OWE 8 - Indiceren van zorg
Inhoud
A N A T O M I E & F Y S I O L O G I E........................................................................................................2
Week 1: Zenuwstelsel – Dwarslaesie..................................................................................................2
Week 2: Zenuwstelsel – MS................................................................................................................8
Week 3: Motorisch stelsel – Veroudering.........................................................................................12
Week 4: Motorisch stelsel – Parkinson.............................................................................................18
Week 5: Cognitie – Dementie...........................................................................................................25
Week 6: Ademhalings-stelsel – Longcarcinoom, COPD....................................................................43
Week 7: Cognitie – Autisme-spectrum stoornis................................................................................56
P R A K T I J K V A A R D I G H E D E N....................................................................................................62
Week 2: Zelfkatheteriseren..............................................................................................................62
Week 7: Tracheostoma.....................................................................................................................65
W E R K G R O E P..................................................................................................................................74
Week 1: Kennismaken, casuïstiek en Omaha-systeem.....................................................................74
Week 2: Indicatiestelling in de wijkverpleging..................................................................................75
Week 3: Zelfredzaamheid.................................................................................................................77
Week 4: Wet- en regelgeving...........................................................................................................78
Week 5: Zorgtechnologie..................................................................................................................81
Week 6: Mantelzorg.........................................................................................................................82
Week 7: Palliatieve zorg...................................................................................................................85
Week 8: Casuïstiek............................................................................................................................87
!! Check kahoot & oefentoetsen om te oefenen WGAF
1
Vera Hartjes
649457
VPL-VC47
,ANATOMIE & FYSI
OLOGIE
! Voor extra hulpmiddel zie samenvatting lesweek 1 & 2.
Week 1: Zenuwstelsel –
Dwarslaesie
De student kan:
uitleg geven over de volgende aspecten
van een dwarslaesie: pathofysiologie,
definitie, epidemiologie, etiologie,
symptomen, signalen, diagnostische
onderzoek, behandeling, complicaties,
prognose en verloop;
Normale bouw en functie van het aangedane
orgaan, lichaamsdeel of stelsel
2
Vera Hartjes
649457
VPL-VC47
,Het ruggenmerg is onderdeel van het centrale zenuwstelsel dat in het wervelkanaal ligt, grotendeels
beschermd door de benige wervelkolom.
Het ruggenmerg is opgedeeld in 3 delen:
1. Cervicaal (C1 t/m C8)
2. Thoracaal (T1 t/m T12)
3. Lumbaal (L1 t/m L5)
Algemene functies zenuwstelsel
Ervoor zorgen dat organen in hun werken goed op elkaar zijn afgestemd zodra het lichaam in
actie komt. VB: Fietsen, praten.
Regulatie en coördinatie van de werking van de vegetatieve stelsels VB: Spijsvertering,
ademhaling.
Het bewust kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt, door verwerking van de
waarnemingen VB: Hard wegrennen bij gevaar.
Coördinatie van de psychische functies VB: Herinneren, je kunnen beheersen, fantaseren.
Werking zenuwstelsel in 3 stappen
1. Sensorische input
= het centrale zenuwstelsel ontvangt impulsen van sensoren die prikkels hebben
waargenomen en ze vervolgens omgezet hebben in impulsen
2. Verwerking
= de sensorische input wordt naar een specifiek deel van de hersenen gestuurd en daar
beoordeeld
De hersenen bepalen vervolgens of erop moet worden gereageerd
3. Motorische output
= er gaan impulsen vanuit de hersenen naar de organen (effectoren = spieren en klieren) die
de eventuele reactie(s) moeten uitvoeren.
3
Vera Hartjes
649457
VPL-VC47
, Anatomische indeling
= op basis van de bouw en de ligging van het zenuwstelsel
Onderscheiden in: het centrale zenuwstelsel (CZS) en het perifere zenuwstelsel (PZS).
Centrale zenuwstelsel Perifere zenuwstelsel
- ligt binnen de beschermende botten van de - ligt grotendeels buiten de schedel en de
schedel en de wervelkolom; wervelkolom;
- bestaat uit de hersenen (98% van - verbindt het centraal zenuwstelsel met de
zenuwstelsel) en het ruggenmerg. organen;
De delen van de hersenen zijn: grote hersenen, - bestaat uit de hersenzenuwen, de
tussenhersenen, hersenstam en kleine ruggenmergszenuwen, de grensstreng en de
hersenen. zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel.
Fysiologische indeling
= op basis van de functie van het zenuwstelsel
Hierbij zijn 3 aspecten: integratie, hiërarchie en richting van het signaal
Integratie = het goed op elkaar afgestemd zijn van de organen
Gebeurd door het vegetatieve- en animale zenuwstelsel
Vegetatieve / autonome zenuwstelsel Animale zenuwstelsel
- werkt autonoom (onwillekeurig), buiten de wil - werkt willekeurig, onder invloed van de wil;
om; - verzorgt de integratie tussen lichaam en
- verzorgt de integratie van de vegetatieve omgeving door middel van communicatie en
stelsels; gedrag.
- bestaat uit twee delen met een
antagonistische werking: het sympathische
zenuwstelsel (actief bij actie van het lichaam)
en het parasympatische zenuwstelsel (actief bij
rust van het lichaam).
https://www.youtube.com/watch?v=mcVnfY-fPTk
Impulsgeleiding
Afferent = aanvoerende informatie
Via sensibele zenuwbanen in richting van de grote hersenen
Efferent = afvoerende informatie
(E van Exit) Via motorische zenuwbanen in richting van de periferie
Motorische prikkel = signalen naar de spieren.
Beginnen in je hersenen en gaan door het ruggenmerg.
Zenuwbanen geleiden deze berichten naar de juiste delen van je
lichaam.
! Dit systeem beheert de meeste spieren.
Sensorische prikkels = signalen met informatie over het gevoel en worden ergens vanuit je
lichaam verzonden
VB: vanuit je hand, naar het ruggenmerg.
Het ruggenmerg stuurt de informatie door naar de hersenen.
GEVOLG: Als het bericht de hersenen bereikt wordt het vertaald naar
gevoel, zoals aanraking, druk, pijn of temperatuur (warm of koud).
DUS:
4
Vera Hartjes
649457
VPL-VC47
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vhartjes7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.