Economie jong & oud
Hoofdstuk 1 – school of baantje
Keuzes die je maakt hebben gevolgen (nadelen en voordelen). Vaak worden keuzes die je
maakt beïnvloed door andere. Als je samenwerkt kunnen dingen minder moeite kosten, denk
bijvoorbeeld aan het maken van een verslag. Je kunt beslissen veel of weinig moeite te doen.
Als jij beslist om hard te werken voor een hoog cijfer, weet je niet of de andere dezelfde
inspanning levert. Er wordt één cijfer gegeven. Als de andere tevreden is met een 6 is er een
kans dat hij zich nauwelijks zal inspannen en jou al het werk laat doen. Hij gedraagt zich als een
meelifter of free rider.
Als er geen samenwerking tot stand komt, dit komt dan door dat ze elkaar niet vertrouwen. Ze
zijn dan bang dat de ander zich niet aan de belofte houdt. Die situatie is een voorbeeld van het
gevangenendilemma of prisoner’s dilemma. Bij het gevangenendilemma is gebaseerd op de
keuze die de ander maakt.
Voorbeeld:
Als ze allebei zwijgen, krijgen ze beide 2 jaar. Als de ene
zwijgt en de andere bekent, krijgt de een 14 jaar en gaat
de andere vrij uit. Als ze beide bekennen, moeten ze
allebei 10 jaar zitten. De dominante strategie is voor
allebei bekennen, dit is zo omdat ze in verhouding
minder lang hoeven te zitten als ze bekennen. (of 10 jaar
of helemaal niet)
Ze kunnen afspreken dat ze samen gaan werken en dus allebei zwijgen, maar hoe betrouwbaar
is deze afspraak. Pas als er een bindende afspraak is zal er samenwerking ontstaan.
Het gedrag van de ene generatie kan gevolgen hebben voor de keuzemogelijkheden van
andere generaties. De jongste generatie bijvoorbeeld is ervan afhankelijk in hoeverre de
werkende generatie bereid is zich in te zetten.
Belangrijke woorden
Free rider (= meelifter) Iemand die profiteert van de inspanningen van een ander.
Dominante strategie = De strategie die wordt gekozen, ongeacht de strategie van de ander. De
voordeligste strategie.
Prisoner’s dilemma (= gevangenendilemma) Een situatie bekend uit de speltheorie waarbij
twee partijen voor de keus staan samen te werken of niet, waarbij samenwerken meer
oplevert dan niet samenwerken.
Bindende afspraak = Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of niet onderuit kunt. In
de speltheorie: men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te volgen.
Levensloop = Verschillende fasen in het leven van een persoon: kinderfase, ouderfase en
grootouderfase.
, Hoofdstuk 2 – De jeugd
Als klein kind kun je nog geen verantwoorde keuzes maken, Dit doen andere dan voor je. Ze
nemen bijvoorbeeld beslissingen over je levensbehoeftes en veiligheid. Je ouders krijg
kinderbijslag hier van zouden ze jou moeten kunnen onderhouden. Ook hoeven ouders vaak
de opvang niet (helemaal) zelf te betalen, werkgevers betalen vaak een bijdrage en ook de
overheid betaalt mee. De overheidsbijdrage is inkomensafhankelijk. Hoog inkomen lage
bijdragen, laag inkomen hoge bijdragen.
Consumeren en sparen
Bij consumeren geef je geld uit voor eigen behoeften. Als je geld spaart is dit het niet
consumeren van een deel van je inkomen. Je verplaatst de bestedingen dan naar de toekomst.
Als je geld wil lenen voor duren spullen dan haal je een consumptie naar voren. Je koopt het
eerst en verwacht later inkomen te ontvangen om de lening af te lossen.
Stromen en voorraden
Inkomen is een voorbeeld van een stroomgrootheid. Stroomgrootheden meet je over een
periode, bijvoorbeeld een maand of een jaar. Spaargeld en schuld zijn voorbeelden van
voorraadgrootheden. Voorraadgrootheden kun je op een bepaald moment meten.
Ruilen over de tijd
Wie spaart, stelt consumptie uit. Als iemand geld leent, wordt dat gebruikt om consumptie te
vervroegen. Zowel bij het uitstellen als bij het vervroegen van de consumptie is er sprake van
‘’ruilen over tijd’’. Wie leent moet rente (het bedrag dat je moet betalen omdat je geld leent)
betalen. Ook bij sparen kan rente een rol spelen. Bij geld dat op de bank staat levert rente geld
(extra) op.
Als je op jonge leeftijd kiest voor een baan ben je een vroeg verdiener, je hebt dan je eigen
inkomen en meer mogelijkheden om te consumeren. Als je besluit door te leren in plaats van
meteen te gaan werken ben je een laatverdiener, je moet dan je consumptie uitstellen.
Belangrijke woorden:
Consumeren = Het kopen van goederen en diensten door gezinnen (particuliere
consumptie) en overheid (overheidsconsumptie) om in bestaande behoeften te voorzien.
Inkomensafhankelijk = De hoogte van een subsidie of bijdrage is afhankelijk van de hoogte
van het inkomen.
Rente = Vergoeding voor spaargeld of leengeld. De prijs van geld. De beloning die betaald
moet worden voor het lenen van geld en die ontvangen wordt voor het uitlenen van geld. (=
interest) Beloning voor de productiefactor kapitaal.
ruilen over de tijd(= intertemporele ruil) Consumptie van nu verschuiven naar consumptie in
de toekomst of omgekeerd.
Sparen = Het niet uitgeven van een deel van het inkomen. Het niet consumeren van een
deel van het inkomen.
Stroomgrootheid = Iets dat over een bepaalde periode, een maand of een jaar, worden
gemeten. Stroomgrootheden staan bijvoorbeeld voor een bepaald bedrag op de
resultatenrekening genoteerd, zoals de omzet en loonkosten.
Voorraadgrootheid = Iets dat op een bepaald moment of tijdstip wordt gemeten, zoals het
spaargeld dat je op 1 januari hebt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annevgils. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.