Politiek samenvatting PowerPoint
Les 1
Plato bestuur samenleving te ingewikkeld, moet aan deskundigen en geschoolden
overgelaten worden.
Aristoteles alleen lid van samenleving als je aan het bestuur ervan deelnam.
Hobbes één absolute heerser, mensen gevaar voor elkaar en moeten in bedwang
gehouden worden om de samenleving te kunnen handhaven.
Rousseau eens met Aristoteles
Montesquieu trias politica, democratie, rechtsstaat
In rechtsstaten wordt de vrijheid van burgers gegarandeerd door: machtenscheiding, vrije
verkiezingen, het gegeven dat ook de overheid aan rechtsregels gebonden is, onafhankelijke
rechters.
Constitutie omvat:
Omschrijving van de belangrijkste staatsorganen en hun onderlinge verhoudingen
Klassieke grondrechten (“vrijheidsrechten”) beperkt de macht van de overheid
(discriminatie verbod, kiesrecht, etc.)
Sociale grondrechten leggen overheid een taak/verplichting op om dingen te
regelen. (recht op onderwijs, huisvesting, etc.)
Sociale grondrechten sinds 1983
Les 2
Van een staat spreken we als er sprake is van:
Een bevolking
Die op een begrensd gebied woont
Waar een onafhankelijk (soeverein) gezag wordt uitgeoefend.
Groei van de bevolking komt vooral door migratie.
Feodalisme leenstelsel in middeleeuwen
Alva vervolgt protestantse ketters in de Nederlanden
Unie van Atrecht (1579) zuidelijke gewesten verklaren zich loyaal aan Filips II en aan het
katholicisme
Unie van Utrecht (1579) de noordelijke gewesten sluiten een defensieverdrag tegen
Spanje.
,Plakkaat van Verlatinghe (1581) definitieve breuk met Filips II
Na de breuk met Filips II wordt geen geschikte nieuwe vorst gevonden.
Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland Friesland, Overijssel en Groningen en de
Ommelanden, gaan als een verbond van soevereine gewesten verder.
Ontstaan Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1588
Kenmerken van de republiek:
Statenbond met gedeelde soevereiniteit:
Macht primair bij de provincies (Provinciale Staten) en de steden
Staten-Generaal verantwoordelijk voor:
Buitenlands beleid
Binnenlandse veiligheid
Financiën
Toezicht op handelscompagnieën (VOC, WIC)
Bestuur over de ‘Generaliteitslanden’ (Staats-Brabant en delen van Limburg)
Soevereiniteit Een staat is soeverein wanneer hij binnen zijn grondgebied het hoogste
gezag voert.
De Patriottenbeweging keert zich tegen de oude standenmaatschappij en haar elites en pleit
voor meer maatschappelijke gelijkheid en burgerrechten.
Franse leger bezet Nederland in de winter van 1794 – 1795
Vestiging van de (Fransgezinde) Bataafse Republiek
1806: Koninkrijk Holland
1810: Inlijving bij Franse keizerrijk
1813: Herwonnen onafhankelijkheid
Vestiging Koninkrijk der Nederlanden
Koning Willem I
Koloniën
Vaak ontstaan als handelspost VOC/ WIC
Nederlands-Indië (Indonesië) onafhankelijk in 1949 (Nieuw-Guinea 1962)
Suriname onafhankelijk in 1975
Statuswijziging Nederlandse Antillen (10 – 10 2010):
Bonaire, St. Eustatius en Saba: Nederlandse gemeenten
Curaçao, St. Maarten en Aruba: autonome landen binnen het koninkrijk.
, Constitutionele monarchie
Koning Willem I (1813 -1840)
Koning Willem II (1840 – 1849)
Koning Willem III (1849 - 1890)
Koningin (regentes) Emma (1890 – 1898)
Koningin Wilhelmina (1890 – 1948)
Koningin Juliana (1948 – 1980)
Koningin Beatrix (1980 – 2013)
Koning Willem-Alexander (2013 -)
Parlementaire democratie
Eerste helft 19e eeuw: beperkte betekenis parlement
Tweede helft 19e eeuw: langzaam toenemende parlementaire macht
Van vertegenwoordiging van maatschappelijk elite (19e eeuw) naar
volksvertegenwoordiging (1917-1919, invoering algemeen kiesrecht)
De oorsprong van het Nederlandse parlement ligt in de in 1464 opgerichte Staten-Generaal.
1815 tweekamerstelsel ingevoerd.
Grondwet van 1848 (Thorbecke) verandert staatsrechtelijke positie van het parlement.
1917 algemeen kiesrecht mannen, 1919 voor iedereen.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Eenheidsstaat gevestigd onder Frans gezag
Het Huis van Thorbecke: eigen positie steden en provincies
20ste eeuw: toename gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden
Discussie over bestuurlijke schaal
Les 3
Democratie regeren door het volk
Directe democratie burgers nemen zelf de besluiten
Indirecte democratie burgers wijzen vertegenwoordigers aan die namens hen de
besluiten nemen.
Actief kiesrecht het recht om te stemmen
Passief kiesrecht het recht om je verkiesbaar te stellen
Wanneer heb je kiesrecht:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannavandommelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.