Klinische Psychologie: Theorieën En Psychopathologie Tentamen Deel 1 (PB0104212234)
All documents for this subject (7)
1
review
By: iritafung • 1 year ago
Translated by Google
well
Seller
Follow
tessacommeren
Reviews received
Content preview
Klinische psychologie oefententamen
1. Een vrouw is ernstig depressief. Ze reageert nauwelijks meer op haar omgeving en denkt vaak aan de dood. Op basis
van lichamelijk en laboratoriumonderzoek komen artsen tot de conclusie dat haar verstoorde stemming voortvloeit uit
de fysiologische gevolgen van een somatische aandoening: een schildklieraandoening. Vanuit welk model zal deze
vrouw als ‘abnormaal’ of ‘geestesziek’ worden bestempeld? Vanuit het medisch en statistisch model.
2. Chemische afbraak (katabolisme) van neurotransmitters in de synaps wordt bewerkstelligd door enzymen.
3. Problemen in de emotieregulatie kunnen leiden tot verschillende problemen in de psychopathologie. Daarbij wordt
wel onderscheid gemaakt tussen internaliserende en externaliserende stoornissen. Wat is een typisch symptoom van
een externaliserende stoornis? Hyperactiviteit.
4. De neurobiologische benadering van psychopathologie gaat er in het algemeen vanuit dat stoornissen ontstaan als
een gevolg van de interactie tussen genetische en omgevingsfactoren. Een van de stellingen die daarbij gehanteerd
wordt is dat mensen met een bepaalde vatbaarheid gevoeliger zijn voor negatieve omgevingsinvloeden. Deze stelling
ligt aan de basis van het diathese-stress model. Het stelt dat personen, wanneer ze in een negatieve omgeving
opgroeien, meer kans hebben op de ontwikkeling van een negatieve uitkomst.
Differential Susceptibility Theory; stelt dat vatbare personen meer beïnvloed worden door zowel een positieve als een
negatieve omgeving.
5. Een rat wordt in een kooi gestopt met aan de ene wand een pedaaltje, met daaronder een voedselbakje. Als de rat
op het pedaaltje drukt kan er voedsel in het bakje vallen. Het moment wordt automatisch geregistreerd met een
polygraaf. Deze proefopstelling werd door een van de grondleggers van de operante conditionering gebruikt om het
natuurlijk verloop van leergedrag te registreren. Hoe heet deze opstelling? De Skinnerbox.
6. Kamin (1967) trainde ratten met een auditieve prikkel die voorafging aan elektrische stimulatie, met als gevolg dat
zij een schrikreactie vertoonde bij het aanbieden bij die auditieve prikkel. Vervolgens bood hij tezamen met de
auditieve prikkel een visuele prikkel aan en wederom gingen beide stimuli vooraf aan een elektrische stimulatie. Hij
testte daarna de reactie van de ratten wanneer zij enkel de visuele prikkel zagen en ontdekte dat zij nauwelijks hadden
geleerd om op de visuele prikkel te reageren ondanks dat deze gepaard was gegaan met de elektrische stimulatie. Hoe
wordt binnen de leertheoretische benadering dit effect genoemd waarbij een dier nauwelijks leert te reageren op een
prikkel die blijkbaar redundant is omdat het dier in een eerdere fase al heeft geleerd te reageren op een andere
prikkel? Het blokkeringseffect.
7. Leerpsychologen hebben zich de vraag gesteld hoe het ophalen van informatie uit het extinctiegeheugen
vergemakkelijkt kan worden. Wat blijkt uit extinctieonderzoek?
Het uitvoeren van extinctie in verschillende contexten kan helpen
Een geheugensteuntje in de vorm van een soort souvenir aan de extintiefase kan helpen.
Twee VP’s (voorwaardelijke prikkels) apart conditioneren met eenzelfde OP (onvoorwaardelijke prikkel), en tijdens de
extintie beide VP’s aanbieden zonder de OP kan helpen.
8. Welke beweringen over cognitief-psychologische benaderingen zijn juist?
De cognitieve psychologie beoogt theorieën over mentale processen te formuleren en die empirisch, met behulp van
laboratorium experimenten, te toetsen.
Cognitief psychologen bestuderen de invloed van informatieverwerkingsprocessen op andere factoren (zoals motieven
en fysiologische processen) en andersom de invloed van die andere factoren op de informatieverwerking.
In de cognitief-psychologische theorievorming worden begrippen uit de informatica gebruikt, waarbij het menselijk
brein vergeleken wordt met een computer.
9. Uit cognitief-psychologisch onderzoek blijkt dat aandachtsbiaseffecten vooral kenmerken zijn voor patiënten met
een angststoornis.
10. Depressieve patiënten hebben meer moeite zich los te maken van negatieve informatie als hun aandacht hier
eenmaal al op gericht is.
11. Angstpatienten blijken een aandachtsbias te vertonen bij woorden die specifiek zijn voor hun angststoornis maar
niet bij negatief-emotionele woorden.
12. Het Uber-Ich (super-ego) en het Ich (ego) fucntioneren ten dele bewust en ten dele onbewust.
13. Het Es (Id) functioneert ongestructureerd en onbewust.
14. Paul had drie jaar een relatie met Linda, toen zij het onverwachts uitmaakte. Zij heeft inmiddels een nieuwe vriend.
Op de vraag hoe Paul zich erover voelt zegt hij; “Och, het doet me niet zo veel, ik denk dat ze er zelf meer verdriet van
heeft dan ik, ik was de liefde van haar leven, ze wilde met mij oud worden. Waarom ze is weggegaan snap ik dan ook
niet.” De egopsychologie onderscheidt een aantal afweermechanismen. Van welke is hier sprake? Projectie.
15. De holistische theorie van de humanistische benadering van psychopathologie gaat uit van héél de mens en
probeert gedrag te begrijpen vanuit een intentie.
16. De volgorde van de treden van de behoeftepiramide van Maslow is van basis tot de top; fysiologische behoeften,
veiligheid, liefde/erbij willen horen, zelfwaardering, zelfactualisatie.
17. Maslow formuleerde de positieve motivatie theorie. Wat is het uitgangspunt van deze theorie?Mensen streven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessacommeren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.