Het deeltje oriëntatieloop van het OPO outdooreducatie is hierin samengevat. Waar er een uitroepen bijstaat, vroeg de lector op het examen. Vanaf pagina 4 tot en met pagina 8 vindt u ook de examen vragen van kajak van dit OPO.
Basiscomponent: afgaand op afstand: oriëntatieloop = lange afstandsloop MAAR
met hellingen, hindernissen, stoppen,… dus niet hetzelfde
training:
̵ Aërobe training: trainingen met een lagere intensiteit die van langere duur
zijn met zuurstof
̵ Anaërobe training: trainingen met een hoge intensiteit die van korte duur zijn.
op korte tijd heel veel en snel energie produceren zonder zuurstof niet lang
volhouden
̵ snelkracht (hindernissen nemen)
̵ coördinatie (ritme aanpassen aan hindernis)
Karvonen: reserve: geëstimeerd maximum - rustpols
hoe lager de rustpols, hoe groter de reserve HF meer verhogen
neemt percentage van reserve en telt nadien rustpols weer bij
bv. 25- jarige atleet, rustpols 45 sl/min; aërobe training
geëstimeerd: 220 -25 = 195 sl/min
reserve: 195 sl/min – 45 sl/min = 150 sl/min
70% van 150 sl/min = 105 sl/min + 45 sl/min = 150 sl/min
80% van 150 sl/min = 120 sl/min +45 sl/min = 165 sl/min
als de atleet aëroob wilt trainen zal hij zijn HF tussen 150 en 165 sl/min
moeten behouden
oriëntatiecomponent:
basisfactoren:
kaartlezen: opnemen van gegevens op de kaart om een beeld te vormen van
het landschap (hoogtelijnen, omheiningen)
afstand meten: schaal
richting kiezen: na oriëntatie van de kaart m.b.v. het kompas
specifieke factoren:
wegkeuze: kortste is niet altijd de snelste
tijdswinst: alleen gevorderden
, haltemomenten beperken: gegevens onthouden
IOF kaart:
IOF = internationale oriëntatie federatie overal ter wereld dezelfde symboliek
Oriëntatiekaart is gedetailleerder als wegenkaart: herkenbaarheid bij verlaten
van de wegen
Kaart = verticale projectie van het terrein luchtfoto
Wit: goed doorloopbaar bos
Groen: doorloopbaarheid daalt
Lichtgroen: lichte loophinder
Middengroen: sterke loophinder
Donkergroen: niet doorloopbaar
Groene arcering: grondbegroeiing
Geel: open gebieden (hoe meer geel, hoe opener het terrein)
Blauw: water
Blauw met zwarte rand: ondoorwaadbaar
Bruin: hoogte, ook inkleuring van paden
Zwart: kaarttekens; wegen, gebouwen, omheining, hoogspanning…
3 Noorden laten samenvallen: - Noorden van de kaart
- Noorden van beweegbare doos
- magnetisch noorden
Schaal = verhouding tussen de afstand gemeten op het terrein en de weergave
ervan op de kaart.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studen20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.