Primaire Processen
Hoorcollege 1
Operation management (OM) = reeks activiteiten die waarde creëert in de vorm van
goederen en diensten door inputs om te zetten in outputs.
Wat Operations Managers doen:
- Planning
- Organizing
- Staffing
- Leading
- Controlling
Productiviteit = maatstaf van procesverbetering. Als we productiviteit willen verbeteren
moeten we het proces verbeteren → relatie tussen inputs en outputs.
Single factor productivity = units produces / input used
→ Aantal eenheden dat geproduceerd wordt, ten opzichte van de input die daarvoor gebruikt
wordt. We beschouwen hierbij 1 input factor om het aantal units te produceren
-> productivity increase improves standard of living-> als iedereen productiever wordt heb je
meer om van te leven.
Voorbeeld McDonald's
Stel je voor er worden 1000 hamburgers geproduceerd in 500 uur werk. Dus 2 hamburgers
per werkuur. 1 hamburger is dus halfuur werk → De input hier is het uren werk en de output
zijn hamburgers.
Meestal zijn productieprocessen afhankelijk van verschillende factoren/inputs.
Multi factor productivity = output / (labor + material + energy + capital + miscellaneous)
→ je moet een gemeenschappelijke deler vinden, je kan dit bijvoorbeeld allemaal in euro’s
uitdrukken
Voorbeeld McDonald's
We kijken nu niet alleen naar het aantal uren werk, maar ook naar de kosten van het
materiaal.
Stel je voor je produceert 1100 hamburgers per dag. Je gebruikt 500 uur arbeid (kosten 20
euro per uur). Het materieel is gehuurd en kost 1000 euro per dag.
Multi factor productivity = 1100/ (500*20 + 1000) = 0.10 hamburger per euro.
Process ontwerp = kiezen tussen verschillende manieren om hetzelfde te bereiken.
→ Achterliggende processen zullen bij ieder bedrijf anders zijn.
, - Aggregate scheduling: facility utilization, personnel needs, subcontracting
(intermediate-term).
- Master schedule: MRP, dissagregation of master plan (intermediate-term)
- Short-term scheduling: work center loading, job sequencing (short-term)
Module E - Learning Curves
Learn curve effect heeft betrekking tot de tijd die nodig is om een bepaalde unit te
produceren en het feit dat die tijd afneemt. → tijd voor eerste product is meer dan de
producten die daarna komen. Tweede product zal sneller gaan dan het eerste product. Maar
het zal niet op een constante manier afnemen. Tijd die benodigd is om een product te
fabriceren, neemt af, maar de afname neemt zelf ook weer af.
→ exponentiële curve = learning curve.
Learning rate of L = letter L beschrijft het feit dat wanneer de productie verdubbelt, de tijd die
nodig is om de betreffende unit te produceren de originele productietijd keer de L zal
bedragen.
Voorbeeld: studenten die aan vak werken hebben bepaalde learn curve van L = 0.60 (60%).
Als het 25 minuten kost om de eerste opdracht te maken. Hoelang duurt het dan om de
tweede opdracht te maken bij een L van 0.60?
0.60 * 25 = 15 minuten voor tweede opdracht
0.60 * 0.60 * 25 = 9 minuten voor de vierde opdracht
0.60 * 0.60 * 0.60 * 25 = 5.4 minuten voor de achtste opdracht.
→ LET OP: we hebben het elke keer over een verdubbeling!!
De tijd die benodigd is voor de verdubbeling in producten = learn curve * tijd voor product
T2n = L * Tn
Tn = time needed for the Nth product
L = learning rate
→ de formule kan alleen gebruikt worden als de waarde verdubbelt! (makkelijk maar
beperkt)
Tn = T1 * N^(logL / log2)
N = hoeveelste unit
T1 tijd om de eerste unit te produceren
→ Je kan nu wel elke waarde voor N berekenen.
Voorbeeld:
Je moet 17 schepen verkopen aan een klant. Welke learning rate is er nodig om voor het
17e schip niet meer dan 65 dagen over moeten doen, veronderstellende dat eerste schip
100 dagen duurde om hem te bouwen. Wat is de minimale learning rate?
Module D - Queuing Models
Wachtrijen kost geld dus daarom is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden.
Wachtrijen ontstaan als de vraag en de service niet goed in balans zijn.
Post office dilemma (postkantoor dilemma)
Keuze tussen 2 basissystemen van wachten. Je
kan bijvoorbeeld een rij hebben aan de kassa. Je
moet als klant kiezen om te bepalen in welke rij je
gaat staan. Je hebt ook een alternatief om in een
lange rij te komen. Welke zou het meest efficiënte
manier zijn om klanten af te handelen? Wanneer is
de wachttijd korter? Op papier lijkt de rechter
systeem beter, maar in de praktijk pakt dat niet
altijd uit. Meerdere factoren spelen een rol.
Probleem wachtrij = capaciteit kost geld, je moet balans
hebben van goede service en minimale kosten. (je wil bij
optimal zitten).
-> probleem is dus niet dat je de wachttijd wil inkorten
want dit kan je inkorten door de capaciteit te verhogen.
Waiting Line terminology
- Queue: wachtrij
- Aankomstproces (arrival process): persoon,
machine, onderdeel die aankomt en wacht op service.
queue discipline= rules for determining the order that arrivals receive service. (fifo)
Possoin distribution: aankomst tempo λ (= aantal mensen dat per tijdseenheid naar het
proces komt) → aankomsten zijn willekeurig (random) en zijn onafhankelijk van
elkaar.-> P(x)= (e^- λ * λ^x)/ x!
- Wachtrij Discipline (service process): regels waarin aankomst afgehandeld wordt →
FIFO (first in first out). Meestal zullen de mensen die er als eerste zijn ook als eerste
geholpen worden.
Negative exponential distribution: er is altijd een gemiddeld service tempo/ mean
service rate μ (= customer/ hr). → aan de hand hiervan kan je de mean service time
berekenen 1/μ. de servicetijd is random verdeeld.
Deterministic: servicetijd is constant
- Channel (service facility): hoeveel kanalen/servers zijn er?
- Fases (service facility): hoeveel stappen zijn er in de service?
, Single-phase system: 1 servicepunt
Multiphase system: meerdere servicepunten waar de klant langs moet.
Types van wachtrijmodellen:
- Simple (M/M/1): aankomst poisson verdeling, negatieve exponentiële verdeeld
servicetempo, 1 server
- Multi-channel (M/M/S): aankomst poisson verdeling, negatieve exponentiële verdeeld
service tempo, meerdere server punten
- Constant Service (M/D/1): aankomst poisson verdeling, service tempo constant
(deterministic), 1 server (je weet precies hoe lang 1 service duurt -> automatisch
carwash BV.
Stappen om een wachtrij probleem op te lossen:
1. Identificeer het wachtrijmodel
2. Bepaal de λ (aankomst tempo) en de μ (service tempo) → als er meer servers zijn
moet je weten hoeveel, S.
3. Identificeer welke prestatiemaatstaf je moet berekenen
4. Je moet de juiste formule in de appendix zoeken
5. Vul de formule in
-> note; if your answer in step 1 is M/M/S dan zijn stap 4 en 5 overbodig. je kan gelijk in een
tabel opzoeken wat het antwoord is.
Voorbeeld koffietentje:
1 werkzaam persoon. 60 klanten per uur (poisson verdeling). Het duurt gemiddeld 20
seconde om koffie te serveren (negatieve exponentiële servicetijd). Wat is de gemiddelde tijd
die een klant moet wachten totdat hij of zij een koffie kan gaan drinken?
Stappen die we moeten volgen:
1. Om welke wachtrijmodel gaat het?
In dit geval M/M/1
2. Wat is de λ (aankomst tempo) en de μ (service tempo)?
λ (aankomst tempo) = gemiddeld aantal aankomsten per tijdsperiode
μ (service tempo) = gemiddeld aantal personen die geholpen kan worden per
tijdsperiode.
In dit geval λ = 60 klanten per uur. μ = 180 per uur (1 klant per 20 seconde)
3. Welke prestatiemaatstaf moeten we berekenen?-> W heeft altijd betrekking op tijd en
een L heeft altijd betrekking op een hoeveelheid. q heeft betrekking op een queue, s
heeft betrekking op systeem.
- Wq = gemiddelde tijd van wachtrij
- Lq = gemiddelde lengte van wachtrij
- Ws = gemiddelde tijd in systeem
- Ls = gemiddelde aantal in systeem
- P0 = kans dat iemand niks doet
- p = benuttingsgraad
- Pn > k = kans dat minimaal aantal klanten zich in het systeem bevinden.
In dit geval Ws (rij + koffie hebben en kunnen drinken)
4. We zoeken in de appendix de juiste formule die erbij hoort.
In dit geval Ws = 1/(μ - λ)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilaydaaah18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.