Cognitieve psychologie: studie van de afzonderlijke psychische functies en processen (waarneming,
bewustzijn, aandacht, geheugen, leren, denken, taal, emotie en motivatie). Doel van de wetenschap
achter cognitieve psychologie is om de complexe relaties tussen brein, cognitie en gedrag te
begrijpen.
Ieder college samenvatten met een eigen weergave, vorm is vrij, maar wel divers. Zoek eigen
bronnen erbij.
Het bewustzijn
Mensen zijn georganiseerd en gestructureerd. Hierin onderscheidt de mens zich van dieren.
Het bewustzijn is serieel: het kan maar één ding tegelijk, multitasking is dus moeilijk.
Het geheugen heeft een beperkte capaciteit. Zaken die van belang zijn onthoud je sneller. De
bewuste verwerking van informatie is maximaal 60 bits per seconde.
Neuronen
90-95% van ons gedrag is onbewust, we maken 500 miljoen onbewuste beslissingen per dag. Praten
gaat onbewust, maar op den duur ook zaken als autorijden. Dit leer je aan.
Systeem 1: Snel, onbewust, automatisch, alledaagse beslissingen, gevoelig voor fouten
We gebruiken beide systemen, afhankelijk van de situatie.
Door het recency-effect kies je het meest recente uit als favoriet, die ga je meer waarderen
(experiment met bekertjes water).
Bij een onderzoek, wees eerlijk en transparant, vooral bij experimenten. Ook al behaal je niet het
gewilde en verwachte resultaat.
Prefrontale cortex
Gericht op bewust nadenken, bewuste keuzes (systeem 2). Gaat om het kiezen, besluiten nemen.
Ook reguleert het emoties. Bij kinderen werkt dit nog niet optimaal, daarom huilen ze vaker.
Alcohol kan de ontwikkeling van de prefrontale cortex in de weg staan.
PFC wordt vooral gebruikt voor kiezen, besluiten, concentreren, in de toekomst kijken, plannen,
doorgronden, emoties reguleren, bewustzijn, aansturen andere gebieden.
Spiegelneuronen → kuddegedrag, schapengedrag: wordt gedaan vanuit evolutionair oogpunt.
Kinderen doen hun moeders na.
Limbisch systeem
In de kern van de hersenen. Gelinkt aan emoties, motivatie, verwerking. Verschillende onderdelen:
hippocampus (zorgt ervoor dat iets van het werkgeheugen naar geheugen gaat), amygdala (wordt
actief bij angst), thalamus (legt de linkjes tussen wat binnenkomt en waar het aan gekoppeld moet
worden, geur gaat hier niet langs), insula (walging en afschuw).
Nucleus Accumbens
Beloningscentrum. Wanneer je bepaalde dingen ziet, komt er een bepaald stofje vrij (dopamine). Dit
zijn triggers waarvan we denken dat we er gelukkig van worden.
Een nudge is een duwtje in de goede richting, je verplicht het niet, maar maakt het makkelijker voor
iemand.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JolienG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.