Paragraaf 1: Onderwerp, Hoofdgedachte en tekstdoel.
Onderwerp en hoofdgedachte:
Elke tekst gaat over een onderwerp en heeft een hoofdgedachte.
Onderwerp : een woord, of een woordgroep die aangeeft waarover de tekst gaat. Het is
geen zin!
Hoofdgedachte: een mededelende zin (dus geen vraag), die het belangrijkste weergeeft
wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Tekstdoel:
Een schrijver of spreker wil met z'n tekst iets bereiken bij z'n publiek: Hij heeft een bepaald
doel.
Er zijn verschillende tekstdoelen:
- Amuseren: Het publiek vermaken met iets wat leuk,spannend of ontroerend is.
- Informeren: Het publiek uitleggen hoe iets in elkaar zit, hoe iets is.
- Opiniëren: Het publiek zelf een mening laten vormen.
- Overtuigen: Het publiek een mening laten overnemen.
- Activeren: Het publiek aanzetten iets te gaan doen (of juist niet te doen).
Elke tekst heeft een van deze doelen als hoofddoel. Soms heeft een tekst een
tweede,bijkomend doel.
Vaak geeft de hoofdgedachte aanwijzingen over het tekstdoel:
- De hoofdgedachte is een constatering: het tekstdoel is informeren of opiniëren.
- De hoofdgedachte is een mening: het tekstdoel is overtuigen en/of activeren.
Titels:
Bij een geschreven tekst staat de titel boven de tekst.
Bij een gesproken tekst wordt de titel soms genoemd in de introductie of vooraankondiging
(een affiche of programmagids).
Er zijn twee soorten titels:
- Een informerende titel geeft aan waarover een tekst gaat, bijvoorbeeld Het
terugbetalen van studieschuld is een groeiend probleem.
- Een motiverende titel maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst, bijvoorbeeld
Afgestudeerden zitten op zwart zaad.
Geschreven teksten hebben vaak de combinatie van een motiverende titel en een
informerende ondertitel.
, Paragraaf 2: Inleiding en slot.
Inleiding: De aandacht trekken:
Een goede tekst bestaat uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot. De inleiding van een
tekst heeft twee functies:
- De aandacht van het publiek trekken.
- Het onderwerp van de tekst introduceren.
De inleiding van een tekst moet de aandacht van het publiek trekken. Schrijvers en sprekers
willen immers dat het publiek verder leest of aandachtig blijft luisteren. De inleiding moet dus
aantrekkelijk zijn.
Manieren om de inleiding aantrekkelijk te maken:
- Naar een actuele gebeurtenis verwijzen.
Een tekst kan beginnen met iets wat nu (in de media, onder de mensen) in de belangstelling
staat. Die actualiteit vormt dan de aanleiding voor de tekst.
- Kort de voorgeschiedenis beschrijven.
De inleiding kan kort weergeven hoe er in het verleden over het onderwerp is gedacht of hoe
ermee is omgegaan. Dat maakt het publiek nieuwsgierig naar hoe het tegenwoordig zit en
dat is dan het onderwerp van de tekst.
- Een aantrekkelijk voorbeeld geven.
Een voorbeeld is een kort verhaaltje, een specifiek geval van het onderwerp van de tekst.
Een bijzondere vorm is de anekdote: een kort, grappig (waargebeurd) verhaaltje.
- Het belang voor het publiek aangeven.
Wanneer de inhoud van de tekst van belang kan zijn voor het publiek, kan daar in de
inleiding op gewezen worden. Zo wordt de aandacht van het publiek getrokken.
Een inleiding wordt ook aantrekkelijk door een sterke eerste zin. Klassieke manieren zijn:
- Een intrigerende vraag: -- Waarom denk men -- waarschijnlijk ook hier in de zaal --
dat wiskunde heel moeilijk is?
- ‘Schokkende’ of opvallende cijfers: -- Een op de tweehonderd inwoners van de
Verenigde staten zit achter slot en grendel.
- Een paradox (een schijnbare tegenstelling): - Onze kennis van de wereld wordt
steeds groter en tegelijkertijd weten we steeds minder.
- Een prikkelend citaat: - ‘Er zijn drie soorten leugens: leugens, keiharde leugens en
statistieken’ zei Benjamin Disraeli.
- Een suggestieve of raadselachtige opsomming: -Een geweer, een koe, een boom en
een vrouw. Wat, dames en heren, hebben deze woorden met elkaar te maken?
Inleiding: Het onderwerp van de tekst introduceren.
De tweede functie van de inleiding is duidelijk maken waarover de tekst gaat. Een
onderwerp kan op de volgende manieren geïntroduceerd worden:
- Er worden een of meer vragen gesteld.
- Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
- Er wordt een probleem geschetst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosabekker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.