Wat we verstaan onder ouder worden, ouderen en ouderdom is het resultaat van een
maatschappelijk krachtenspel waarbij politiek, belangenorganisaties, media, bedrijven en
ook ouderen zelf een rol in spelen.
Er kan niet worden gesproken over de oudere, er is veel diversiteit! Deze diversiteit heeft te
maken met maatschappelijke verschillen, individuele verschillen (persoonlijkheid en omgaan
met ouder worden) en verschillen binnen het individu met betrekking tot ouder worden (in
het ene domein iets verliezen, maar in het andere domein iets winnen).
Voorheen werd gezondheid gezien als de afwezigheid van ziekte. Het healthy ageing model
gaat ervan uit dat gezond ouder worden van belang is voor iedereen om het functioneren zo
veel mogelijk te bevorderen en behouden. Dit geldt niet alleen voor mensen zonder ziekten,
maar ook voor mensen met verminderde fysieke/mentale capaciteit. Van belang hierbij is
een toenemende aandacht voor veerkracht. Deze benadering past goed bij de
ouderenpsychologie waarin ontwikkeling wordt gezien als groei, maar ook als behoud van
functioneren en omgaan met tegenslagen en verlies. Er komt in de geriatrie ook steeds meer
aandacht voor veerkracht, zingeving en welbevinden.
Verschuiving van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving waar men zelf
verantwoordelijkheid neemt voor hun gezondheid en welzijn.
Maar: een te grote nadruk op eigen verantwoordelijkheid en autonomie kan problemen
veroorzaken voor diegene die niet meer goed in staat zijn hun belangen in te schatten. De
ouderenpsycholoog moet niet alleen oog hebben voor het bevestigen van de autonomie en
zelfstandigheid, maar ook ondersteunen in de kunst van het loslaten van doelen die niet
meer haalbaal zijn en het durven afhankelijk zijn van anderen.
De maatschappelijke relevantie van ouderenpsychologie neemt toe. Er is een groeiende
behoefte aan wetenschappelijk gefundeerde psychologische kennis en methoden om
ouderen en hun naasten te begrijpen, problemen te voorkomen en behandelen en hun
veerkracht te versterken zodat mensen ook op hoge leeftijd optimaal tot hun recht komen.
Psychologische hulpverlening aan ouderen is grotendeels gelijk als aan jongeren, maar er zijn
ook belangrijke verschillen: leeftijd gerelateerde factoren kunnen grote invloed hebben op
de cliënt, de therapeut en op de voortgang van het therapeutische proces. Een valkuil is dat
problemen van ouderen klakkeloos aan ouderdom worden toegeschreven en als
onoplosbaar worden gezien waardoor behandelbare aspecten worden gemist en er geen
ruimte is voor hoop op verbetering. Het is van belang dat er goed wordt gekeken welke
klachten aan ouderdom zijn gerelateerd en welke aan andere oorzaken.
Het CALTAP-model helpt bepalen welke aanpassingen nodig zijn in de behandeling
van ouderen vanuit verschillende perspectieven. Het stimuleert om zowel aan de
positieve als negatieve biopsychosociale aspecten van het ouderdom aandacht te
geven (positive en negative maturation). Daarnaast is het van belang om aandacht te
besteden aan specifieke problemen die vaak voorkomen bij ouderdom, maar die niet
, een natuurlijk onderdeel van ouderdom betreffen (specifieke uitdagingen). Daarbij
legt het model veel nadruk op de sociale context van oudere en hun bredere
sociaalhistorische context als behorend tot een specifieke cultuur of subcultuur.
Hierin worden ook de cognities en attitudes van de therapeut meegenomen.
Hoofdstuk 2: levenslooptheorieën
Vanuit een levensloopperspectief wordt het proces van ouder worden benaderd als een
aspect van de ontwikkeling die gedurende de gehele levensloop plaatsvindt. Geestelijke
gezondheid van ouderen moet tegen de achtergrond van dit proces worden gezien.
Levensloopontwikkeling is multidimensioneel en multidirectioneel ontwikkeling speelt
zich altijd af op verschillende dimensies die elkaar onderling kunnen beïnvloeden. Meestal
wordt er onderscheid gemaakt tussen fysiek, sociaal en psychologische functioneren en voor
elk aspect kan er sprake zijn van groei, behoud van functioneren of achteruitgang. De
uitkomst van de processen van levensloopontwikkeling kan worden gezien als pathologisch,
normaal, succesvol en optimaal.
De disengagement theorie gaat ervan uit dat goed ouder worden betekent dat men zich
terugtrekt uit de maatschappij en het leven, terwijl de activity theorie goed ouder worden
ziet als een proces waarbij mensen willen blijven deelnemen aan het leven en de
samenleving.
Succesvol ouder worden moet niet alleen worden gekoppeld als criteria van goed
functioneren, maar aan de manier waarop ouderen zelf omgaan met ouder worden. Het
SOC-model beschrijft verschillende vormen van ontwikkelingsregulatie (plasticiteit en
aanpassingsvermogen rondom ouder worden) selectie van de belangrijkste dingen in het
leven, optimalisatie om hogere niveaus van functioneren te bewerkstelligen en compensatie
als proces waarbij verlies of achteruitgang wordt opgevangen.
Levenslooppsychologie biedt een kader om de oudere in diens individualiteit te benaderen
en geeft aanknopingspunten om in te gaan op de beschermende en risicofactoren.
Welbevinden: geestelijke gezondheid dient te worden beschouwd tegen de achtergrond van
het bredere proces van ouder worden. Het WHO beschrijft een goede geestelijke
gezondheid als een hoog niveau van welbevinden in samenhang met een goed individueel
en maatschappelijk functioneren.
- Emotioneel welbevinden: de balans tussen positieve en negatieve gevoelens en de
emotioneel gekleurde beoordeling van het eigen leven.
- Psychologisch welbevinden: zelfacceptatie, persoonlijke groei, levensdoelen,
omgevingsbeheersing, autonomie en positieve relaties welke gezamenlijk het streven
beschrijven om het eigen potentieel te realiseren.
- Sociaal welbevinden: sociale acceptatie, sociale coherentie, sociale groei, sociale
bijdrage en sociale integratie.
Mensen met hoog welbevinden hebben doorgaans minder psychische problemen, maar
deze relatie is niet perfect en het uitblijven van psychische problemen betekent niet
automatisch welbevinden dual-continua model, er zijn twee continua -> zowel
welbevinden als psychische problemen. Men kan dus bezig zijn met stoornissen
, voorkomen en behandelen EN welbevinden behouden en bevorderen, ook wanneer
iemand aan een psychische stoornis lijdt.
Betekenis van ouder worden: ouderen worden gezien als niet competent, maar wel
aardig. Dit stereotype wordt al vroeg gevormd en hebben oudere zelf ook, ze passen dit
beeld niet aan hun ervaring van ouder worden aan. Het is ook van belang dat de
hulpverleners stil staan bij de mogelijke stereotypes die zij zelf kunnen hebben.
Levensverhalen worden gezien als een manier om betekenis te geven aan het ouder
worden in het perspectief van de eigen biografie. Vanuit de levenslooppsychologie is het
opmaken van een levensbalans de belangrijkste ontwikkelingstaak in de laatste
levensfase. Jongeren schrijven ook levensverhalen, maar verschillen in hoe ze deze
verhalen vertellen en welke thema’s bij hun voorop staan (vaak meer individualiteit).
Verhalen worden telkens herschreven, wat de veerkracht van het verhaal uitmaakt ->
hoe mensen moeilijke perioden te boven zijn gekomen. De manier waarop men verhalen
vertelt is verbonden aan geestelijke gezondheid en welbevinden.
Narratieve zorg: ouderen zijn de experts over hun eigen leven.
Hoofdstuk 3: sociaal netwerk en persoonlijke relaties
Ouderen met kleine netwerken van persoonlijke relaties waarin weinig familie en
buurtgenoten zijn opgenomen hebben een verhoogd risico op sociaal isolement en
psychische gezondheidsproblemen.
Voor ouderen is het uitwisselen van steun van belang, zowel instrumentele steun (praktische
hulp) als emotionele steun. Sommige relaties verlenen zich beter voor instrumentele steun
en andere beter voor emotionele steun. Reciprociteit van steun is bij ouderen redelijk in
balans voor emotionele steun, maar minder voor instrumentele steun.
Het netwerk op oudere leeftijd kan niet los worden gezien van het leven dat men daarvoor
heeft geleefd, het is een samenstelling van relaties dat men altijd met zich meevoert en
voortdurend kan wisselen in omvang, kenmerken en inhoud.
Oude ouderen hebben een kleinere netwerkomvang dan jongere oudere, maar deze
verandering gaat niet snel. De omvang kan afnemen omdat het verlies van relaties niet
volledig wordt gecompenseerd door nieuwe relaties en men op de lange termijn wat minder
vaak contact heeft met anderen maar wel meer instrumentele en emotionele steun van het
netwerk ontvangt. Met het ouder worden lijkt een concentratie op de meest nabij staande
personen plaats te vinden. Netwerken kunnen ook veranderen naar aanleiding van een
levensgebeurtenis bijvoorbeeld bij het verlies van een partner doet men een beroep op
de meest dicht bijstaande netwerkleden en is er een reorganisatie van het netwerk nodig
(bijvoorbeeld door verlies contact met echtparen).
Grootouderschap, verhuizing en pensionering dragen alle drie bij aan een intensivering of
vervangen van relaties in het netwerk.
Gezondheid hangt samen met het netwerk: een goede gezondheid is vereist om relaties met
anderen te kunnen onderhouden, een goed netwerk bevordert de gezondheid (vormen een
, buffer tegen negatieve gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen), een slechte gezondheid
vergroot de behoefte aan steun van anderen.
Instrumentele steun wordt zorg bij hulp met activiteiten in het dagelijks leven die de oudere
door gezondheidsredenen niet of niet meer goed kan uitvoeren. Deze zorg kan komen uit
informele bronnen (mantelzorgers personen in het netwerk die niet worden betaald voor
de hulp) en formele bronnen. Partners en kinderen zijn de grootste leveranciers van
mantelzorg voor ouderen en er moet onderling overleg plaatsvinden over afstemming en
samenwerking.
Eenzaamheid: het ervaren tekort aan een bepaalde kwaliteit of kwantiteit van persoonlijke
relaties.
- Emotionele eenzaamheid: een gemis door afwezigheid van intieme relaties, een
emotioneel hechte band met een partner of een beste vriendin. Gevoelens als leegte
en verlatenheid staan centraal.
- Sociale eenzaamheid: gebrek aan sociale inbedding, gekoppeld aan het gemis van
betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen om je heen
- Determinanten van eenzaamheid waarin gedurende het ouder worden
veranderingen optreden partner overlijdt, het netwerk wordt kleiner, emotionele
steun wordt minder vaak uitgewisseld en de gezondheid verslechtert
Interventies tegen eenzaamheid:
- Relatienetwerk verbeteren, waarin het aantal en vooral de kwaliteit van relaties
wordt vergroot vergt actie je moet iets ondernemen om relaties te verbeteren
of nieuwe relaties aan te gaan.
- De behoefte en wensen aan relaties veranderen, zodat ze worden vervuld door de
relaties die er al zijn verandering in denken.
- Een andere betekenis geven aan een situatie, zodat het gemis als minder erg wordt
ervaren leren omgaan met gevoelens van eenzaamheid en deze minder belangrijk
maken verandering in denken.
Sociaal culturele activering maakt de omgeving van de eenzame oudere contactrijker.
Persoonlijke activering maakt mensen bewust van hun eenzaamheid bevorderende gedrag
en houding. Therapie, praatgroepen of cursussen richten zich op een aspect van het
functioneren van de individuele persoon, bijvoorbeeld sociale vaardigheden.
Effectieve interventies bouwen voort op theoretisch onderbouwde strategieën,
gebruiken ervaringen van eerdere interventies, zijn meestal van langere duur en
intensief en zijn vaak gericht op een specifieke doelgroep.
Voorafgaand aan een interventie moet eerst de oorzaak van de eenzaamheid worden
achterhaalt!
De nieuwe generatie ouderen die hoger opgeleid zijn, langer werken en later verweduwen
hebben betere relatienetwerken wat positieve gevolgen kan hebben voor de mate van
participatie in sociale verbanden, het ontvangen van steun en zorg en de mate van
eenzaamheid die zij ervaren. Ouderen onderhouden hun relaties ook steeds vaker online.
Een goed functionerend netwerk is in het bijzonder tijdens de laatste levensfase van belang.
Actieve inzet om eerder in het leven een goedlopend netwerk op te bouwen is adequate
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannekruijzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.