalen dan de goede.
Asymmetrische informatie
De verzekerden hebben kennis die de verzekeringsmaatschappij niet heeft. We noemen dit
asymmetrische informatie. Wanneer er door averechtse selectie of moreel wangedrag risico’s niet
meer te verzekeren zijn, functioneert de verzekeringsmarkt niet meer. Dit noem je marktfalen. Om
markt falen tegen te gaan zullen verzekeraars proberen meer informatie te krijgen van de potentiële
klant.
Hoofdstuk 4 – de lucht in
3 belangrijke reden om te gaan vliegen:
- Zakelijk personenvervoer, dit zijn vaak lijnvluchten (vaste verbindingen op vaste tijden)
- Toeristisch personenvervoer, dit zijn vaak chartervluchten
(reisorganisatie huurt dit vliegtuig)
- Goederen vervoer, goederen worden hiermee snel vervoert.
De vraag
De vraag (Qv) naar een bepaald goed is afhankelijk van een aantal
factoren: de prijs van het betreffende product, de prijs van andere
producten, het inkomen van de consumenten, de voorkeur (behoefte) van
de consument, het aantal consumenten en de stand van de economie.
De vraagfunctie geeft het verband tussen de vraag (Qv) en de prijs (P)
weer. Dit verband is negatief: als de prijs stijgt dan neemt de vraag af en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annevgils. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.