LEGITIMATIE
Verbinding verbroken: actief sturen op de legitimiteit van een maatschappelijke onderneming.
- Focus op het begrip
(Ruud Crijns en Maarten de Voogd)
3.1 maatschappelijk presteren versus ondernemen
Definitie:
Een maatschappelijke onderneming is een onderneming met primair een maatschappelijk doel.
Deze definitie kent twee elementen. Enerzijds is er sprake van een onderneming. Dat wil zeggen dat voor eigen risico en
rekening arbeid en kapitaal gecombineerd worden teneinde een zeker rendement te behalen. In Nederland hebben we
ervoor gekozen om maatschappelijke diensten zoals zorg, wonen en onderwijs niet door de overheid zelf te laten
realiseren, maar door van de overheid gescheiden organisaties: maatschappelijke ondernemingen. ‘De afscheiding van de
overheid is juridisch vormgegeven doordat de activiteiten van maatschappelijke ondernemingen zijn onderbracht in aparte
(veelal privaatrechtelijke) rechtspersonen. De reden hiervoor is dat ze verwachten dat maatschappelijke voorzieningen
efficiënter gerealiseerd kunnen worden door private partijen, al dan niet in concurrentie met andere private partijen.
Daarnaast staat de maatschappelijke onderneming voor een maatschappelijke opgave: er is sprake van een door de politiek
aangeduid doel ter realisering van het algemeen belang waarin deze onderneming moet voorzien.
3.2 Verschillen met gewone ondernemingen
Verschil 1: maatschappelijk dividend versus aandeelhoudersdividend
Net zoals alle andere ondernemingen heeft ook een maatschappelijke onderneming de opgave om waarde toe te voegen.
Gewone ondernemingen zijn succesvol als de bestuurders in staat zijn maximaal rendement te realiseren met het door
aandeelhouders beschikbaar gestelde kapitaal. Hoe meer producten of diensten worden verkocht en hoe lager de
productiekosten, hoe hoger het rendement.
Verschil 2: de financiering van activiteiten met risicodragend kapitaal is veelal uitgesloten
Als een maatschappelijke onderneming winst maakt, moet deze winst ten goede komen aan het statutaire doel. Van
winstuitkering is geen sprake, hier is een tweede verschil zichtbaar: in de meeste gevallen is niet toegestaan dat de
,maatschappelijke onderneming wordt gefinancierd met risicodragend kapitaal en dat er dividend wordt uitgekeerd. Zorg
uitgesloten, zzp mag wel.
Verschil 3: maatschappelijke ondernemingen mogen niet failliet gaan
Voor de meeste maatschappelijke ondernemingen geldt steeds nadrukkelijker dat een faillissement onacceptabel is. Dit is
weliswaar geen harde rechtsregel, maar op zijn minst wel een politiek-bestuurlijke eis. De samenleving raakt ontwricht als
bepaalde maatschappelijke diensten om welke reden dan ook (tijdelijk) niet toegankelijk of niet beschikbaar zijn.
Verschil 4: er worden vergaande eisen gesteld aan het product en de bedrijfsvoering
Gewone ondernemingen hebben te maken met eisen aan de producten en diensten die ze leveren. Zo heeft een bakker
zich te houden aan specifieke regels met betrekking tot de etikettering en de wijze waarop hij zijn brood bakt
(hygiëneregels). Ook voor de ingrediënten in het brood zelf gelden regels, afkomstig uit het Warenwetbesluit Meel en
brood. De bakker mag wel zelf bedenken voor welke prijs hij een brood in zijn schappen legt. Voor maatschappelijke
ondernemingen gelden nog meer regels, zelfs voor de prijs van een product of dienst. Denk aan de prijzen waartegen
thuiszorgorganisaties hun diensten verlenen. Deze worden grotendeels bepaald door de gemeente, via gemeentelijke
aanbestedingen.
Verschil 5: maatschappelijke ondernemingen opereren in de schijnwerpers van politiek en samenleving
Begin 2009 stelde het programma Zembla de ondernemingsdrift bij zorgonderneming Philadelphia aan de kaak, waar
miljoenen euro’s waren verdwenen en een faillissement op handen was. De uitzending vormde destijds aanzet voor een
uitgebreide discussie in diverse media over hoe dit voorkomen had kunnen worden. In veel gevallen volgden Kamervragen
en klonk vanuit alle hoeken de roep om ingrijpen door de politiek. Het feit dat maatschappelijke ondernemingen in veel
gevallen deels met publiek geld gefinancierd worden, vormt een belangrijke verklaring hiervoor.
Verschil 6: maatschappelijke ondernemingen hebben geen eigenaar
Als zaken ernstig misgaan in een maatschappelijke onderneming, klinkt dikwijls vanuit de samenleving en de politiek snel de
roep om interventie door de overheid. Meer dan eens geeft de overheid hieraan gehoor, ook omdat er geen andere
belanghebbenden zijn die dat willen of kunnen doen. Zo is het wetsvoorstel ‘Wet normering uit publieke middelen
gefinancierde beloning topfunctionarissen’ te zien als reactie op de maatschappelijke verontwaardiging over de beloning
van sommige bestuurders en commissarissen in de (semi) publieke sector. De politiek gedraagt zich in voorkomende
gevallen als ware zij eigenaar. Feitelijk gezien hebben maatschappelijke onderneming echter geen eigenaar. Er moet wel
toezichthoudend orgaan aanwezig zijn.
Verschil 7: aan belanghebbenden worden inspraakbevoegdheden toegekend
Als het slecht gaat met een gewone onderneming, heeft dat direct gevolgen voor de aandeelhouders: hun aandelen
worden minder waard. Het risico dat aandeelhouders dragen, wordt deels gecompenseerd door hun zeggenschap in de
onderneming te geven. Dit teneinde invloed te kunnen uitoefenen op een prudente bestemming van het beschikbaar
gestelde kapitaal. Maatschappelijke ondernemingen hebben, zoals gezegd, geen directe aandeelhouders.
, In abstracto zouden we kunnen zeggen dat de samenleving aandeelhouder is van de maatschappelijke onderneming; de
samenleving verlangt immers naar het bestaan van organisaties die de desbetreffende maatschappelijke diensten leveren.
3.3 Conclusie
Maatschappelijke ondernemingen zijn voortgekomen uit de gedachte dat zij beter (lees: effectiever en efficiënter) zouden
kunnen opereren dan publieke instellingen.
De maatschappelijke onderneming onderscheidt zich op twee manieren van de publieke en private organisaties. Dit betreft
de dubbele doelstelling: het behalen van een maatschappelijk doel en het financieel gezond zijn. En de vele gelijkwaardige
stakeholders; Ieder met een eigen belang en eigen wens.
Wanneer luister je naar wie?
Daarnaast maakt een aantal karakteristieken van de maatschappelijke onderneming het moeilijk om zich te gedragen als
een ‘reguliere’ onderneming en te voldoen aan de wensen van stakeholders ‘naar keuze’. Alle financiële middelen van de
onderneming moeten uiteindelijk ten goede komen aan het maatschappelijke doel, er mag geen winst worden gemaakt en
het lijkt bijna onmogelijk om failliet te gaan. Tegelijkertijd is datgene wat een maatschappelijke onderneming levert
gereguleerd. Met deze beperkingen staat de onderneming regelmatig, vooral als het misgaat, in de schijnwerpers van
media en politiek. De reactie die gevraagd wordt van de politiek (‘Minister, grijp in!’), is vaak niet mogelijk: de
maatschappelijke onderneming kent immers geen eigenaar.
Maatschappelijke ondernemingen zijn voortgekomen uit de gedachte dat zij beter zouden kunnen opereren dan publieke
instellingen.
De maatschappelijke ondernemingen onderscheidt zich op 2 manieren van de publieke en private organisaties.
- Vier bouwstenen voor legitimiteit
(Philippe Sprenger, Arno Geurtsen en Huib Scheffer)
4.1 Inleiding
Legitimiteit is de algemene perceptie of aanname dat de acties van een organisatie gewenst, juist en passend zijn binnen
een sociaal systeem van normen, waarden, overtuigingen en definities (Suchman, 1995)
Een nogal technische definitie; in meer algemene bewoordingen gaat erom in welke mate stakeholders ‘alles’ wat met de
organisatie samenhangt als vanzelfsprekend beschouwen.
Dit ‘alles’ kan variëren van de missie en de visie tot de uitvoering van het financiële beleid en de dagelijkse praktijk.
Volledige legitimiteit kan dan worden gezien als een situatie waarin over geen enkel aspect van de organisatie vragen
worden gesteld: alles is immers volstrekt vanzelfsprekend. Dit maakt direct duidelijk dat volledige legitimiteit een utopie is.
Er zullen altijd stakeholders zijn die elementen van de organisatie kritisch bejegenen of ter discussie stellen. Legitimiteit is
dan ook geen statisch begrip (‘vanaf nu bent u legitiem’) maar een proces waarin de acties, keuzes en overtuigingen leiden
tot legitimiteit onder de stakeholders.
4.2 Legitimiteit
Voor elke organisatie geldt: legitimiteit is een randvoorwaarde voor continuïteit (Suchman, 1995). Voor een
maatschappelijke onderneming is dit van nog groter belang. We beschrijven enkele redenen waaruit het specifieke belang
van legitimiteit voor een maatschappelijke onderneming blijkt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hilalbahtimur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.43. You're not tied to anything after your purchase.