Inleiding (extra)
Micro-economie
= Gedragsmodellen van individuele economische agenten
Macro-economie
= Grotere geheel van alle output in een economie
• Ook andere aggregaten
o Totale tewerkstelling / werkloosheid
o Wisselkoers
Aggregaten
= optelsom van economische variabelen op individueel niveau van gezinnen en bedrijven
Macro-economie niet zomaar optelsom van wat er op micro-economisch vlak gebeurt
o Bijkomende inzichten, we kijken naar de impact van omstandigehden op de
economische kringloop
Drie redenen:
o Band tussen markten van finale goederen en markten van productiefactoren
o Economische kringloop
o Wet van Say
o Gebruik van geld
o Ontregeling van geldstroom kan reële goederen- en dienstenstroom
beïnvloeden (financiële crisis)
o Studie van informatie- en coördinatieproblemen
,Tegenover productiestroom van goederen en diensten = de benedenloop staat
inkomensstroom die terecht komt bij consumenten = de bovenloop
o Gezinnen verkrijgen inkomens, hiermee kan men
o Consumptiegoederen kopen
o Inkomen opzij zetten = Sparen
Zorgt voor een lek, geld wordt uit de economie onttrokken op lange termijn
kan dit wel een probleem zijn
De economische kringloop en de wet van Say
Bovenzijde van kringloop:
o Bedrijven kopen productiefactoren op factormarkten
o Arbeiders worden vergoed met loon
o Eigenaars van land worden vergoed met huur of pacht
o Verschaffers van kapitaal krijgen interest en/of dividend
o Opbrengst van verkoop van finale goederen en diensten wordt uitbetaald aan
o Diegenen die aan productieproces hebben bijgedragen
o Dit zijn consumenten
Onderzijde van kringloop
o Bedrijven verkopen hun goederen en diensten in markten van finale goederen en
diensten
o Worden gekocht door consumenten
o Totale opbrengst van deze verkopen
o
o Oprbengst wordt gebruikt om productiefactoren te betalen
Voorbeeld:
Veronderstel een prijsstijging van alle finale goederen en diensten
,→ zal Q dalen?
o Niet noodzakelijk gezinnen krijgen nu een hoger inkomen uitbetaald
o Geld komt terug in de kringloop terecht
Conclusie: stijging van P of Q heeft geen/weinig invloed, de vergoeding van de
productiefactoren zal zichzelf aanpassen
Wet van Say
= elk aanbod creërt zijn eigen vraag
Opmerkingen:
o Enkel indien consumenten niet sparen
o Alle inkomen wordt besteed aan consumptie
o Productiestroom vloeit terug in vorm van vraag naar goederen en diensten
o In werkelijkheid zullen gezinnen sparen
o Deel van inkomen wordt aan de kringloop onttrokken
o Zorgt voor een lek
o Zorgt ervoor dat de kringloop steeds zwakker wordt
Informatie- en coördinatieprobleem
Er wodt vaak uitgegaan van volmaakte mededinging
→ in theorie werkt deze perfect
→ realiteit iets minder door:
o Vraagoverschotten
o Prijs zal stijgen
o Gevraagde hoeveelheid zal afnemen
o Oplossing: coördinatie van prijsmechanisme
Probleem: Macro-economie zorgt vaak voor situaties waarin coördinatiemechanisme niet
goed functioneert
Oorzaak: informatieproblemen → mens weet niet alles
Gevolg: realtiet wijkt vaak sterk af van ijkmodel van perfecte mededinging
Voorbeeld1 investeringen:
o Motivatie voor investeringen
= verwachtingen dat vraag zal toenemen in de toekomst
, o Maar vaak is er onzekerheid over de toekomst
o Met als gevolg dat bedrijven anar elkaar gaan kijken in verband met investeringen
doen
B zet grote investering op
→ B ziet de toekomst dus optimistisch in
→ hierdoor gaat A ook investeren
➔ door vele investeringen stijgt de totale productie en optimisme wordt dus
bevestigd
o Investeringensboom met zelfvoedend karakter
= A volgt B en C volgt A,… zo voeden de investeringen zichzelf doordat iedereen het
voorbeeld volgt van 1 individu
Wordt ookwel animal spirits genoemd:
= informatie is vaak gebrekkig waardoor ondernemingen naar elkaar zullen gaan kijken.
Gevolg: cyclische bewegingen van in productie en vlagen van optimisme en pessimisme
Voorbeeld 2 spaarders:
o Sparen = niet consumeren op uitgesteld consumeren
o Spaargedrag = afhankelijk van verwachting
o Pessimisme: sparen neemt af
o Gevolg: vraag neemt af → productie neemt af → inkomen neemt af →
neiging im meer te sparen → uiteindelijk minder mogelijkheid tot sparen ➔
pessimisme wordt bevestigd
De spaardersparadox van Keynes
= mensen willen sparen, waardoor dus productie en inkomen dalen, mensen hebben een
lager inkomen en willen nog meer spraren
→ neerwaartse spiraal
→ is een voorbeeld van van een falende coördinatie: individueel gedrag/rationaliteit heeft
een ongunstig collectief gevolg
= ook weer een zelfvoedend mechanisme
1 Introductie
Economische activiteiten schommelen in een land en zorgen voor:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maïtéevers1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.