Hoofdstuk 1: pedagogiek in het basisonderwijs
Lea Dasberg: School heeft twee taken:
o meeloper (leren om je te kunnen redden in de samenleving)
o dwarsligger (leren kritisch te zijn, je te durven uitspreken en je eigen mening te
vormen)
Micha de Winter: onderwijs moet volgens hem niet alleen individueel, maar veel meer sociaal gericht
zijn. (sociale verbondenheid). Je moet kinderen leren hoe om te gaan met eigen en
gemeenschappelijke belangen. Laat zich inspireren door Perquin (1970)
o pedagogiek is individueel en sociaal gericht.
Biesta: inhoud + doel + relatie
Wil dat kinderen iets leren, iets waardevols leren en dat van iemand leren.
o De leraar is er om dialoog aan te gaan met leerlingen over het verhouden tot de
wereld. (verbinding van mens en wereld)
3 aspecten basisschool:
o De taak van de school de leerlingen voor te bereiden op het leven in een democratische
samenleving.
o De relatie tussen onderwijs en levensbeschouwing.
o De manier waarop volwassenen en kinderen in de school met elkaar omgaan.
Pedagogische opdracht: Kinderen leren leven, leren mens te zijn in deze wereld.
Vakken staan in dienst van dat deel.
Een school moet ook voldoen in stukjes opvoeding waarin ouders niet
kunnen voorzien zoals leren samenwerken
1.3 mensen op weg
opvoeding en onderwijs begeleiden kinderen op weg naar
hun menswording.
Wezenskenmerken van het mens-zijn: (persoonsvorming)
o Creator zijn (ontwikkelen, dingen maken)
o keuzevrijheid hebben (keuzes om doelen te bereiken)
o verantwoordelijkheid dragen (voor zichzelf en
omgeving)
o betekenis geven (mensen ordenen de wereld,
werkelijkheid krijgt waarde)
o zin zoeken en zin geven (mensen vragen zich af wat
ze doen en welke doelen ze willen halen)
Maar; Een mens heeft niet alles in de hand, je kunt het leven
vanuit verschillende perspectieven zien.
Neurowetenschapper Dick Swaab: het gedrag van mensen wordt bepaald door het brein.
Herman van Praag: we zijn meer dan dat, we zijn ook onze geest.
, Ideeën van Nussbaum (capabilities benadering)
o Elk mens heeft talenten en die moeten worden ontwikkeld.
o Elk mens blijft zelf verantwoordelijk voor dit proces
o Een samenleving moet zo ingesteld zijn dat iedereen zijn eigen capaciteiten kan ontplooien
Volwaardig menselijk bestaan: (Nussbaum)
1. Leven (in staat zijn een leven te leiden van normale duur)
2. Lichamelijke gezondheid
3. Lichamelijke onschendbaarheid (vrij van geweld en vrijheid bij seksualiteit)
4. Zintuigelijke waarneming, verbeeldingskracht en denken
5. Gevoelens beleven
6. Praktisch inzicht (weten hoe je een concept op je eigen leven toepast)
7. Sociale banden (in staat zijn met anderen te leven)
8. Biologische soorten (relatie met dieren, planten, natuur)
9. Spel (lachen, spelen en genieten van recreatieve activiteiten)
10. Vormgeving van eigen omgeving (politiek en materieel)
1.6. Opvoeding
Langeveld
Langeveld: opvoeding is een gebeuren waarin de opvoeder, de opvoeding en allerlei factoren op
elkaar inspelen. Onderscheiden:
o Het opvoeden als het handelen dat bewust wordt verricht om een opvoedingsdoel te
bereiken.
o Het actief deelnemen van de opvoedeling zelf aan zijn opvoeding
o De omgang
o Het milieu
Er is sprake van opvoeden als de opvoeder bewust met het oog op een doel een opvoedingsmiddel
hanteert. Dit moet voor het kind zo onopgemerkt mogelijk gebeuren. In zo’n opvoedingsrelatie moet
vertrouwen en gezag zijn.
Doel van het onderwijs (Langeveld): volwassenheid en de daarbij horende zelfverantwoordelijke
bepaling.
Opvoeders
Natuurlijke opvoeders: ouders
Beroepsopvoeders: leraren
Als het kind ouder wordt, neemt het gezag van de opvoeder af en de zelfstandigheid, vrijheid en
verantwoordelijkheid van het kind toe.
Führen en Wachsen-lassen
o Führen: een kind moet geleid worden. De opvoeder bepaalt wat een kind moet doen. Het
kind heeft zelf weinig invloed. (cultuurhistorisch mensbeeld)
o Wachsen-lassen: natuurlijke ontwikkeling staat voorop. Je moet een kind iets leren als ie
eraan toe is. Het kind mag veel zelf ontdekken. Montessori was hier groot voorstander van.
Vygotsky: een kind kan morgen dingen doen die hij vandaag van een volwassene leert (Führen)
Zone der naaste ontwikkeling: dat een kind binnenkort zou kunnen
Imelman: opvoeding heeft een intentioneel karakter (opzet) en een functioneel karakter (onbedoeld)
1. Het gaat over het doel van opvoeden
2. Er is geen verschil tussen opvoeden en onderwijzen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dionneh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.