Hoorcollege aantekeningen van Persoonlijkheidsleer, college 1 t/m 6 (inleiding in het intrapsychische domein, het dispositionele domein, ontwikkeling en het biologische domein, Erikson & Rogers, Sekse- en culturele verschillen in persoonlijkheid en het cognitieve domein)
Persoonlijkheidsleer
Hoorcollege 1 – Inleiding in het intrapsychische domein
Persoonlijkheid is het totaal aan eigenschappen, karaktertrekken,
overtuigingen en gedragingen dat een mens tot een uniek
individu maakt. Er is variatie in de karaktertrekken, overtuigingen en
gedragingen
- Bepaalde karaktertrekken worden gebruikt om iemand te typeren
- Dit betekent tevens dat andere datzelfde karaktertrek in mindere
mate heeft.
- Er is variatie in eigenschappen, karaktertrekken,
overtuigingen en gedragingen.
- Trait-descriptive adjectives: kenmerken van persoonlijkheid
zorgen ervoor dat mensen van elkaar verschillen en deze
kenmerken nemen meestal de vorm aan van bijvoeglijke
naamwoorden.
Voorbeeld: Sven is lui
Definitie van Persoonlijkheid
Persoonlijkheid is een verzameling psychologische kenmerken en
mechanismen in het individu die georganiseerd zijn en relatief
stabiel zijn en die zijn//haar interacties met en aanpassingen aan
de intrapsychische, fysieke en sociale buitenwereld beïnvloeden.
- Psychologische kenmerken: de karaktertrekken en
eigenschappen van mensen waar je in eerste instantie aan
denkt als je aan persoonlijkheid denkt. Zoals denkwijze,
emoties, gedragingen, eigenschappen en attitudes.
- Psychologische mechanismen: cognitieve processen
(aandachtsprocessen, geheugenprocessen en motivatieprocessen).
Input: een psychologisch mechanisme kan mensen gevoeliger
maken voor bepaalde soorten informatie uit de omgeving.
, Descision rules: een psychologisch mechanisme kan ervoor
zorgen dat mensen meer geneigd zijn na te denken over
specifieke opties.
Outputs: een psychologisch mechanisme kan een mens zijn
gedrag leiden naar bepaalde categorieën acties.
Voorbeeld: iemand ziet gevaar, degene die is moedig ziet
gevaar onder ogen en confronteert het gevaar; degene die
een lafaard is rent weg van het gevaar.
- Georganiseerd zijn: de psychologische kenmerken en
mechanisme zijn samen georganiseerd, ze worden
dynamisch gestuurd. Dit betekent dat niet elke persoonlijkheid
trek of gedrag op elk moment getriggerd wordt door de omgeving.
Voorbeeld: als iemand veel honger heeft dan kan die zijn
aandacht niet ergens anders op richten want alles draait dan
om de honger.
- Relatief stabiel: er is enige stabiliteit over verschillende
situaties (consistentie) en er is meer stabiliteit over tijd
(continuïteit).
Voorbeeld: als iemand als kind extravert is, dan is dat kind ook
extravert op een latere leeftijd.
- Interacties met de buitenwereld: hierbij worden vier processen
beschreven
1) Perceptie: verwijst naar hoe we een omgeving zien of
interpreteren. Iemand kan optimistisch zijn en het glas zien als
half vol en iemand kan pessimistisch zijn en het glas zien als
halfleeg.
2) Selectie: beschrijft de manier waarop we situaties
uitkiezen. In je vrije tijd kiest de ene persoon voor een luie
strandvakantie en de andere persoon voor een avontuurlijke
vakantie.
3) Evocatie: de reacties die we bij andere produceren; welk
gedrag je niet intentioneel oproept. Als iemand wantrouwig
is naar andere, dan wordt er minder snel gelachen naar die
, persoon. Als iemand sociaal is naar andere dan lachen meer
mensen naar die persoon.
4) Manipulatie: dit is doelbewust gedrag om een ander te
beïnvloeden. Als iemand de neiging heeft om zich niet aan te
passen aan andere dan gaat diegene zijn vrienden overhalen om
te doen wat diegene zelf wil doen.
- Aanpassing binnenwereld & omgeving: de manieren waarop
iemand omgaat met problemen en stress (coping) en
aanpast aan nieuwe situaties (aanpassingsvermogen).
Persoonlijkheid kan op drie niveaus worden bestudeerd, dit kunnen
we illustreren aan de hand van de persoonlijkheidstrek sociale gerichtheid:
1) Menselijke aard: de eigenschappen en het mechanisme van
persoonlijkheid die typerend zijn voor onze soort en die bijna
iedereen bezit. Zoals de behoefte om erbij te horen en het
vermogen tot liefde.
2) Individuele en groepsverschillen:
Individuele verschillen: manieren waarop elk persoon is
zoals sommige andere mensen. Zoals de variatie in de
behoefte om erbij te horen.
Groepsverschillen: mensen in de ene groep kunnen
bepaalde persoonlijkheidskenmerken gemeen hebben
en deze gemeenschappelijke kenmerken maken die
groep mensen anders dan andere groepen. Zoals dat
mannen agressiever zijn dan vrouwen.
3) Individuele uniekheid: elk individu heeft persoonlijke
kwaliteiten die door geen enkele andere persoon in de
wereld wordt gedeeld. Iemand is uniek in zijn manier van
boosheid uiten. De ene schreeuwt en de ander is stil.
Persoonlijkheid kan in zes domeinen worden bestudeerd:
1) Dispositionele domein: richt zich op verschillen in basale
persoonlijkheidstrekken, het is de genetische basis die
, enigszins constant is. Deze biologische basis komt in alle
domeinen terug.
Voorbeeld: vijf-factormodel
2) Biologisch domein: richt zich op genetische verbanden
tussen gedrag en genetica, daarnaast richt het zich op het
psychofysiologisch, dit wordt bekeken vanuit een
evolutionair perspectief. Specifieker, in hoeverre zijn er
aanpassingen ontstaan omdat het voordelig was voor ons.
Voorbeeld: biologische trait theorie
3) Intrapsychische domein: richt zich op mentale processen.
Voorbeeld: psychodynamische theorieën
4) Cognitief-experientiële domein: richt zich op cognities, dus
op de denkwijze en subjectieve ervaringen.
Voorbeeld: Rogers en Kelly
5) Sociaal- en culturele domein: richt zich op hoe we elkaar
wederzijds beïnvloeden
Voorbeeld: sekseverschillen en cultuurverschillen
6) Domein zes hoeven we niet te kennen!
Persoonlijkheid wordt beoordeeld op criteriums, die bestaan uit:
- Volledigheid: is een graadmeter voor de hoeveelheid
fenomenen en observaties met betrekking tot
persoonlijkheid verklaart kunnen worden met de theorie.
Voorbeeld: Als we kijken naar de theorie over zelfwaardering
en de five-factor model dan scoort de five-factor model hoger
omdat die veel breder is in theorie.
- Heuristische waarde: in hoeverre een theorie een kader
biedt voor nieuwe bevindingen.
Voorbeeld: de biologische trait theorie van Eysinck legde een
duidelijk verband tussen biologie en persoonlijkheidstrekken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanora-ghazi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.