Dit document omvat een samenvatting met aantekeningen tijdens de les. Ik heb ook een ander document met oefeningen die besproken werden tijdens een college.
Dierenvoeding 1
1.1. Inleiding
Een beetje geschiedenis
• 18de eeuw: ontdekking suiker en O2 reageren in het lichaam →
oxideren (verbranden)→ ontstaat
En, H2O en CO2.
• Fotosynthese (1796) → CO2 en H2O wordt door planten terug
gebruikt om suiker en O2 uit te maken
• 19de eeuw: 1ste routineanalyse voor
diervoeders = Weende analyse → vandaag nog gebruikt voor analyses
o 6 onderdelen: ruw eiwit, ruw vet, ruwe as, ruwe vezel, water en overige Kh.
• 20 eeuw: grondige analyse van vezels
ste
o Vooral bij planteneters
o 3 onderdelen: NDF, ADF en ADL
Rol van diervoeding
Doel = voedingsstoffen voorzien om aan fysiologische behoeften van de dieren te voldoen
➔ T op peil houden, bewegen, groeien, productie (vlees, melk, eieren), reproductie
• Bv. ontsteking van het neusgat van een vogel door een tekort aan Vit. A
• Bv. hoef overgroei → tekort aan vezels en te veel suikers of zetmeel in de voeding
• Bv. schildpad met een vervormd schild → tekort aan Vit. D of door slechte Ca-fosfor
verhouding.
Ook rekening houden met welzijn voor dier en mens → andere factoren dan
nutriënten in acht nemen.
Voedermiddelen
• Kwaliteit voeding:
o bv. gras → luchtdicht verpakken → fermenteren → hogere zuurtegraad →
beter bewaren + lekkerder voor dieren.
• Ongewenste stoffen:
o Bv. rauwe voeding voor katten en honden → kan salmonella (zoönose)
bevatten → gevaarlijk voor mens en dier.
o Bv. pesticiden gevaarlijk voor dieren → altijd weten of bomen behandeld zijn
of niet.
• Kostprijs:
o Katten en honden: 40% gaat naar voeding
Productie
• Ruimte voor economische productie
• Geen ongewenste beïnvloeding van het eindproduct
Dier zelf
, • Natuurlijk gedrag
Bv. Indiaanse neushoorn: geen nakomelingen
➢ Voeding aanpassen: krijgt te weinig vezels (fruit, groenten, korrels en hooi) →
hoog vezelgehalte (bladeren)
➢ Wel nakomeling
• De mentale behoefte (anti-verveling, bezigheid)
• Natuurlijk eetgedrag
o Varkens wroeten in de grond → gaat niet in gevangenschap
• Opname capaciteit van het dier
o Bv. kat die drachtig is → niet veel plaats in haar buik → wel
hoge energiebehoefte
o Aangeraden: kittenvoer te geven → hoog En → minder van
eten.
• Smaak, geur, kleur → belangrijk
• Structuur
o Konijn met tandproblemen door te weinig vezels → tanden blijven
doorgroeien
• Verzadigingsgevoel
o Staart bijten bij varkens → niet verzadigd
o Hond of kat die te zwaar zijn → op verkeerde manier diëten → onverzadigd
1.2. Droge stof Vs verse stof
• Groot verschil in watercontent in diervoeders
Vochtgehalte
Hooi 10%
Gras 80%
Droog kattenvoer (korrels) 7%
Nat kattenvoer (blikvoer) 75%
• Water verdunt alle andere voedingsstoffen
➢ Water zorgt ervoor dat er minder voedingsstoffen in zitten (E, En, V)
100 g kittenkorrels 100 g blikvoeder
Als een kitten 40 g V nodig heeft per dag → meer moeten eten van blikvoer.
2
, • Dieren moeten voldoende En en voedingsstoffen binnenkrijgen
Aanbevelingen voedingsstoffen voor dieren
compenseren voor verdunningsfactor water →
aanbeveling vaak op droge stof basis
Droge stof = voeder waar alle water is uitgehaald
➢ =DS of DM (dry matter)
1ste stap van de Weende analyse: drogen en malen.
➢ Watergehalte wordt bepaald door een monster te drogen in een droogstoof ( t° =
100°C) of vriesdrogen (vacuüm bij t° = 80C°→ constant gewicht bekomen.
Bv. zebra
• Ruwvoeder (gras, hooi): 2,5% van zijn lichaamsgewicht op droge stof basis
• G = 260kg
• 2,5% van 260 kg = 2,5 x 2,6 = 6,5 kg
ruwvoeder nodig op droge stof
➢ Hooi → 10% water en 90% droge stof
→ 7,2 kg hooi
o 6,5 kg/ 90% DS → 6,5 kg/
0,9 = 7,2 kg
➢ Voordroog (gras dat minder lang
wordt gedroogd) → 40% water en 60%
droge stof → 11 kg voordroog
o 6,5 kg/60% DS → 6,5 kg/0,6 = 10,83 ~ 11kg
Verse stof= wat je geeft in realiteit is nooit 100% droog. (Hooi of voordroog)
1.3. De Weende analyse
• Ruwe analyse → Analytische component Synoniemen
elke Vocht Water, moisture
voedingsmiddel in Ruw Eiwit (RE) Crude protein (CP)
6 delen opsplitst Ruw Vet (RV) Crude fat, ether extract (EE)
o Ruw → niet Ruwe Celstof (RC) Ruwe vezel, crude fibre (CF), fibre
100% Ruwe As (RA) Crude ash (CA), as, ash, anorganic matter
nauwkeurig Overige Koolhydraten Nitrogen free extract (NFE), stikstofvrij
• 5 componenten (OK/ OKH) extract (NVE)
analyseren → hiermee het 6 component (overige koolhydraten) berekenen.
de
o Synoniemen kennen → benaming op labels kan variëren.
Vocht
Ruw Eiwit (RE)
Ruw Vet (RV) Steeds beschikbaar op
Ruwe Celstof (RC) voedseletiket.
Ruwe As (RA)
Overige Koolhydraten (OK/ Zelf berekenen (100 – 5 andere
OKH) fracties) → vaak niet vermeld
RE = N – gehalte x 6,25
N = stikstof → gem. 16%
3
, OKH% = 100 – (VOCHT% + RE% + RV% + RC% + RA%)
• De som van de 6 fracties is 100.
• Vocht
o DS gekend: 100 – DS% = vocht%
o Vocht gekend: 100 – vocht% = DS%
o Wettelijk: -14% vocht → niet verplicht op de verpakking → neem je voor…
▪ Kattenvoer: 7%
▪ Hondenvoer: 9%
▪ Andere dieren: 10%
• Ruwe celstof en overige koolhydraten
o Beiden horen tot de Kh → verschil?
▪ RC: harde plantendelen = onoplosbare
vezels (cellulose, hemicellulose, lignine,
cutine)
• Typisch moeilijk verteerbaar
door enzymen van lichaam →
planteneters kunnen deze wel
verteren door microbiële flora in de voormagen of dikke
darm.
• Delen van de plant die voor structuur (celwand)
zorgen.
▪ OK, OKH: suikers, zetmeel, vezels (oplosbare)
• Pectines, gommen → appels: pectines
• Ruwe As = anorganische bestanddelen
o Macro-elementen of mineralen: Ca, P, Mg, Na, Cl
o Micro-elementen of sporenelementen: Fe, Se, Cu, Mo, Zn
o Zand of aarde
➢ Ruw geschat → geeft een idee over hoeveel mineralen → niet welke.
Iets uitgedrukt op droge of verse stof?
• Als niet uitdrukkelijk vermeld staat droge stof → verse stof.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ARvoeding. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.