100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mediarecht (UA_1100PSWMRE) (20/20 gehaald) $6.40
Add to cart

Summary

Samenvatting Mediarecht (UA_1100PSWMRE) (20/20 gehaald)

 22 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de slides, aangevuld met eigen notities, van het vak Mediarecht gegeven door Elke Cloots

Preview 3 out of 30  pages

  • June 1, 2022
  • 30
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Mediarecht 2021-2022



Les 1: Mediarecht, vrijheid van meningsuiting en
mediavrijheid
Mediarecht = geheel van regels en beginselen die van toepassing zijn op het fenomeen ‘media’ in de
ruimste zin van het woord
 gaat dus om
- oude media: vb. theater, krant, radio en tv
 nog steeds grote rol in verspreiding van boodschappen, zeker bij grote gebeurtenissen
- nieuwe media: vb. interne en sociale media
- verspreiders van boodschappen = media in technische zin
 dienstverleners (vb. Telenet en Proximus) en netwerkoperatoren (vb. FB en Instagram)
- makers van boodschappen = ‘content providers’
 vb. productiehuizen, journalisten
 convergentie = maker van boodschap is ook verspreider ervan (vb. Telenet: SBS & De Vijver)
 regels in grondwet zijn gemaakt voor ‘oude’ media, dus men moet nu kiezen of men deze gaat
herschrijven of evolutief zal interpreteren

3 redenen voor complexiteit van mediarecht
1. Continu nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen
a. Liberalisering van markt zorgt voor meer spelers, meer concurrentie en meer conflicten
b. Technologische ontwikkelingen (vb. reclame doorspoelen, gegevensverzameling…)
 vroeger enkel de BRT, nu ook commerciële zenders, streamingdiensten, uitgesteld kijken…
 voorbeelden van conflicten die hierdoor ontstonden
o Telenet vs. DPG Media bij oprichting van Streamz
o Data van publiek worden verzameld en doorverkocht, gebruikt als betaalmiddel
o Mogelijkheid tot doorspoelen van reclame vormt probleem voor commerciële zenders
die reclame-inkomsten nodig hebben om te kunnen werken

2. Conflicterende belangen
 vrijheid van meningsuiting is dé belangrijkste pijler, hét basisprincipe van mediarecht
MAAR uitoefening van dit recht kan grondrechten van anderen schaden (vb. privacy,
gelijkheid, kinderrechten, eerlijk proces…)
 steeds nagaan welk recht primeert en vraag stellen of het volgens het recht verboden is om
bepaalde uitspraak te doen

3. Regels van verschillende overheden
a. Vlaanderen: Mediadecreet
b. België: bescherming van persoonsgegevens, auteursrechten…
c. EU: vrije concurrentie, vrijheid van verkeer, bescherming van persoonsgegevens
d. WHO: auteursrechten
 dienen om eerlijk speelveld te creëren en burgers te beschermen, maar kunnen soms ook
tegenstrijdig zijn en voor verwarring/onduidelijkheid zorgen

Actuele voorvallen waar mediarecht aan te pas komt
- Mark Zuckerbergh bij Europees Parlement i.v.m. data protection (Cambridge Analytica)
- Donald Trump – verspreiding van fake news
- Peter Van de Veire, Sean Dhondt en Stan Van Samang – Eveline, verspreiding van beelden

1

,Samenvatting Mediarecht 2021-2022


- Jef Hoeyberghs, Schild & Vrienden – vrouwonvriendelijke en racistische uitspraken

Vrijheid van meningsuiting = principe van totale vrijheid om te zeggen, schrijven, publiceren… wat je
wil, tenzij uitdrukkelijk verboden
↔ in dictatuur: meningsuiting is verboden tenzij expliciet toegelaten

Mediarecht waakt over de grenzen van vrijheid van meningsuiting, vrijheid is niet absoluut
- Vrijheid van anderen
 privacy, gelijkheid, kinderrechten… d.m.v. wetgeving inzake laster en eerroof, hate speech…

- Algemeen belang
 pluralisme, eerlijke concurrentie… d.m.v. o.a. Vlaams Mediadecreet

Bronnen
1. First Amendment of the US Constitution (= Amerikaanse grondwet)
 het Congress mag vrijheid van meningsuiting en persvrijheid niet beperken
 al sinds 18e eeuw zeer grote bescherming in VS

2. Belgische grondwet
a. Art. 19: vrijheid van meningsuiting (algemene bepaling)
b. Art. 25: persvrijheid (meer specifieke bepaling)
 verbod op censuur + cascadeaansprakelijkheid (zie verder)
c. Art. 150: volksjury bij Hof van Assisen is bevoegd voor drukpersmisdrijven en persdelicten
 rechters zouden mogelijk te veel meegaan met de machthebbers en de media

3. Art. 10 EVRM (Raad van Europa)
 ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting = vrijheid een mening te koesteren en
vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken
 brengt plichten en verantwoordelijkheden met zich mee en kan dus worden onderworpen
aan formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties die bij wet voorzien zijn in kader
van het algemeen belang (openbare veiligheid, bescherming van goede naam en zeden…)
 gaat verder dan eerste amendement uit VS
 hier wel beperkingen mogelijk, meer nuancering door ervaringen met wereldoorlogen
 Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ziet toe op naleving

4. Art. 19 BUPO (VN)
 maakt onderscheid tussen
a. recht een mening te koesteren
b. recht op vrijheid van meningsuiting = vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard
ook op te sporen, te ontvangen en door te geven)
 aan uitoefening hiervan zijn bijzondere plichten en verantwoordelijkheden verbonden
en kan dus bij wet aan beperkingen gebonden worden in belang van rechten/goede
naam van anderen en in belang van nationale veiligheid of ter bescherming van
openbare orde, volksgezondheid of goede zeden

5. EU-handvest (EU)
a. Art. 10 – De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
b. Art. 11 – De vrijheid van meningsuiting en van informatie
c. Art. 52 – Reikwijdte en uitlegging van de gewaarborgde rechten en beginselen


2

, Samenvatting Mediarecht 2021-2022


 beperkingen zitten vervat in apart artikel, bij EVRM en BUPO zit dit in zelfde bepaling vervat
 Hof van Justitie ziet toe op naleving van alle Europese regels




Grondslagen = redenen waarom we vrijheid van meningsuiting (VMU) beschermen
1. Instrumentele grondslagen = gunstige gevolgen van VMU
a. Individuele zelfontplooiing
 mens kan zich maar volledig ontplooien als het gedachten kan wisselen met anderen
b. Democratie (persvrijheid!)
c. Waarheid
 ‘komt pas echt bovendrijven als iedereen zich vrij kan en mag uitdrukken’
 free marketplace of ideas = ‘valse ideeën zullen verdrongen worden’
 in België (nog?) geen wet die onware info of desinformatie verbiedt in het algemeen
 wel al specifieke wetten
i. Negationismewet (= ontkennen van Holocaust is verboden)
ii. Laster en eerroof (art. 442 Sw.)
iii. Valsheid in geschriften
iv. Valse getuigenis of meineed
 belangrijke arrest: EHRM Handyside - ‘the little red school book’ (~ zelfontplooiing)
 boekje waarin 2 Deense leraren jongeren aanmoedigden bepaalde maatschappelijke
normen in vraag te stellen, ging ook over seks, alcohol, roken, drugs…
 sommigen vonden dat goede zeden hierdoor werden aangetast waardoor boekje
niet overal mocht worden uitgegeven
 Handyside (uitgever) stapte eerst naar nationale rechter en vervolgens naar EHRM
 EHRM oordeelde dat goede zeden primeren op VMU en dat landen uitgave van
het boekje dus wel mochten verbieden

2. Deontologische grondslagen = VMU is waardevol op zichzelf
 VMU is geen middel, maar doel op zich en vormt de kern van een rechtvaardige samenleving
 overheid moet burgers behandelen als autonome en rationele wezens met respect voor hun

menselijke waardigheid

Toepassingsgebied = zaken die beschermd worden door VMU
 heel ruim en daardoor dus ook snel sprake van een beperking op VMU
- inhoudelijk: alle mogelijke categorieën van informatie en ideeën
 vb. politiek, artistiek, historisch, commercieel…
 VMU geldt dus niet alleen voor info en ideeën die gunstig worden onthaald of als onschuldig
en onverschillig worden beschouwd, geldt ook voor info en ideeën die anderen kunnen
schokken, verontrusten of kwetsen
 EHRM Lingens t. Oostenrijk
 Lingens had bondskanselier onwaardig, immoreel genoemd omdat hij steun had betuigd
aan voormalige SS’ers, bondskanselier stapte naar rechtbank voor laster en eerroof
 journalist werd in Oostenrijk veroordeeld, maar EHRM oordeelde nadien dat hiermee
VMU geschonden was aangezien pers waakhond is van democratie + waarheid van
waardeoordelen niet bewezen kan worden
 politieke opinie en persvrijheid worden bijzonder beschermd omwille van democratie,

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maitedeleebeeck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.40  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added