Een samenvatting van de presentaties van het vak Kwaliteit uit module VM1407. De samenvatting is gemaakt in vorm van vragen en antwoorden. Alle behandelde stof is er in verwerkt.
Leerdoelen:
Les 1 Quality
● het begrip kwaliteit toelichten
● de diverse benadering van kwaliteit verduidelijken
Les 2 Specificaties en kwaliteitskosten
● Uitleggen wat het belang is van specificaties
● Kwaliteitskosten berekenen
Les 3 Wetgeving, NVWA en hygiënecodes
● Na het volgen van dit onderdeel, kan de student in grote lijnen aangeven welke wetgeving geldt op het
gebied van voedselveiligheid en wat het belang daarvan is .
Les 4 Voedselveiligheid en HACCP
● Toelichten hoe een gevaren- en risicoanalyse op basis van HACCP uitgevoerd wordt en kan deze kennis
worden toegepast.
● Wat is HACCP?
● HACCP - 5 voorbereidende stappen
● HACCP - 7 principes
● Wat is voedselveiligheid?
Les 5 Kwaliteitsmanagement, kwaliteitssysteem verbeteren
● Beschrijven wat integrale kwaliteitszorg inhoudt en de algemene structuur van een kwaliteitssysteem
uitleggen;
● Uitleggen hoe het kwaliteitssysteem geborgd kan worden door audits.
● De principes van de Deming cirkel toepassen
● Uitleggen welke vijf principes de basis vormen voor het verbeterprocessen.
Les 6 Kwaliteitsnormen, certificering, keurmerken, traceerbaarheid en recall
● De verschillen en overeenkomsten aangeven tussen de belangrijke voedselveiligheidsnormen (FSCC
22000, BRC en IFS) en uitleggen wat GFSI inhoud.
● Toelichten wat een keurmerk inhoudt
● In eigen woorden weergeven wat traceerbaarheid is.
● Toelichten wat wordt bedoeld met recall en motiveren wanneer een recall noodzakelijk is.
(Belangrijke vragen zijn gemarkeerd)
,Week 1 Het begrip kwaliteit
1) Wat is kwaliteit?
• Definitie kwaliteit; voldoen aan behoeften en verwachtingen van de klant.
• (Andere definities; voldoen aan specificatie, geschikt voor gebruik, voldoen aan de uitgesproken
en niet uitgesproken wensen van de klant, het vermogen om te voldoen aan de verwachtingen
van de klant)
2) Welke behoeften/verwachtingen hebben een voedingsmiddel?
• Dat het product veilig, gezond en beschikbaar is.
• Dat het product een constante sensorische kwaliteit heeft (smaak, geur en kleur)
• Dat er informatie op het etiket van het product staat (ingrediënten, bewaarvoorschriften,
gebruiksvoorschriften, houdbaarheid, gegevens producent)
3) Wat zijn de 5 verschillende kwaliteitsbenaderingen?
• Transcendente benadering; kwaliteit hangt samen met herkenbaarheid en gevoel dat
consument krijgt bij het product.
• Productgerichte benadering; er zijn bepaalde eigenschappen/kenmerken waar het product aan
moet voldoen, deze moeten objectief meetbaar zijn.
• Gebruikersgerichte benadering; kwaliteit is afhankelijk van klanttevredenheid dit wordt vaak
gedaan door een consumentenpanel (subjectief oordeel).
• Productiegerichte benadering; eisen van productieproces staan centraal (zero defects),
medewerkers dienen zich aan eisen te houden.
• Waardegerichte benadering; verhouding tussen kwaliteit en prijs.
4) Van welke kwaliteitsbenadering is er sprake bij nasi in blik? En waarom?
• Waardegerichte benadering; er is een goedkope prijs voor de hoeveelheid product. Maar het
product is hoogst waarschijnlijk niet van zeer hoge kwaliteit.
5) Welke criteria zijn belangrijk bij de aanschaf van een product (of dienst)?
• Kwaliteit
• Prijs
• Beschikbaarheid
• (klanten) service & nakomen afspraken
6) Wat is de functie van een kwaliteitsafdeling/kwaliteitsfunctionaris?
• Quality control (QC), Quality Assurance (QA), Quality/Business Improvement (QI/BI)
• Kwaliteit moet gewaarborgd worden, kwaliteitsboek opgesteld, informatie doorgeven aan
andere afdelingen.
Week 2 specificaties en kwaliteitskosten
1) Welke kwaliteits- en faalkosten zijn er?
• Preventiekosten; kosten ter voorkoming van kwaliteitsafwijkingen.
• Investeren apparatuur
• Investeren opleiding medewerkers
• Investeren kwaliteitssysteem
• Beoordelingskosten; kosten om te bepalen of een product aan de gestelde eisen voldoet.
• Kwaliteitskosten
• Kwaliteitscontroles
• Laboratoriumkosten
1
, • Faalkosten; gevolg van afwijking (zowel intern als extern).
2) Wat is het verschil tussen interne en externe faalkosten?
• Interne kosten; zijn o.a. afval, reparaties, overwerk, voorraadkosten, overleguren naar aanleiding
fouten en eventueel een downgrading van product. Dit zijn dus kosten om het product zelf te
verbeteren naar het falen.
• Externe kosten; deze kosten zijn resultaat voor het ongemak voor de klant. Dit zijn o.a.
servicekosten, klanten die overstappen naar externe leverancier en recall (terugroepen).
3) Wat zijn kwaliteitskosten?
• Preventiekosten + beoordelingskosten
4) Vul in.. ‘Als preventiekosten omhoog gaan moet het product een … hebben, en … -kosten’
• Betere kwaliteit, lager beoordelings- en faal
5) Wat is de Shewart’s theorie over het monitoren van de kwaliteitszorg?
• Volgens Shewart moet het productieproces gemonitord en beheerst worden door
regeldiagrammen.
6) Wat is de Deming’s theorie over het monitoren van de kwaliteitszorg?
• Kwaliteitszorg moet continu verbeterd worden met behulp van een PDCA-cirkel.
7) Wat is de Juran’s theorie over het monitoren van de kwaliteitszorg?
• Het Pareto Principe (80/20), volgens deze regel worden 80% van de fouten met 20%
preventiekosten voorkomen.
8) Wat is de Crosby’s theorie over het monitoren van de kwaliteitszorg?
• Het zero defects (kwaliteitsnorm) is een norm die nodig is om te kunnen vergelijken, de
belangrijkste prestatie norm is de ‘Zero Defects’.
9) Wat zijn de drie verschillende soorten specificaties?
• Leverancierspecificaties (grondstof, hulpstof, verpakking)
• Eindproductspecificaties
• Processpecificaties (intern specificaties); interne klant/leverancier relatie.
10) Wat is het belang van specificaties?
• Specificaties zijn afspraken waar het product aan moet voldoen. Dit zijn; kwalitatieve en
kwantitatieve informatie om product te keuren en proces te kunnen sturen. Het voldoen van
deze specificaties draagt bij aan kwaliteitsbeheersing.
11) Bedenk voor ieder onderwerp tot welke kostensoort deze hoort.
• Kwaliteitscontroles in productie
• Inverstering in betere afvulmachine
• Intern opleiden van operators
• Rework / herverwerking van product tijdens proces
• Afhandelen consumentenklacht
Week 3 Wetgeving, hygiënecodes, NVWA
1) Welke verschillende wetgevingen zijn er op het gebied van voedselveiligheid?
• Codex Alimentarius → wereldwijd
• General food law (European Food Safety Authority) → Europa
■ Richtlijnenen voor lidstaten (verordening: 178/2002)
• Warenwet → Nederland
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ymkewuite. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.