Sociologie van Media en ICT
ACADEMIEJAAR 2021 - 2022
Axelle De Preter
, Hoofdstuk 1: Inleiding mediasociologie
1. Mediasociologie: de relatie tussen media en maatschappij
Sociale institutie: door de samenleving ontworpen en opgelegde handelingspatronen
→ ordenen de samenleving door het vervullen van essentiële functies (vb. opvoeding, voortplanting,
zingeving)
Sociale structuur: het georganiseerde, onderliggende patroon van sociale instituties die de samenleving
vormen
Sociale categorie: mensen die bepaalde kenmerken delen
Media als afspiegeling:
Doorgeefluik van wat er in de samenleving leeft
Vb. bepaalde denkbeelden krijgen meer aandacht omdat ze binnen een samenleving sterker aanwezig
zijn
Media als vormende kracht (molding forces):
Media beïnvloeden samenleving
Impact op vorm en richting van verandering in de samenleving
Vb. politieke vertekening
Media als representatie:
Wisselwerking
Actieve selectie en constructie ≠ neutraal
2. De historische relatie tussen mediastudies en sociologie
Evolutie naar sociale psychologie: effect op individu
Verzelfstandiging communicatiewetenschappen
Sociologie als permanente bron van inspiratie
PAGE 1
,3. Sociologie van de moderne maatschappij
Feodaliteit → moderniteit:
Secularisering: einde dominantie kerk
Rationalisering: traditionele ideeën werden vervangen door methodisch denken en het procedureel
inzetten van kennis en middelen om concrete dingen te bereiken
Moderniteit → postmoderniteit:
Industrialisering (begin 18de eeuw): vervangen van menselijke en dierlijke arbeid door machines
Urbanisering (einde 19de eeuw): toename van de bevolkingsdichtheid in stedelijke gebieden
Bureaucratisering: hiërarchische organisatie op basis van geschreven, formele regels, procedures en
aanspreekpunten die kenmerkend zijn voor geïndustrialiseerde samenlevingen
Kapitalisme: Westers economisch systeem dat steunt op winstmaximalisatie binnen een vrije markt
Marx & Engels: systeem van exploitatie waarbij kapitalistische klasse over kapitaal beschikt en dus
een ongelijke en dominante machtspositie heeft tegenover de arbeidsklasse
Weber: kapitalisme is voedingsbodem tot zelfontplooiing, innovatie en creativiteit
Consumentisme (20ste eeuw): streven naar gevoel van vervulling, ondanks economische uitbuiting en
ecologische schade → samenlevingen worden afhankelijk van materialistische levensstijlen en
massaconsumptie
Globalisering: verkleinen van de afstand tussen geografisch verspreide populaties → transnationaal
Postmoderniteit:
Samenlevingen evolueren niet onvermijdelijk op een uniforme, gestructureerde wijze in dezelfde richting
Ideeën moderniteit onder druk door negatieve gevolgen die samenlevingen ervaren
Anthony Giddens: beter spreken van ‘late’, ‘hoge’ of ‘reflexieve’ moderniteit → deze invulling erkent zowel
de positieve en negatieve consequenties van de evolutie van feodaliteit naar moderniteit
PAGE 2
, Hoofdstuk 2: Decompositie van media
1 2 3 4
Vb. bevragen van makers Vb. hoe vaak komt Vb. worden kijkers
serie racisme aan bod en hoe zelf ook racistisch?
wordt er over gepraat?
1. Media als industrie
Media zijn ingebed in economische logica, met impact op de mediaproductie:
Kritisch politieke economie Media-economie
redeneren volgens liberale logica
studie van machtsrelaties die aan de basis
liggen van productie, distributie en welvaartscreatie gebaseerd op
consumptie middelen vrijemarktprincipes, zo wordt er ruimte
gecreëerd voor diversiteit
nadruk op ongelijkheden en rol beleid in het
al dan niet ingrijpen op de markt = normatief vrijheid leidt tot kwaliteit
alternatieven aanbieden = prescriptief ~ Weber: kapitalisme als drijvende kracht
~ Marx: kapitalisme als uitbuiting
Commercialisering van media:
1. Privatisering: publieke omroep verkocht aan private investeerders
2. Liberalisering: openbreken van een markt voor private, commerciële spelers (Vb. VTM)
3. Deregulering: versoepelen van de regels (Vb. meer en meer reclame)
4. Verzelfstandelijking: commerciële druk op publieke media
Mediaconcentratie/mediaconvergentie: verschillende bedrijven komen in dezelfde handen om uit te kunnen
groeien tot een grote speler om de kleinere spelers buiten spel te zetten ↔ deconvergentie
Horizontale concentratie: bedrijven die actief zijn in
hetzelfde domein waardoor het marktaandeel vergroot
~ verschillende mediatypes
Vb. radioproductie & televisieproductie &
printproductie & onlineproductie
Verticale concentratie: bedrijf verwerft meerdere
economische activiteiten in waardeketen om positie te
versterken
Vb. Telenet (provider) creëert Streamz
Crossmediale concentratie: tussen verschillende mediatypes
Vb. krant maakt online nieuwswebsite
PAGE 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller axelledepreter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.70. You're not tied to anything after your purchase.