Week 1 Rechtsfilosofie en mensenrechten
Het nut en de essentie van rechtsfilosofie aan de hand van drie cases
1. Loving v. Virginia
Zwarte vrouw en witte man willen trouwen, wonen in Virginia en gaan trouwen
in Washington
Interaciaal huwelijk was in Virginia verboden, in een andere staat trouwen en
vervolgens weer terug komen om deze regel te ontwijken ook
Partners worden hiervoor veroordeeld voor één jaar cel maar gaan in hoger
beroep
De vraag in hoger beroep is het verbod op interaciaal huwelijk in strijd met
de grondwet?
Supreme Court zegt god heeft alle mensen allemaal met andere kleuren
geschapen en door hen op verschillende continenten te plaatsen heeft hij
bedoeld de rassen niet te mengen.
o Volgens rechter worden gelijke gevallen hier gelijk behandeld.
Probleem hiermee is dat de focus niet moet liggen op gelijke
behandeling maar op gelijkwaardigheid van mensen. In dat geval
hebben alle mensen namelijk een gelijke waarde voor het recht, of je ze
nou ziet als gelijke gevallen of niet.
2. Speluncean Explorer
Fictief verhaal dat zich afspeelt in 4300, terecht staan leden van de
speluncean space explorer
Leden komen door aardverschuiving vast te zitten in een grot waar ze
onderzoek deden
Worden pas na 32 dagen gered maar met één lid minder, deze hebben de
andere drie namelijk opgegeten
Deze drie worden veroordeeld voor moord en krijgen de doodstraf. Vraag is of
deze uitspraak stand houdt bij Supreme Court
2 rechters houden in stand, 2 vernietigen en 1 trekt zich terug
Gebaseerd op de echte zaken Regina v. Dudley & Stevens en U.S. v. Holmes
Twee argumenten van Foster (een van de rechters) waarom de onderzoekers
niet vervolgd moeten worden:
o Voorbestaan van de samenleving (samen kunnen leven) is de
grondslag van positief recht. In natuurtoestand geldt utilitaire calculus.
(de onderzoekers zijn teruggevallen in een soort natuurtoestand en
daarbij gelden andere regels)
o Strafrecht heeft hier geen afschrikkende werking (dat moet het wel
hebben om effectief te zijn)
3. Grudge informer cases
, Puttfarken staat terecht omdat hij tijdens WWII Göttig had aangegeven voor
het luisteren naar buitenlandse radiozenders en het schrijven van anti Hitler
teksten op een openbaar toilet. Göttig wordt veroordeeld en ten dood gebracht
Puttfarken wordt veroordeeld tot levenslang tuchthuis voor het aangeven van
Göttig
Puttfarken voert als verdediging aan dat hij Göttig rechtmatig heeft
aangegeven omdat zijn daden in die strafbaar waren
Waarom werd hij dan toch vervolgd?
o Omdat hij willens en wetens Göttig blootstelt aan vervolging
o En het rechtssysteem onvoldoende juridische bescherming bood aan
de verdachte
Rechtssysteem moet blijkbaar dus voldoen aan bepaalde
voorwaarden. Lex iniusta non est lex een onrechtvaardige wet
is geen wet?
Radbruch zegt hierover dat het recht pas recht genoemd kan worden als er voldaan
wordt aan inherente waarden:
Rechtszekerheid
o Je moet weten waar je aan toe bent
Doelgerichtheid
o Het recht is gericht op het algemeen welzijn
Rechtvaardigheid
o Gelijkheid en gelijkwaardigheid
Radbruchformule positief recht is recht ook al is het onrechtvaardig en niet
doelgerich, tenzij het zo’n ondragelijke tegenstelling is dat de wet als ‘onjuist recht’
moet worden aangemerkt en moet wijken voor de rechtvaardigheid. Als een wet te
onrechtvaardig is worden de rechtvaardigheid en rechtszekerheid dus omgedraaid.
Recht
Recht is lastig te definiëren. Het gaat over conflicterende uitspraken, maar ook
conflicterende waarden en de verhouding tussen wat het recht van ons als burger
verlangt en wat wij van onszelf als burger verlangen (gaat over conflict tussen
heteronomie en autonomie). Vaak wordt gekozen voor het positieve recht als definitie
maar deze heeft drie problemen:
1. Wie heeft de bevoegdheid het recht vast te stellen? Wie heeft verklaard dat de
wetgever die heeft?
2. Wat is beslissend, de gestelde regel of de toepassing daarvan door de
rechter?
3. Als er een onderscheid is tussen afdwingbare en regelende regels, wat maakt
dan dat al die verschillende regels een geheel vormen? Welke regel is hoger?
Rechtspositivisme en natuurrecht
Rechtspositivisme Natuurrecht
Geen noodzakelijk verband tussen recht Wel een noodzakelijk verband tussen
en moraal, maar wel sociologisch recht en moraal
, Recht moet onafhankelijk van de Het positieve recht zoals het is, kan niet
heersende ethiek worden bepaald als losgemaakt worden van ‘recht’ zoals het
het geheel van regels dat is ingesteld (p. behoort te zijn (p. 34)
32)
Rechtspositivisme
Het recht bestaat volgens rechtspositivisten uit drie componenten:
1. Het is gesteld door een instantie die daartoe in staat is
2. Deze instantie is zelf niet aan normen onderworpen, maar kan deze wel
afdwingen
3. Dat gestelde heeft het karakter van een bevel dat men gehoorzaamt, het is
dus niet slechts een aansporing
Max Weber (positivist) het recht is een sociale orde van een centraal
georganiseerde maatschappij, voor zover deze orde is gebaseerd op een
machtsmonopolie.
John Austin neutrale definitie van het recht (meer rechtspositivistisch):
Regels (wetten) als bevelen
o Vertellen ons wat we wel of niet moeten doen
Een wet is meer dan wens: sanctie
o Als je je niet aan de regels houdt kan er een sanctie volgen
Regels worden uitgevaardigd door de soeverein
Geen hogere macht, merendeel gewoonte om te gehoorzamen
Natuurrecht
Volgens natuurrechtdenkers bestaat het recht echter niet alleen uit normen, bevelen
of regels. Taal is namelijk zo algemeen dat elke regel geïnterpreteerd moet worden
door de rechter. In die interpretatie neemt hij bepaalde beginselen mee. Het recht
bestaat dus uit meer dan alleen de gestelde regels.
Fuller ‘procedureel natuurrecht’:
Heeft recht een interne moraal?
o Fuller zegt ja, als je het recht wil begrijpen moet je het in verband
brengen met bepaalde morele beginselen
o Wel zegt hij dat deze morele beginselen niet van buitenaf komen maar
vanuit het rechtssysteem zelf
Ieder systeem van recht steunt op bepaalde rechtsbeginselen, hij zou zeggen
morele beginselen, die inherent zijn aan het recht
Voorbeelden:
o Recht is pas recht als het geen terugwerkende kracht heeft
o Recht moet begrijpelijk en helder zijn
o Recht moet publiek bekend zijn
o Recht moet niet het onmogelijke vragen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliavanbroekhuijze. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.08. You're not tied to anything after your purchase.