100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Lichamelijk functioneren 1 samengevat $5.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Lichamelijk functioneren 1 samengevat

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staat beknopt de informatie die je moet kennen voor het tentamen Lichamelijk Functioneren 1. Het is fijn om voor jezelf het boek ernaast te houden, omdat hier veel afbeeldingen in staan die helpen bij een beeld vormen.

Preview 3 out of 27  pages

  • May 31, 2022
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Lichamelijk Functioneren

Thema 1: cellen, weefsels, bloed en immunologie

M. 1.2
Anatomie: (Grieks voor opensnijden) Studie van in- en uitwendige structuren en de fysieke
relaties tussen lichaamsdelen.
Fysiologie: studie v.d. manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten.
Het verband tussen anatomie en fysiologie: uit anatomische informatie komen aanwijzingen
naar voren over mogelijke functies; fysiologische mechanismen kunnen vaak verklaard
worden op basis van de achterliggende anatomie.
Macroscopische anatomie: onderzoek naar kenmerken die met het blote oog zichtbaar zijn.
- Uitwendige anatomie: bestuderen van algemene vorm en oppervlakte kenmerken.
- Regionale anatomie: bestuderen van oppervlakte- en inwendige structuren van
bepaald gebied van lichaam; hoofd, hals, romp
- Systematische anatomie: structuur van belangrijke orgaanstelsels (=een groep
organen die samen op een gecoördineerde wijze functioneert).
Microscopische anatomie: hierbij worden structuren bestudeerd die niet zonder vergroting
zichtbaar zijn.
Cytologie: inwendige structuur van afzonderlijke cellen.
Fysiologie: studie van het functioneren v.d. anatomische cellen.
Celfysiologie: bestuderen van het functioneren van levende cellen.

De fysiologie van de mens is de studie van de functies van het menselijk lichaam.

M. 1.4
Het lichaam kan in elf orgaanstelsels worden verdeeld die allemaal samenwerken en de
grenzen tussen de stelsels zijn niet absoluut (iets wat los gezien moet worden van al het
andere). Behalve de huid is geen 1 orgaanstelsel vanaf het lichaamsoppervlak te zien.
De elf orgaanstelsels:
1. De huid: beschermt het lichaam en speelt een rol bij het reguleren van de
lichaamstemperatuur.
2. Het beenderenstelsel: ondersteunt, beschermt weefsels en het het vormt bloedcellen.
3. Het spierstelsel: zorgt voor stevigheid en maakt beweging mogelijk.
4. Het zenuwstelsel
5. Het endocriene stelsel
6. Het cardiovasculaire stelsel
7. Het lymfestelsel
8. Het ademhalingsstelsel
9. Het spijsverteringsstelsel
10. Het urinaire stelsel
11. Het voortplantingsstelsel
(vanaf blz. 9 afbeeldingen bekijken in Martini)

Onder homeostase wordt het bestaan van een stabiel intern milieu verstaan. Om te
overleven moet elk levend organisme homestase handhaven.

,Onder homeostatische regulering worden de aanpassingen v.d. fysiologische systemen
verstaan waardoor homeostase wordt gehandhaafd. Homeostatische regulering omvat
meestal een (1) receptor die gevoelig is voor bepaalde verandering in omgeving, oftewel
prikkel, (2) een besturingscentrum/intergratiecentrum, dat informatie van receptor ontvangt
en verwerkt; en (3) een effector (cel/orgaan) die reageert op signalen van besturingscentrum
en waarvan de werking de prikkel tegengaat of versterkt.
De wijze van homeostatische regulering wordt negatieve terugkoppeling genoemd.
Belangrijkste kenmerk negatieve terugkoppeling: ongeacht of prikkel bij de receptor
toeneemt of afneemt, werkt een variatie buiten de normale grenzen een automatische
reactie op waardoor de situatie wordt gecorrigeerd.
De toename van het resultaat, zal een remming van het proces veroorzaken.

Human diseases (p. 4-8)
Pathologie= ziekteleer, een medisch specialisme dat ziekten diagnosticeert. En ze
onderzoeken de oorzaken en mechanismen waardoor ziekte ontstaan.
Asymptomatische ziekte is een ziekte zonder ziekteverschijnselen.
Een syndroom is een groep symptomen die samen plaatsvinden en een bepaalde ziekte
karaktiseren.
Een aandoening is een functionele afwijking die niet per se verband houdt met een
specifieke oorzaak of lichamelijke afwijking.
Diagnose is het proces waarbij een ziekte of aandoening wordt geïdentificeerd.
Een prognose is een uitspraak van een arts over het vermoedelijke verloop en uitkomst van
de ziekte.
Een acute ziekte begint plotseling en heeft een korte duur. Een terminale ziekte is een ziekte
die eindigt in dood. Een chronische ziekte heeft een langzame, minder ernstige begin en een
lange duur van maanden of jaren.
Sommige ziekten gaan een periode van remissie binnen waarin de tekenen en symptomen
afnemen of verdwijnen. Een remissie wordt niet als een remedie (geneesmiddel)
beschouwd. Ook gaan sommige ziekten in een periode van exacerbatie, waarin de tekenen
en symptomen verergeren.
Een complicatie is een gerelateerde ziekte of een andere abnormale toestand die ontstaat
bij een persoon die aan een ziekte lijdt. Bij terugval komt na genezing de ziekte weer terug.
De nasleep van een ziekte heet sequel.
Het sterftecijfer is het aantal doden dat plaatsvindt bij mensen met een bepaalde ziekte.
De ziektecijfers (incidentie) zijn het aantal zieke gevallen in een populatie.
De epidemiologie is de wetenschappelijke studie van het voorkomen en van de verspreiding
van ziekten onder de bevolking.
Etiologie is het bestuderen van oorzaken van bepaalde verschijnselen.
Pathogenese is het stapsgewijs ontstaan, ontwikkelen en verloop van een aandoening of
ziekte. Idiopathisch is wanneer een oorzaak van een ziekte onbekend is.

1.7
De anatomie hanteert een eigen taal genaamd de medische terminologie. Een eponiem is
een woord dat is afgeleid van een eigennaam. Anatomische beschrijvingen hebben
betrekking op een mens in anatomische positie: staand, met handen naast lichaam,
handpalmen naar voren en voeten bij elkaar. Bladzijde 18 bekijken over doorsneden!

, Term Gebied of referentie Voorbeeld
Anterior De voorkant; voor -
Posterior De achterzijde; achter -
Ventraal De buikzijde (synoniem anterior) Navel is ventraal v.d. romp
Dorsaal De rugzijde (synoniem posterior) Schouderblad is dorsaal t.o.v. thorax
Craniaal/ Het hoofd Craniale/cefale rand van bekken bevindt zich boven de dij
cefaal
Caudaal De staart Heupen bevinden zich caudaal t.o.v. de schouders
Superior Boven, op hoger niveau Neus bevindt zich superior t.o.v. de kin
Inferior Onder, op lager niveau Knieën bevinden zich inferior t.o.v. heupen
Mediaal In richting v.d. lengteas van lichaam Handen mediaal naar borstkas, komen uit bij sternum
Lateraal In buitenwaartse richting weg v.d. Vingers lateraal vanaf neus bewegen, komen bij ogen uit
lengteas van het lichaam
Proximaal In richting van aanhechtingspunt Dij bevindt zich proximaal t.o.v. voet
Distaal In richting weg van aanhechtingspunt Vingers distaal t.o.v. pols

Flexie= spier samentrekken
Extensie= spieren uitrekken

Transversaal vlak= een dwarsdoorsnede
Frontaal vlak= mens in de lengte, verdeeld lichaam in een ventraal en dorsaal gedeelte.
Sagittaal vlak= een rechter- en linkerhelft.

M. 1.8
Het inwendige gedeelte van het lichaam is opgedeeld in de borstholte, de buikholte en de
bekkenholte.
Borstholte wordt van buik- en bekkenholte gescheiden door diafragma.
Functies lichaamsholten: (1) het beschermen van kwetsbare organen tegen stoten/
schokken van buitenaf en (2) ze laten verandering van vorm en omvang van inwendige
organen toe.
De ventrale lichaamsholte= coeloom
De borstholte bevat 3 compartimenten. Abdomen en de pelvis (bekken) vormen samen een
holte waarvan de wanden bekleed zijn met sereus membraam dat oppervlakten van viscera
(ingewanden) bekleedt.
De laag die binnenste oppervlak v.d. wand van het lichaam bekleedt heet pariëtale laag.

De borstholte bevat twee pleuraholte (die elk een long omgeven) en een pericardiale holte
(die het hart omgeeft). De buik- en bekkenholte bevat peritoneale ruimte, een inwendig
compartiment dat bekleed is met peritoneum (buikvlies), een sereus membraam.

Anatomie van een modelcel
Het plasmamembraam is een dubbellaag van lipiden waarin fosfolipiden, proteïnen en
koolhydraten zich bevinden. Functie= isolatie, bescherming, gevoeligheid, regels het in- en
uitgaan van stoffen.
Het cytoplasma bestaat uit cytosol (intracellulaire vloeistof) en intracellulaire structuren die
met de verzamelnaam organellen worden aangeduid. Organellen vervullen specifieke

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marleenvanmiddendorp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.92
  • (0)
Add to cart
Added