100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Taak 3 blok 5 ADHD $6.96   Add to cart

Case

Taak 3 blok 5 ADHD

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een uitwerking van taak 3 over adhd en add

Preview 2 out of 7  pages

  • June 1, 2022
  • 7
  • 2020/2021
  • Case
  • Lieve vonken
  • 6-7
avatar-seller
Taak 3 Blok 5

1. Wat is ADHD en welke vormen zijn er (subtypes)?
ADHD is te zien als uiterste op het continuüm van geconcentreerd, rustig en beheerst gedrag naar
ongeconcentreerd en/of druk en impulsief gedrag. Deze zorgstandaard gaat uit van de definitie zoals
gehanteerd in de DSM-5.
Afbakening en criteria
Om te kunnen spreken van ADHD moet iemand een aanzienlijk aantal symptomen hebben met
betrekking tot druk en/of impulsief gedrag en/of aandachtsproblemen. Volgens de formele DSM-5
definitie moeten deze symptomen opgemerkt zijn voor het 12de levensjaar. Uit onderzoek is
evenwel gebleken dat bij een aantal mensen de symptomen pas duidelijk hinderlijk worden na het
12de jaar, wanneer de taken en verantwoordelijkheden met de leeftijd gaan toenemen. Daarnaast
moeten er duidelijke aanwijzingen zijn dat iemand door de aandachtsproblemen en/of het drukke,
impulsieve gedrag wordt belemmerd op meerdere levensgebieden. Bijvoorbeeld zowel in de
thuissituatie als op school, op het werk of in het sociale leven.
Er worden drie beelden van ADHD onderscheiden:

1. gecombineerd beeld: zowel druk en impulsief gedrag als moeite met het vasthouden van de
aandacht;
2. overwegend onoplettend beeld (dit werd en wordt vaak ‘ADD’ genoemd): voornamelijk
moeite met het vasthouden van de aandacht;
3. overwegend hyperactief/ impulsief beeld: voornamelijk druk en impulsief gedrag.

Daarnaast kennen we nog de ongespecificeerde aandachtstekortstoornis. De precieze criteria van
ADHD zoals omschreven in de DSM-5 vindt u in achtergronddocument Criteria voor ADHD in DSM-5.
Indeling naar ernst
De DSM-5 specificeert de ernst als volgt:

 Licht: niet of nauwelijks meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te kunnen
toekennen zijn aanwezig, en de symptomen leiden slechts tot lichte beperkingen in het
sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.
 Matig: er zijn symptomen of functionele beperkingen tussen 'licht' en 'ernstig' aanwezig.
 Ernstig: veel meer symptomen dan vereist zijn om de classificatie te kunnen toekennen zijn
aanwezig, of verschillende bijzonder ernstige symptomen zijn aanwezig, of de symptomen
leiden tot duidelijke beperkingen in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.

Hierbij worden dus 3 subtypen van ADHD onderscheiden: het inattente, het
hyperactief/impulsieve en het gecombineerde subtype. Het inattente en het gecombineerde
subtype zijn bekend uit vorige edities van de DSM als respectievelijk de aandachtstekortstoornis
zonder hyperactiviteit (ADD) en de aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADDH). Het
hyperactief/impulsieve subtype verwijst dus naar impulsieve drukke kinderen zonder
aandachtsproblemen en is in 1994 geïntroduceerd. Over dit subtype is nog weinig bekend. Het wordt
vooral gezien bij kinderen beneden de 7 jaar en zou een voorloper van het gecombineerde type
kunnen zijn.3 Het inattente type wordt vaak niet herkend doordat er daarbij relatief weinig uiterlijke
symptomen van gedragsonrust zijn.

GGZ standaarden
o Hoe uit het zich
o Is het erfelijk (genetisch niveau, prematuriteit, zuurstof te kort, overige oorzaken)?
Erfelijke factoren spelen een dominante rol in de etiologie van ADHD. Rond 80 van
de variatie tussen kinderen in hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratiezwakte
berust op erfelijke factoren.22 Het risico op ADHD bij broertjes of zusjes van een kind

, met ADHD is 3 tot 5 maal zo groot als bij de gewone populatie. Bij
tweedegraadsfamilieleden (dat wil zeggen ooms, tantes, neven en nichten) is het
risico met een factor 2 vergroot.23 Dit wijst op multifactoriële erfelijkheid, waarbij
een aantal risicogenen in combinatie de erfelijke sturing vormen. Het moleculair-
genetisch onderzoek naar ADHD is in volle gang. De betrokkenheid van het gen voor
de dopamine-D4-receptor (DRD4) en de dopaminetransporteur (DAT1) bij ADHD is
inmiddels door een aantal groepen gerepliceerd.
Vooral schade aan de frontale kwab is ook een oorzaak van adhd.
NVTG
o Prevalentie
Het is niet helemaal duidelijk bij hoeveel mensen in Nederland sprake is van ADHD. Over het
algemeen wordt geschat dat 3 tot 5 procent van de kinderen voldoet aan de criteria voor ADHD en 2-
3% van de volwassenen. Bij kinderen en jongeren wordt ADHD ongeveer twee tot drie keer vaker
vastgesteld bij jongens dan bij meisjes, bij volwassenen zijn er geen belangrijke verschillen tussen de
geslachten. Meisjes hebben betere communicatie skills dus het valt minder snel op dat ze ADHD
hebben. Meer ADHD gediagnosticeerd dan vroeger.
2. Hoe onderzoek je of iets genetisch is?
Genom wide association studies, linkage, epidemiologisch en familie onderzoek,
3. Hoe werkt overerving?
4. Hoe diagnosticeer je ADHD?




Uit: Buitenlaar en Kooij

A. Een aanhoudend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat het functioneren
of de ontwikkeling verstoort, zoals gekarakteriseerd door (1) en/of (2):

1. Onoplettendheid: zes (of meer) van de volgende symptomen houden minstens 6 aan 6 maanden in
een mate die niet strookt met het ontwikkelingsniveau en die een directe negatieve invloed heeft op
sociale en academische/beroepsactiviteiten: Opmerking: de symptomen zijn niet alleen een manifestatie
van oppositioneel gedrag, opstandigheid, vijandigheid of het niet begrijpen van taken of instructies. Voor
oudere adolescenten en volwassenen (17 jaar en ouder) zijn ten minste vijf symptomen vereist.

a. Geeft vaak geen aandacht aan details of maakt slordige fouten in schoolwerk, op het werk of tijdens
andere activiteiten (bijv. ziet details over het hoofd of mist details, werk is onnauwkeurig).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnbarendse. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart