Dit is mijn samenvatting ethiek, volledig gebaseerd op mijn notities, soms ook aangevuld met het boek (waar nodig) gezien wat we moesten kennen, dat is dat tijdens de lessen is behandeld. Ik studeerde enkel dit document en behaalde een 13/20 in eerste zit.
Samenvatting Ethiek
Inleiding. Wat is ethiek?
Terminologische verduidelijking:
Moraal Moreel Moraliteit
Ethos Ethisch Ethiek
Zeden Zedelijk Zedelijkheid
Termen verwijzen naar elkaar (zelfde thematiek)
Bron is het Grieks:
o Ethos1: verblijfplaats van dieren, gewoontes, zede, gebruik, geheel
van regels eigen aan een groep (waar de samenleving zichzelf kan
zijn) maatschappelijk
Bv. Taal (Nederlands), tradities (carnaval) Kies je zelf niet,
evoluties hierin ook
o Èthos2: karakter, gezindheid, grondhouding individueel
Bv. Geweten, innerlijke overtuigingen
Moraal = een objectief beschrijfbaar systeem van gedragsregulering
m.b.t. wat goed of slecht is, geoorloofd of verboden bij individu of groep
(ethos)
Moraliteit = de klemtoon op het kwalitatief niveau of gehalte van
handelen en handelingsbewustzijn (standpunt van het subject)
(èthos)
Ethiek = een systematisch-kritische reflectie over moraal en
moraliteit en de interactie tussen die twee
o = praktische wijsbegeerte: handelt over zedelijke begrippen en
gedragingen; over wat goed & kwaad is = weten omwille v/h
handelen
Vormen van ethiek
Descriptieve ethiek = wat je gebruikt om de moraal/ethos in kaart
te brengen (beschrijft menselijk gedrag, en verklaart het vaak ook
a.d.h.v. vorige factor)
o Vb. menswetenschappen (psychologie, sociologie,…) of terug te
vinden in fictie en literatuur
o Vb. Max Weber (hebben protestanten ander economisch systeem
dan katholieken?), Emile Durkheim (verband cohesie en gebrek
eraan)
o ! Risico dat je van descriptieve ethiek naar normatieve ethiek gaat !
o Kohlberg en zijn dilemma’s (wilde aantonen hoe opvattingen
evolueren over de geschiedenis heen) bv. Heinz-dilemma:
Stadia van de morele ontwikkeling
Pre-conventioneel niveau (N1): regels volgend uit
gehoorzaamheid t.o.v. autoriteiten (1a) regels
volgen uit eigenbelang (straf vermijden, beloning)
(1b)
, Conventioneel niveau (N2): verwachtingen van
anderen vervullen en loyaal zijn (2a) de wetten
respecteren, doen wat we moeten doen (2b)
Postconventioneel niveau (N3): houden aan
onderlinge afspraken zodat we er allebei beter van
worden (3a) volgen van universele
rechtvaardigheidsprincipes voor algemeen belang
(3b)
Kohlberg trekt hieruit de conclusie dat mannen moreel
hoogstaander zijn dan vrouwen (risico dat het dus te
normatief wordt)
Normatieve ethiek = deze ethiek gaat over de geldigheid van de
normen, waarom hebben (juridische) normen een bepaald effect?
(= moraalfilosofie) antwoord op ‘waarom-vraag’
o Algemene ethiek: bestudeert normatieve en meta-ethische
problemen in hun algemeenheid, zonder ze toe te spitsen op
concrete situaties
Individuele ethiek (micro-ethiek): menselijk handelen,
legitimerende normen & funderende beginselen kritisch
onderzocht op individueel vlak “face to face”
Collectieve/sociale ethiek (macro-ethiek): menselijk
handelen wordt onderzocht in licht van mens als
gemeenschapswezen over groepen
o Bijzondere ethiek (= toegepaste ethiek): algemene principes
in verband brengen met bijzondere situaties
Meta-ethiek (tweede-orde-moraalfilosofie) = ethiek die nadenkt
over de ethiek zelf & over de wijze waarop morele regels worden
geformuleerd men denkt na over haar semantische & logische
o Semantische: bv. wat is de betekenis van ‘moeten’
o Logische: bv. problemen rond de verificatie v/e ethische
uitspraak
o Vb. verlopen morele redeneringen op dezelfde manier als niet-
morele redeneringen?
Hoofdstuk 1: problemen voor een normatieve ethiek
Legitimeringscrisis
1. De paradox voor een actuele ethiek
De vaststelling dat het problematisch is om een normatieve ethiek
te funderen
De hedendaagse ethiek is terecht gekomen in een paradox
‘Morele crisis’ (naast een economische, politieke,… crisis)
o Dat is niet dat traditionele waarden verloren gaan (geen
“vroeger was het beter”) of niet het ontbreken van een
dergelijke herformulering van de nieuwe kernwaarden (bv.
UVRM, maar teksten lijken niet echt te leven)
o Wél een universele ethiek die intersubjectief (= tss alle
mensen) geldig is en zichzelf wil verantwoorden die schijnt
, tegelijkertijd noodzakelijk en onmogelijk te zijn (Paradox van
Apel)*Durft dit wel eens te vragen op examen
Dankzij onze wetenschappelijke en technologische
mogelijkheid (meer geconfronteerd met grote
verantwoordelijkheid)
Noodzakelijk: planetaire verantwoordelijkheid: bv. Het
verdwijnende Amazonewoud (voor iedereen belangrijk,
dus noodzakelijk)
Onmogelijk: de taal waarin wetenschap en techniek tot
uitdrukKIng wordt gebracht is zo formeel dat de
dagdagelijkse ethiek er moeilijk mee kan worden
uitgedrukt
Paradox van Apel = dezelfde reden waarom we nood hebben aan
een universele ethiek is ook de reden waarom het niet kan om erop
te antwoorden. Komt door een wereld van wetenschap & ethiek.
o Kan op een macro- of micro-niveau (Chernobyl – autobotsing)
Wetenschappelijke en technologische ontwikkeling = universeel
met wereldomvattende effecten
Noodzakelijk: voor universele Onmogelijk: een universele ethiek
effecten hebben we een universele bekomen kan niet, want ethiek is
ethiek nodig niet formeel
De disjunctie feit-waarde
o = logisch probleem van de moderniteit
o Feiten en waarden vallen niet noodzakelijk samen
Wel Of Niet
a Oa a
ab ab ab
b Ob Ob
a. Logisch: ethisch standpunt funderen op basis van een logische
redenering!
o Logische redeneringen moeten logisch doorvloeien niet van
een feit naar “moeten”: kan nooit vanuit een object worden
aangebracht
o Er moet geredeneerd worden
b. Historisch: morele voorschriften zijn aanduidingen van een
bestaande orde werkelijkheid wordt functioneel benaderd
Moderniteit is een periode waarin we op een nieuwe manier zijn gaan
denken
o Traditie: op basis van de essentie bepaal je de existentie (bv.
pen is goed als ze doet waarvoor ze bedoeld is (Aristoteles), nl.
schrijven; van een mens: rationaliteit (is het goede, het slechte
is niet rationeel zijn))
de mens draagt bij tot een rationeel geordende werkelijkheid
, o Moderniteit: op basis van de existentie bepaal je de essentie,
de waarde blijkt uit het gebruik (Sartre: l’existence précède
l’essence)
Feiten vloeien voort uit waarde, we weten pas op einde van
ons leven wat onze eigen essentie is, we moeten zelf gaan
evalueren
Gaat gepaard met nogal wat onzekerheid over het invullen van
ons leven, kan leiden tot een (nogal groot) dipje
De disjunctie tussen feiten en waarde vind je ook nog eens terug als
disjunctie tussen doel en middel (het juiste middel om het doel te
bereiken)
o Entzauberung der Welt (Max Weber): de moderne mens
wordt geconfronteerd met een onttovering van de wereld door
wetenschap: één keer dat het symbolische/magische wegvalt,
krijg je een discussie van doelrationaliteit ( afwegen van wat de
meest efficiënte manier is om ons doel te bereiken) vs.
waarderationaliteit (handelen dat wordt beheerst door een
geloof aan de objectiviteit van ethische/religieuze waarden)
Schets van onze leefwereld als (post)modern
Voor het eerst gebruikt in de architectuur:
1. Kasteel van Arenberg: situering (laat-gothisch), tijdens de
restauratie hebben de architecten een hedendaags element
eraan toegevoegd
2. KBC-gebouw: men gebruikt Romeinse (bv. zuilen) en Egyptische
(glazen piramide) elementen in een gebouw van eind jaren 80
Ook in de kunsten doorgedrongen:
o Bv. de naam van de roos (detectiveverhaal in ME abdij met vele
lagen meerdere lagen is typisch voor hedendaagse cultuur,
ook het door elkaar lopen van genres)
1. Oorsprong
o “Het experiment van de Moderne Tijd” (H. De Dijn), onze
cultuur is gaan experimenteren en heeft een breuk gemaakt met
het oude
Vb. de leerling-tovenaar: wij als moderne denkende mensen
hebben geprobeerd om de natuur te ontrafelen, en zijn daarin
altijd verder gegaan, tot we zijn doorgedrongen tot de
bouwstenen van de natuur (bv. kernenergie, DNA), maar weten
we wel waar het ons allemaal toe leidt?
o Laatmoderniteit = het doordringen van het besef dat alles wat
we doen, dat dat niet noodzakelijk vooruitgang is (vb. de val van
de Berlijnse muur men dacht dat de wereldvrede zou
uitbreken)
a. Het ideaal van zelfbeschikking
o De idee van een volkomen ontplooiing o.b.v. intellectuele
autonomie en van het zichzelf de wet stellen.
Intellectuele autonomie = staven o.b.v. empirisch onderzoek
o De moderne mens wil over zijn eigen leven kunnen beslissen:
denken = zelf je eigen mening vormen, zelf denken (vanaf 16e E)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.68. You're not tied to anything after your purchase.